Paus Franciscus - 24 mei 2015
In de Eucharistie vindt de schepping haar grootste verheffing. De genade die ertoe neigt zich voelbaar te manifesteren, bereikt een wonderbaarlijke uitdrukking, wanneer God zelf, mens geworden, zover gaat dat Hij zich door zijn schepsel laat eten. De Heer wilde op het toppunt van het mysterie van de menswording ons binnenste bereiken door een stuk materie. Niet van bovenaf, maar van binnenuit, opdat wij in onze wereld zelf Hem konden ontmoeten. In de Eucharistie wordt de volheid reeds verwezenlijkt en ligt het vitale middelpunt van het heelal, het middelpunt dat overstroomt van liefde en onuitputtelijk leven. Verenigd met de mensgeworden Zoon, die tegenwoordig is in de Eucharistie, brengt heel de kosmos dank aan God. De eucharistie is inderdaad op zich een daad van kosmische liefde: “Ja. kosmisch! Want zelfs als de Eucharistie wordt gevierd aan het nederige altaar van een plattelandskerkje, dan wordt zij in zekere zin altijd nog gevierd op het altaar van de wereld”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 8 De Eucharistie verenigt hemel en aarde, omarmt en doordringt heel de schepping. De wereld, die uit Gods handen is gekomen, keert in vreugdevolle en volledige aanbidding naar Hem terug: in het eucharistisch Brood “is de schepping gericht op de vergoddelijking, de heilige bruiloft, de eenmaking met de Schepper zelf”. Paus Benedictus XVI, Homilie, Sacramentsag - Sint Jan van Lateranen, Brood en wijn verwijzen naar de eenmaking met de Schepper zelf (15 juni 2006) Daarom is de Eucharistie ook een bron van licht en motivatie voor onze zorgen omtrent het milieu en geeft ons richting om bewakers van heel de schepping te zijn.