Paus Franciscus - 24 november 2013
Oecumenisch engagement beantwoordt aan het gebed van de Heer Jezus, die vraagt dat “allen één mogen zijn” (Joh. 17, 21). De geloofwaardigheid van de christelijke verkondiging zou veel groter zijn, als de Christenen hun onenigheden zouden overwinnen en de Kerk “de volheid van de katholiciteit die haar eigen is,” zou verwezenlijken “in die zonen en dochters die haar door het doopsel toebehoren, maar van haar volledige gemeenschap gescheiden zijn”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4 Wij moeten er altijd aan denken dat wij pelgrims zijn en dat wij samen op pelgrimstocht zijn. Daartoe moet men zijn hart toevertrouwen aan zijn reisgenoot zonder argwaan, zonder wantrouwen, en vóór alles kijken naar wat wij zoeken: de vrede in het aangezicht van de enige God. Zich toevertrouwen aan de ander is iets “ambachtelijks”, de vrede is ambachtelijk. Jezus heeft tegen ons gezegd: “Zalig die vrede brengen” (Mt. 5, 9). In deze inzet wordt ook onder ons de oude profetie vervuld: “Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen” (Jes. 2, 4).
In dit licht is de oecumene een bijdrage aan de eenheid van de menselijke familie. De aanwezigheid bij de Synode van de patriarch van Constantinopel, Zijne Heiligheid Bartholomeüs I, en de aartsbisschop van Canterbury, Zijne Hoogwaardigheid Rowan Douglas Williams, Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie (27 okt 2012), 52 is een authentieke gave van God en een kostbaar christelijk getuigenis geweest.
Gegeven de ernst van het tegengestelde getuigenis van de verdeeldheid onder de Christenen, vooral in Azië en Afrika, wordt het zoeken naar trajecten van eenheid dringend noodzakelijk. De missionarissen op die continenten melden herhaaldelijk kritiek, klachten en spot die zij krijgen vanwege het schandaal van de verdeelde Christenen. Als wij ons concentreren op de overtuigingen die ons verenigen, en denken aan het principe van de hiërarchie van de waarheden, zullen wij snel op weg kunnen gaan naar gemeenschappelijke vormen van verkondiging, dienstverlening en getuigenis. De geweldige menigte die de boodschap van Jezus Christus nog niet heeft aanvaard, kan ons niet onverschillig laten. Daarom houdt de inzet voor een eenheid die het aanvaarden van Jezus Christus vergemakkelijkt, op louter diplomatie of gedwongen plichtsvervulling te zijn om te veranderen in een onontbeerlijke weg van evangelisatie. De tekenen van verdeeldheid onder de Christenen in landen die al door geweld worden verscheurd, voegen daar nog geweld aan toe van de kant van hen die een werkzaam gist van vrede zouden moeten zijn. Er zijn zoveel en zo kostbare dingen die ons verenigen! En als wij werkelijk geloven in de vrije en overvloedige werking van de Geest, hoeveel kunnen wij dan nog van elkaar leren! Het gaat er niet alleen om inlichtingen te krijgen over de ander om hem beter te leren kennen, maar te oogsten wat de Geest in hen ook als een geschenk voor ons heeft gezaaid. Om alleen een voorbeeld te geven, in de dialoog met de orthodoxe broeders hebben wij, katholieken, de mogelijkheid iets meer te leren over de betekenis van de bisschoppelijke collegialiteit en hun ervaring van synodaliteit. Door middel van een uitwisseling van gaven kan de Geest ons steeds meer leiden tot de waarheid en het goede.