Paus Benedictus XVI - 23 februari 2013
Aan het einde van deze spiritueel zeer intense week is er maar één woord te zeggen: Dank u! Dank u voor deze gemeenschap van luisterend gebed die mij vergezeld heeft. Dank, bovenal, aan Uwe Eminentie Noot van de vertaler: Gianfranco Kardinaal Ravasi, hoofd van de Pauselijke Raad voor de Cultuur, heeft in de week van zondag 17 tot en met zaterdag 23 fenruari 2013 de retraite gehouden voor de Paus en leden van de Romeinse Curie. voor deze prachtige ‘wandelingen’ in de wereld van het geloof, de wereld van de Psalmen. De rijkdom, de diepgang, de schoonheid van dit universum van geloof heeft ons verwondert en wij zijn dankbaar voor het Woord van God dat u tot ons gesproken heeft op een nieuwe wijze, met nieuwe kracht.
“De kunst van het geloven, de kunst van het gebed” was het thema. Ik moest denken aan het feit dat de middeleeuwse theologen het woord ‘Logos’ niet alleen met ‘Verbum’ , maar ook met ‘ars’ vertaalden: ‘Verbum’ en ‘ars’ zijn uitwisselbaar. Voor de middeleeuwse theologen was de volledige betekenis van het woord ‘Logos’ alleen in deze twee woorden samen zichtbaar. De ‘Logos’ is niet alleen een wiskundige reden: de ‘Logos’ heeft een hart, de ‘Logos’ is ook liefde. De waarheid is prachtig en het ware en het prachtige horen bij elkaar: schoonheid is het zegel van de waarheid.
En toch heeft u, vanuit de Psalmen en onze dagelijkse ervaringen, ook benadrukt dat het “zeer goede” van de zesde dag – volgens onze Schepper – steeds wordt tegengesproken door het kwade in deze wereld, door lijden, door corruptie. Het is bijna alsof slechtheid de schepping permanent wil verpesten, God wil tegenspreken en de waarheid en schoonheid onherkenbaar wil maken. In een wereld zo getekend door het kwade moet de ‘Logos’, de eeuwige schoonheid en de eeuwige ‘Ars - kunst’, verschijnen als een “caput cruentatum.” De mensgeworden Zoon, de mensgeworden ‘Logos’, is gekroond met een doornenkroon en is desondanks juist dat: in dit lijdende figuur van de Zoon van God beginnen we diepste schoonheid van onze Schepper en Verlosser te zien; in de stilte van de “duistere nacht” kunnen we toch het Woord horen. En geloven is niets ander de hand van God aanraken in de duisternis van de wereld, en op die manier, in de stilte, het Woord te horen, liefde te zien.
Als laatste, beste vrienden, wil ik u allen danken, niet alleen voor deze week, maar ook voor de afgelopen acht jaar, waarin u met mij, met grote bekwaamheid, vriendschap, liefde, geloof, het gewicht van het Petrusambt heeft gedragen. Deze dankbaarheid blijft mij bij en ook al loopt deze zichtbare uiterlijke gemeenschap – zoals Kardinaal Ravasi heeft gezegd – nu af, de geestelijke nabijheid, een diepe gemeenschap in gebed blijft. Laten we met deze zekerheid verdergaan, vastberaden in de overwinning van God, zeker van de waarheid, van schoonheid en van liefde.
Dank u allen.