LITURGIE - DE CULTUS VAN DE OPEN HEMEL
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
3 oktober 2012
Maar vergeten wij niet: Christus ontdekken wij, kennen wij als een levende Persoon, in de Kerk. Zij is “Zijn Lichaam”. Deze lichamelijkheid kan begrepen worden vanuit de Bijbelse woorden over de man en de vrouw: de twee zullen één vlees zijn
Vgl. Gen. 2, 24. vv.; 1 Kor 6,16|vv.
Vgl. Ef. 5, 30. vv.; 1 Kor 6,16|vv.
. De onafscheidelijke band tussen Christus en de Kerk door de één makende kracht van de liefde, heft het “gij” en het “ik” niet op, integendeel hij verheft hun diepste eenheid. Zijn identiteit in Christus vinden, betekent een gemeenschap met Hem bereiken die mij niet vernietigt, maar mij tot mijn hoogste waardigheid verheft, die van kind van God in Christus: “De liefdesgeschiedenis van God en mens bestaat erin dat dit gemeenschappelijke willen groeit in het gemeenschappelijk denken en voelen, zodat ons willen en de wil van Gods steeds meer samenvallen.”
Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 17. Bidden betekent zich tot Gods hoogte verheffen, dank zij een noodzakelijk en geleidelijke transformatie van ons wezen.