EVANGELII GAUDIUMOver de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie
(Soort document: Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Franciscus -
24 november 2013
Nu dat de Kerk een diepe missionaire vernieuwing wil beleven, is er een vorm van prediking die ons allen als dagelijkse verplichting toekomt. Het gaat erom het evangelie te brengen aan de mensen met wie iedereen te maken heeft, zowel aan hen die het meest dichtbij zijn, als aan onbekenden. Het is de informele prediking, die kan worden verwezenlijkt gedurende een gesprek, en ook die welke een missionaris realiseert, wanneer hij een huis bezoekt. Leerling zijn betekent voortdurend bereid zijn aan anderen de liefde van Christus te brengen en dit gebeurt spontaan op iedere plaats, op weg, op het plein, op het werk, op straat.
In deze altijd respectvolle en vriendelijke prediking bestaat het eerste moment in een persoonlijke dialoog, waarbij de andere persoon zich uitdrukt en zijn vreugde, zijn verwachtingen, zijn hoop, zijn zorgen voor zijn dierbaren en zoveel dingen die zijn hart vervullen, deelt. Alleen na dit gesprek is het mogelijk het Woord ter sprake te brengen, hetzij in de vorm van een lezen van enkele passages uit de Schrift of verhalenderwijs, maar altijd herinnerend aan de fundamentele boodschap: de persoonlijke liefde van God, die mens is geworden, zichzelf heeft gegeven voor ons en levend zijn heil en vriendschap aanbiedt. Het is de boodschap die men deelt met een nederige en getuigende houding van iemand die steeds weet te leren, met het bewustzijn dat de boodschap zo rijk en diep is dat zij ons altijd overstijgt. Soms wordt zij op een directere manier uitgedrukt, dan weer door middel van een persoonlijk getuigenis, een verhaal, een gebaar of de vorm die de Heilige Geest zelf kan opwekken in een concrete omstandigheid. Als het verstandig lijkt en de omstandigheden zijn aanwezig, is het goed dat deze broederlijke en missionaire ontmoeting wordt afgesloten met een kort gebed, dat aansluit bij de zorgen die de persoon heeft getoond. Zo zal hij duidelijker voelen dat er naar hem is geluisterd en dat hij is begrepen, dat zijn situatie is Gods handen is gelegd, en hij zal erkennen dat het Woord van God werkelijk tot zijn bestaan spreekt.
Men moet niet denken dat de evangelische boodschap altijd met bepaalde vastgestelde formules moet worden doorgegeven of met precieze woorden die een absoluut onveranderlijke inhoud tot uitdrukking komt. Zij wordt in zo verschillende vormen doorgegeven dat het onmogelijk zou zijn ze te beschrijven of te catalogiseren, en hierbij is het Volk van God met zijn talloze gebaren en tekenen een collectief subject. Als het evangelie in een cultuur gestalte heeft aangenomen, communiceert men dientengevolge niet meer alleen door de boodschap van persoon tot persoon. Dit moet ons eraan doen denken dat in de landen waar het Christendom een minderheid is, de particuliere Kerken, behalve dat zij iedere gedoopte aanmoedigen het evangelie te verkondigen, actief minstens initiële vormen van inculturatie moeten bevorderen. Waar men uiteindelijk naar moet streven, is dat de prediking van het evangelie, uitgedrukt in categorieën die eigen zijn aan de cultuur waarin het wordt verkondigd, een nieuwe synthese met die cultuur tot stand brengt. Hoewel deze processen altijd langzaam verlopen, verlamt ons soms de angst te zeer. Als wij twijfel en angst iedere moed laten verstikken, dan kan het gebeuren dat wij in plaats van creatief te zijn in onze gemakzucht blijven steken zonder enige vordering te bewerkstelligen, en in dat geval zullen wij met onze medewerking niet deelnemen aan historische processen, maar eenvoudigweg toeschouwers zijn van een onvruchtbare stilstand van de Kerk.
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / SRKK / Stg. InterKerk
Vert. uit het Italiaans: drs. H. Kretzers