DE HEILIGE GEEST BRENGT ZOWEL VERSCHEIDENHEID ALS EENHEIDOp het hoogfeest van Pinksteren in aanwezigheid van 200.000 vertegenwoordigers van kerkelijke bewegingen
(Soort document: Paus Franciscus - Homilie)
Paus Franciscus -
19 mei 2013
DE HEILIGE GEEST BRENGT ZOWEL VERSCHEIDENHEID ALS EENHEID
Op het hoogfeest van Pinksteren in aanwezigheid van 200.000 vertegenwoordigers van kerkelijke bewegingen
Dierbare broeders en zusters,
Vandaag beschouwen en herbeleven wij in de liturgie de uitstorting van de Heilige Geest door de verrezen Christus in Zijn Kerk ; een genadegebeuren dat het cenakel in Jeruzalem vervulde om zich over de hele wereld te verspreiden.
Maar wat gebeurde er die dag die zo ver van ons ligt en toch ook zo dichtbij is dat het ons hart bereikt? De heilige Lucas geeft ons het antwoord in de passage uit de Handelingen van de Apostelen die wij beluisterd hebben (Lc. 2, 1-11). De evangelist brengt ons terug naar Jeruzalem, naar de bovenverdieping van het huis waar de apostelen bijeen zijn. Het eerste element dat onze aandacht trekt, is het gedruis dat plots uit de hemel komt, “alsof er een hevige wind opstak” die het huis vervult; en vervolgens “iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld”, op iedere apostel neerzette. Gedruis en vurige tongen zijn precieze en concrete tekenen die de apostelen treffen, niet alleen uiterlijk, maar ook in het diepste van zichzelf: in hart en geest. Het gevolg is dat “allen vervuld werden van de Heilige Geest” die Zijn onweerstaanbare dynamiek loslaat, met verbazende resultaten: “zij begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf”. Een geheel onverwacht tafereel opent zich voor onze ogen: een grote menigte komt bijeen en verwondert zich omdat iedereen de apostelen in zijn eigen taal hoort spreken. Het is voor iedereen een nieuwe, nog nooit geziene ervaring: “wij horen hen in onze eigen taal spreken”. En waarover spreken zij? “Van Gods grote daden.”
In het licht van deze passage uit de Handelingen, zou ik willen nadenken over drie woorden die verband houden met de werking van de Geest: nieuwigheid, harmonie, zending.
Het
nieuwe beangstigt ons altijd een beetje, omdat wij ons zeker voelen als we alles onder controle hebben, als wij het zijn die bouwen, programmeren, plannen maken voor ons leven volgens eigen inzicht, zekerheden, smaak. En dat is ook zo in verband met God. Dikwijls volgen we Hem, aanvaarden we Hem, doch tot op een zeker punt; we hebben het moeilijk ons vol vertrouwen aan Hem over te geven door de Heilige Geest bij iedere keuze, de ziel, de gids van ons leven te laten zijn; we zijn bang dat God ons nieuwe wegen laat gaan, dat Hij onze dikwijls begrensde, besloten, egoïstische horizont doet overschrijden om open te staan voor de Zijne. Maar wanneer God zich openbaart - heel de heilsgeschiedenis door – brengt Hij iets nieuw, altijd, Hij transformeert en vraagt volledig vertrouwen in Hem: Noë bouwt een ark, hij wordt door iedereen bespot, en Hij redt hem; Abraham verlaat zijn land met slechts een belofte in de hand; Mozes trotseert de macht van farao en leidt het volk naar de vrijheid; de apostelen, bang en opgesloten in het cenakel, komen moedig naar buiten om het Evangelie te verkondigen. Het is geen nieuwigheid om het nieuwe, iets nieuw zoeken om verveling tegen te gaan, wat op onze dagen dikwijls gebeurt. Het nieuwe dat God in ons leven brengt, brengt ons werkelijk tot stand, brengt ons ware vreugde, ware sereniteit, omdat God van ons houdt en alleen het goede voor ons wil. Stellen wij ons vandaag de vraag: staan wij open voor Gods verrassingen? Of sluiten wij ons op in onszelf, bang voor het nieuwe van de Heilige Geest? Zijn wij moedig om de nieuwe wegen te gaan die het nieuwe van God ons geeft of verdedigen wij ons, opgesloten in achterhaalde structuren die niet meer kunnen openstaan? Het zal ons goed doen ons gedurende heel de dag die vraag te stellen.

