
H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1990
Gezien de nauwe relatie tussen onderzoek en onderwijs is het goed, als bovengenoemde voorwaarden voor het onderzoek in het hele onderwijs doorwerken. Terwijl elk vak op basis van eigen methoden systematisch gegeven wordt, is de interdisciplinariteit die gesteund wordt door de bijdrage van filosofie en theologie, voor de studenten een hulpmiddel om een organische visie op de werkelijkheid te krijgen en hun onophoudelijk verlangen naar intellectuele vooruitgang te versterken. Bij de overdracht van wetenschap moet men ook duidelijk laten zien, hoe de menselijke rede in haar denkproces op steeds grotere vraagstukken stoot en hoe het antwoord dat zij daarbij krijgt, van boven komt via het geloof. Bovendien worden de morele implicaties van elke wetenschap als een vast onderdeel van dat vakgebied bestudeerd. En zo is het hele vormingsproces uiteindelijk gericht op de volledige ontwikkeling van de persoon. Ten slotte zal de katholieke theologie, onderwezen in volkomen trouw aan Schrift, Traditie en Kerkelijk Leergezag een helder inzicht verschaffen in de beginselen van het Evangelie waardoor het menselijk leven nog zinvoller wordt en een nieuwe waardigheid krijgt.
Men moet de studenten door onderzoek en onderwijs zo vormen in de verschillende vakgebieden, dat het echte vakmensen zullen worden op het specifieke terrein waaraan ze hun krachten zullen geven om samenleving en Kerk te dienen. Maar leer ze ook hoe ze voor het forum van de wereld van hun geloof kunnen getuigen.