H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1990
EX CORDE ECCLESIAE Over Katholieke Universiteiten |
|||
► | ALGEMENE NORMEN | ||
► | Algemene normen | ||
► | Het pastoraat op de universiteit |
Par. 1. De katholieke universiteit moet zorg dragen voor het pastoraat onder de leden van de universitaire gemeenschap, in het bijzonder voor de geestelijke ontwikkeling van hen die het katholieke geloof belijden. De voorkeur moet uitgaan naar mogelijkheden waardoor menselijke ontwikkeling en vakopleiding verbonden worden met religieuze waarden in het licht van de katholieke leer teneinde intellectuele vorming en de religieuze kant van het leven met elkaar te verenigen.
Par. 2. Er moeten voldoende gekwalificeerde personen - priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen, leken - benoemd worden om het specifieke pastoraat ten behoeve van de universitaire gemeenschap mogelijk te maken. Deze dient te geschieden in samenwerking met het pastoraat van de plaatselijke Kerk, onder leiding of met goedkeuring van de diocesane bisschop. Men zal alle leden van de universitaire gemeenschap aansporen dit pastoraat te ondersteunen en mee te werken aan initiatieven op dit terrein.