Paus Benedictus XVI - 21 november 2012
Dierbare broeders en zusters,
We gaan in dit Jaar van het Geloof verder met in ons hart de hoop dat we al de vreugde terugvinden die met geloven gepaard gaat en ook het enthousiasme om de geloofswaarheden aan iedereen mee te delen. Deze waarheden zijn niet zo maar een boodschap over God, bijzondere informatie over Hem. Zij drukken integendeel een gebeuren uit, namelijk de ontmoeting van God met de mensen, een ontmoeting die verlost en bevrijdt, die de diepste verzuchtingen van de mens realiseert, zijn verlangen naar vrede, broederlijkheid en liefde. Door het geloof ontdekken we dat de ontmoeting met God valoriseert, vervolmaakt en verheft wat in de mens waar, goed en schoon is. Wanneer God zich openbaart en laat kennen, komt de mens te weten wie God is en door Hem te kennen, ontdekt hij zichzelf, zijn oorsprong en bestemming, de grootheid en waardigheid van het menselijk leven.
Het katholiek geloof is dus redelijk en stelt vertrouwen in de menselijke rede. Het Eerste Vaticaans Concilie zei in zijn dogmatische constitutie “1e Vaticaans Concilie
Dei Filius
3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof
(24 april 1870)” dat de rede in staat is het bestaan van God met zekerheid te kennen door de schepping, terwijl het alleen een zaak is van het geloof om de waarheden aangaande God “gemakkelijk, met absolute zekerheid en zonder vergissing” te kennen in het licht van de genade. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 6-7 De geloofskennis is bovendien niet tegen de rechtschapen rede. In zijn encycliek “H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Fides et Ratio
Over de verhouding van Geloof en Rede
(14 september 1998)” zegt de zalige Paus Johannes Paulus II het op een synthetische manier: “De rede van de mens wordt niet vervreemd noch vernederd wanneer zij instemt met de inhoud van het geloof; zijn instemming is een kwestie van een vrije en bewuste keuze”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de verhouding van Geloof en Rede, Fides et Ratio (14 sept 1998), 43 In het onweerstaanbaar verlangen naar waarheid is de harmonieuze band tussen geloof en rede de juiste weg die naar God en volle zelfontplooiing leidt.
Ziedaar waarom het voor de mens doorslaggevend is open te staan voor het geloof en God en Zijn heilsplan in Jezus Christus te kennen. In het Evangelie wordt een nieuw humanisme ingeluid, een authentieke “grammatica” van de mens en van heel de werkelijkheid. De Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) zegt: “De waarheid van God is zijn Wijsheid die heerst over elke orde van de schepping en van het bestuur van de wereld (Wijsh. 13, 1-9). God die – alleen – hemel en aarde geschapen heeft Vgl. Ps. 115, 15
, kan ook – alleen – de ware kennis geven inzake al wat geschapen is in zijn relatie tot Hem Vgl. Wijsh. 7, 17
.” Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 216