H. Paus Johannes Paulus II - 9 juli 2000
Geliefde broeders en zusters!
Vanochtend had ik de eer een ontmoeting met de gevangenen in de gevangenis "Regina Coeli" te hebben om met hen het Jubeljaar te vieren. Het was een aangrijpend moment van gebed en menslievendheid. Door in hun ogen te kijken probeerde ik het lijden, de zorgen en hoop van ieder van hen te begrijpen. Ik wist dat ik in hen Christus zou zien, Die zich in het Evangelie met hen identificeert wanneer Hij zegt: "Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht" (Mt. 25, 36).
In gedachtenis aan hun moeilijke omstandigheden verzocht ik in de Boodschap voor het Jubeljaar in de gevangenissen, of, in het kader van het Heilig Jaar, een teken van clementie aan hen gegeven kan worden. Boven alles vroeg ik de wetgevers in de gehele wereld om het gevangenissysteem en het strafsysteem te heroverwegen, overeenstemmend met de inlosbare gerechtigheid van de schuldige en niet enkel ter herstel van ongeregeldheden veroorzaakt door de misdaad. In feite is het noodzakelijk dat al degenen die de fout zijn ingegaan geholpen worden een pad te volgen van morele redding en persoonlijke en gemeenschappelijke groei, in de hoop op waardige terugplaatsing in de maatschappij.
De plenaire sessie van de Gemengde Internationale Commissie voor Theologische Dialoog tussen de Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerken vindt vandaag plaats in Baltimore op de drempel van het derde millennium, om te studeren over enkele vragen inzake de toekomst van onze wederzijdse relaties.
Ik nodig allen uit tot de Heer te bidden om in de harten de gaven van Zijn Heilige Geest te storten, zodat deze ontmoeting een groter begrip mag kweken tussen Katholieken en Orthodoxen en zo kan bijdragen tot verdere voortgang tussen het gewenste doel van volledige kerkelijke eenheid.
Ik voel me geroepen om iets te zeggen over de bekende manifestaties die de laatste paar dagen in Rome hebben plaatsgevonden.
Namens de Kerk van Rome kan ik niet anders dan teleurstelling uitdrukken voor de belediging aan het Grote Jubileum van het Jaar 2000 en de aanval op de Christelijke waarden van een stad dat zo nauw verbonden is met de harten van Katholieken over de hele wereld.
De Kerk kan de waarheid niet verzwijgen, omdat het de trouw aan God de Schepper zou verminderen en het niet zou helpen om het goede van het kwade te onderscheiden. In dit opzicht wil ik me beperken tot het voorlezen wat de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) hierover zegt, die, na benadrukt te hebben dat homoseksuele handelingen tegen de natuurlijke wet is, het als volgt uitdrukt:
"Bij een niet gering aantal mannen en vrouwen is de homoseksuele neiging diepgeworteld. Zij kiezen niet zelf hun homoseksuele instelling uit; de homoseksualiteit betekent voor de meesten van hen een beproeving. Men moet deze mensen met respect, begrip en fijngevoeligheid behandelen. Men moet iedere vorm van onrechtmatige discriminatie vermijden. Ook deze mensen zijn geroepen om in hun leven de wil van God te volbrengen en - als zij Christen zijn - de problemen die zij als gevolg van hun instelling ondervinden, te verenigen met het kruisoffer van de Heer" Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2358.
Moge de Gezegende Maagd ons helpen met haar bescherming.