H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1990
EX CORDE ECCLESIAE Over Katholieke Universiteiten |
|||
► | IDENTITEIT EN OPDRACHT | ||
► | DE DIENENDE TAAK VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT | ||
► | De dialoog met de cultuur |
Naar haar wezen bevordert de universiteit door haar onderzoeksactiviteit de cultuur. Zij helpt om de plaatselijke cultuur via het onderwijs aan de komende generaties door te geven en met de hulp die zij geeft op educatief gebied steunt ze culturele initiatieven. Voor alle menselijke ervaring staat ze open; ze is bereid tot dialoog en wil hoe dan ook elke cultuur bestuderen. De katholieke universiteit neemt deel aan dit proces door de rijke culturele ervaring van de Kerk aan te bieden. In het volle besef dat de menselijke cultuur open staat voor de Openbaring en voor het transcendente is de katholieke universiteit bovendien de eerst aangewezen plaats voor een vruchtbare dialoog tussen Evangelie en cultuur.
Met die dialoog is zij de Kerk van dienst en helpt haar een betere kennis van de verschillende culturen te krijgen; de positieve en negatieve aspecten daarin te onderkennen; hun authentieke menselijke inbreng met open armen te ontvangen en hulpmiddelen te ontwikkelen waardoor het geloof begrijpelijker kan worden gemaakt voor mensen van een bepaalde cultuur. Het is waar dat het Evangelie niet met de cultuur samenvalt, maar eerder alle culturen overstijgt. Maar anderzijds is het ook zo, "dat het Koninkrijk dat door het Evangelie aangekondigd wordt, beleefd wordt door mensen die sterk met een bepaalde cultuur verbonden zijn en dat de opbouw van het Koninkrijk het niet kan stellen zonder elementen van beschaving en van de menselijke culturen. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 20 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 58 "Een geloof dat zich situeert op de grens van wat menselijk is, dus aan de rand van de cultuur, zou een geloof zijn die geen weerspiegeling is van alles dat de volheid van het Woord Gods toont en openbaart; het zou een geamputeerd geloof zijn, ja erger nog, een geloof dat op weg is zichzelf te vernietigen".
De katholieke universiteit moet meer en meer oog krijgen voor de culturen in de wereld van vandaag en ook voor de verschillende culturele tradities binnen de Kerk. Daarmee wordt de duurzame en weldadige dialoog bevorderd tussen het Evangelie en onze moderne samenleving. Bij de criteria die de waarde van een cultuur kenmerken, komen op de eerste plaats de betekenis van de menselijke persoon, zijn vrijheid en waardigheid, zijn verantwoordelijkheidsgevoel en zijn ontvankelijkheid voor het transcendente. Eerbied voor de persoon is verbonden met de verheven waarde van het gezin, het voornaamste bestanddeel van elke menselijke cultuur.
Het zal de opgave zijn van de katholieke universiteiten om de aspiraties en tradities van de moderne cultuur te onderkennen en juist te beoordelen ten einde haar meer geschikt te maken voor een integrale ontwikkeling van mensen en volkeren. In het bijzonder worden de universiteiten aangespoord om door middel van geëigende studies te onderzoeken welke invloed demoderne technologie en met name de sociale communicatiemiddelen hebben op personen, gezinnen, instellingen en op het geheel van de moderne cultuur. Men moet de identiteit van traditionele culturen in bescherming nemen. Dat kan door hen te helpen moderne waarden in zich op te nemen zonder daarbij het goede dat zij geërfd hebben en dat voor de hele mensheid van grote waarde is, op te offeren. Universiteiten in gebieden met een traditionele cultuur zullen zorgvuldig moeten proberen de lokale culturen met de positieve bijdragen van moderne culturen te verzoenen.
Wat de katholieke universiteit bijzonder aangaat is de dialoog tussen het christelijk denken en de moderne wetenschappen. Voor die taak zijn mensen nodig die bijzonder thuis zijn in de verschillende vakgebieden, een adequate theologische vorming hebben genoten, en de epistemologische problemathiek beheersen rond de betrekkingen tussen geloof en rede. Zowel de natuurwetenschappen als de menswetenschappen met hun nieuwe en complexe problemen van filosofische en ethische aard zijn bij deze dialoog betrokken. De christelijke onderzoeker moet laten zien hoe het menselijk verstand verrijkt wordt door de hogere waarheid die uit het Evangelie is afgeleid. "Het verstandelijk begrip neemt niet af, maar wordt juist gestimuleerd en versterkt door die innerlijke bron van diep inzicht, het Woord van God, en door de hiërarchie van waarden die daaruit voortkomt. ... Op een unieke wijze laat ook de katholieke universiteit zien dat de geest zo verheven is dat ze - op gevaar af zichzelf te verliezen - het zich nooit kan veroorloven iets anders te dienen dan het zoeken naar de waarheid".
Naast de culturele dialoog kan de katholieke universiteit nog een andere dialoog aangaan. Met eerbiediging van haar specifieke doelstellingen, gelet ook op de verschillende religieuze en culturele omstandigheden en met inachtneming van de richtlijnen van de bekwame Kerkelijke autoriteiten, kan zij van nut zijn voor de oecumenische dialoog waardoor het zoeken naar eenheid van alle Christenen bevorderd wordt. Zij kan de dialoog tussen de godsdiensten bevorderen door behulpzaam te zijn bij het onderkennen van de geestelijke waarden die in de verschillende godsdiensten aanwezig zijn.