H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1990
EX CORDE ECCLESIAE Over Katholieke Universiteiten |
|||
► | ALGEMENE NORMEN | ||
► | Algemene normen | ||
► | Aard van deze algemene normen |
Par. 1. Deze algemene normen berusten op het Wetboek van Canoniek Recht.é? waarvan ze een nadere uitwerking vormen, alsmede op de aanvullende Kerkelijke wetgeving. Onverkort blijft daarbij het recht van de Heilige Stoel om te interventiëren, als dat nodig blijkt. De normen zijn van toepassing op alle katholieke universiteiten en instellingen van hoger onderwijs overal ter wereld.
Par. 2. De algemene normen moeten lokaal en regionaal concreet worden toegepast door de bisschoppenconferenties en door andere vergaderingen van de katholieke hiërarchie, overeenkomstig het Wetboek van Canoniek Recht en de aanvullende Kerkelijke wetgeving. Men houde rekening met de statuten van elke universiteit of instelling, en indien mogelijk en wenselijk ook met het burgerlijk recht. Na beoordeling door de Heilige Stoel Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 455. par. 2 zullen deze plaatselijke of regionale reglementen gelden voor alle katholieke universiteiten en instellingen van hoger onderwijs van het desbetreffend gebied. Uitgezonderd zijn de Kerkelijke universiteiten en faculteiten. Deze instellingen alsmede de Kerkelijke faculteiten verbonden aan een katholieke universiteit vallen onder de normen van de Apostolische Constitutie Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten)
Sapientia Christiana - Toepassingsnormen (29 april 1979).
Par. 3. Een universiteit, opgericht of goedgekeurd door de Heilige Stoel, door een bisschoppenconferentie of een andere vergadering van de katholieke hiërarchie, ofwel door een diocesane bisschop, moet deze algemene normen en de plaatselijke en regionale toepassingen in de bestuursdocumenten opnemen. Ze moet de nu geldende statuten aan de algemene normen en hun toepassingen aanpassen en deze ter goedkeuring voorleggen aan de bevoegde Kerkelijke overheid. Het spreekt vanzelf dat de andere katholieke universiteiten die met instemming van de lokale Kerkelijke overheid niet overeenkomstig één van bovengenoemde modellen georganiseerd zijn, deze algemene normen met hun lokale en regionale toepassingen zullen opnemen in hun bestuursdocumenten en - voor zover mogelijk - hun nu geldende statuten zullen aanpassen aan deze algemene normen en hun toepassingen.