
Paus Franciscus - 24 november 2013
De niet-christenen kunnen door het vrije goddelijke initiatief en trouw aan hun geweten “gerechtvaardigd door middel van de genade van God”, Internationale Theologische Commissie, Het Christendom en de godsdiensten (30 sept 1997), 72 en zo “verbonden met het Paasmysterie van Jezus Christus”, Internationale Theologische Commissie, Het Christendom en de godsdiensten (30 sept 1997), 72 leven. Maar op grond van de sacramentele dimensie van de heiligmakende genade neigt het goddelijk handelen in hen ertoe tekenen, riten, heilige uitdrukkingsvormen voort te brengen die op hun beurt anderen nader tot een gemeenschappelijke ervaring van de weg naar God brengen. Vgl. Internationale Theologische Commissie, Het Christendom en de godsdiensten (30 sept 1997), 81-87 Zij hebben niet de betekenis en de doeltreffendheid van de door Christus ingestelde Sacramenten, maar kunnen kanalen zijn die de Geest zelf tot stand brengt om de niet-christenen te bevrijden van atheïstisch immanentisme of louter individuele religieuze ervaringen. De Geest zelf brengt op iedere plaats vormen van praktische wijsheid voort die helpen de ongemakken van het bestaan te verdragen en meer in vrede en harmonie te leven. Ook wij Christenen kunnen voordeel halen uit die gedurende eeuwen geconsolideerde rijkdom, die ons kan helpen beter onze eigen overtuigingen te beleven.