Een tweede gedachte : de Heilige Geest lijkt in de Kerk wanorde te scheppen, want Hij brengt verscheidenheid van charisma’s, gaven ; onder Zijn werking is dat echter een grote rijkdom omdat de Heilige Geest de Geest van eenheid is - wat geen uniformiteit betekent - die alles tot harmonie brengt. In de Kerk is het de Heilige Geest die dat bewerkt, de harmonie. Een Kerkvader deed een uitspraak die ik zeer goed vind: de Heilige Geest “ipse harmonia est”. Hij is de harmonie. Hij alleen kan verscheidenheid, veelzijdigheid wekken en tegelijk eenheid bewerken. Ook hier, als wij het zijn die verscheidenheid willen bewerken en ons opsluiten in onze autonomie, onze eenzijdigheid, dan brengen wij verdeeldheid; en als wij eenheid willen brengen volgens menselijke plannen, brengen wij uiteindelijk uniformiteit, homogeniteit. Indien wij ons integendeel door de Geest laten leiden, zijn rijkdom en verscheidenheid nooit reden tot conflict, omdat Hij ons aanzet de verscheidenheid in de Kerkgemeenschap te beleven. Het feit in de Kerk samen op weg te zijn, onder leiding van de herders met een eigen charisma en ambt, is een teken van de werking van de Heilige Geest; Kerkgezindheid is een fundamentele eigenschap voor elke Christen, elke gemeenschap, elke beweging. Het is de Kerk die Christus tot bij mij brengt en die mij bij Christus brengt; parallelle wegen zijn gevaarlijk! Als men het waagt verder te gaan (proagon) dan de leer en de Kerkgemeenschap – zegt de apostel Johannes in zijn Tweede Brief – en men daar niet bij blijft, is men niet verenigd met de God van Jezus Christus. Vgl. 2 Joh. 9
Stellen wij ons dan de vraag: sta ik open voor de harmonie van de Heilige Geest door iedere eenzijdigheid te overstijgen? Laat ik mij door Hem leiden door in en met de Kerk te leven?

Het laatste punt. Theologen van vroeger zeiden: de ziel is als een zeilboot, de Heilige Geest is de wind die in het zeil blaast om de boot vooruit te laten gaan, de windstoten zijn de gaven van de Geest. Zonder Zijn stuwing, zonder Zijn genade, gaan we niet vooruit. De Heilige Geest doet ons binnentreden in het mysterie van de levende God en redt ons van het gevaar van een gnostische Kerk, van een Kerk die naar zichzelf verwijst, die op zichzelf besloten is; Hij stuwt ons om de deuren te openen en naar buiten te gaan om het goede leven van het Evangelie te verkondigen en ervan te getuigen, om de vreugde mee te delen van het geloof, van de ontmoeting met Christus. De Heilige Geest is de ziel van de
zending. Wat tweeduizend jaar geleden in Jeruzalem gebeurde, is geen gebeuren uit een ver verleden, het is een gebeuren dat tot ons komt, dat in ieder van ons levendig aanwezig komt. Het Pinksteren van het cenakel van Jeruzalem is het begin, een begin dat blijft duren. De Heilige Geest is de gave bij uitstek van de verrezen Christus aan Zijn apostelen, doch Hij wil dat de Geest iedereen bereikt. Zoals wij in het Evangelie gehoord hebben, zegt Jezus: “Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven” (
Joh. 14, 16). Het is de Geest Paracleet, de Vertrooster, die moed geeft om de wegen van de wereld te begaan en het Evangelie te brengen! De Heilige Geest laat ons de horizon zien en stuwt ons naar de periferieën van het bestaan om het leven van Jezus Christus te verkondigen. Stellen wij ons de vraag of wij de neiging hebben ons op te sluiten in onszelf, in onze groep, of dat wij ons door de Geest laten openen voor de zending.
Denken wij vandaag aan deze drie woorden: nieuwigheid, harmonie, zending. De liturgie van vandaag is een groot gebed dat de Kerk met Jezus tot de Vader richt opdat Hij de uitstorting van de Heilige Geest zou herhalen. Moge ieder van ons, elke groep, elke beweging zich in harmonie met de Kerk tot de Vader richten om deze gave te vragen. Ook vandaag smeekt de Kerk, zoals bij haar ontstaan, met Maria: “
Catechismus-Compendium
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
(28 juni 2005) – Kom, Heilige Geest, doordring het hart van Uw gelovigen! Moge het vuur van Uw liefde in hen branden!”
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit Franse versie (Zenit.org): Maranatha-Gemeenschap;
alineaverdeling en -nummering: redactie