Paus Franciscus - 24 november 2013
Iedere particuliere Kerk is, als deel van de katholieke Kerk onder leiding van haar bisschop ook geroepen tot een missionaire nieuwe opzet. Zij is het subject van de evangelisatie, Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie (27 okt 2012), 41 in zoverre zij een concrete uiting is van de ene Kerk op een plaats in de wereld, en in haar “de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk waarlijk aanwezig is”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 11 Het is de Kerk die vlees is geworden in een bepaalde ruimte, voorzien van alle heilsmiddelen, door Christus gegeven, maar met een lokaal gezicht. Haar vreugde Christus mee te delen komt zowel tot uitdrukking in haar zorg om Hem te verkondigen op andere meer behoeftige plaatsen, als in een voortdurend uitgaan naar de randgebieden van het eigen territorium of naar nieuwe sociaal-culturele omgevingen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Aula della Benedizione, Tot de deelnemers aan de Internationale Conferentie ter gelegenheid van de 40e verjaardag van het conciliedecreet “Ad gentes” (11 mrt 2006), 5 Zij zet zich ervoor in altijd daar te zijn waar het licht en het leven van de Verrezene het meest ontbreken. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 13e Gewone Bisschoppensynode over de nieuwe evangelisatie (27 okt 2012), 42 Opdat deze missionaire impuls steeds intenser, edelmoediger en vruchtbaarder is, spoor ik ook iedere particuliere Kerk aan vastbesloten te beginnen aan een proces van onderscheiding, zuivering en hervorming.
De bisschop moet de missionaire gemeenschap altijd bevorderen in zijn diocesane Kerk en daarbij het ideaal van de eerste christelijke gemeenschappen nastreven, waar de gelovigen één van hart en één van ziel waren. Vgl. Hand. 4, 32
Daarom zal hij soms vooropgaan om de weg te wijzen en de hoop van het volk te ondersteunen, dan weer zal hij eenvoudigweg te midden van de zijnen staan met zijn eenvoudige en barmhartige nabijheid en in enkele omstandigheden zal hij achter zijn volk aan moeten lopen om hen te helpen die achter zijn gebleven en - vooral - omdat de kudde zelf een eigen speurzin heeft om nieuwe wegen te vinden. In zijn zending om een dynamische, open en missionaire gemeenschap te bevorderen zal hij het rijpen van organen van deelname, voorgesteld door het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 492-502.511-514.536-537, en andere vormen van pastorale dialoog moeten begunstigen en zoeken, vanuit het verlangen naar allen en niet alleen maar naar enkelen te luisteren die altijd bereid zijn hem complimenten te maken. Maar het doel van deze processen van deelname zal niet hoofdzakelijk de kerkelijke organisatie zijn, maar de missionaire droom allen te bereiken.