Paus Benedictus XVI - 4 april 2012
Dierbare broeders en zusters,
Mijn recente apostolische reis in Mexico en Cuba, waarop ik vandaag zou willen terugkomen, heeft bij mij een geweldige indruk nagelaten. Uit mijn hart ontspringt een spontane dankzegging voor de Heer: in zijn Voorzienigheid heeft Hij gewild dat ik voor het eerst hier, als opvolger van Petrus, naar deze beide landen ga, die een blijvende herinnering inhouden aan de reizen van de zalige Johannes-Paulus II. De tweehonderd jaar onafhankelijkheid van Mexico en andere Latijns-Amerikaanse landen, de twintigste verjaardag van het aanknopen van diplomatieke relaties tussen Mexico en de Heilige Stoel, en de ontdekking van het beeld van O.L. Vrouw van de Liefde in El Cobre, in de Republiek Cuba, vierhonderd jaar geleden, waren gelegenheden om deze reis te ondernemen. Hiermee heb ik het hele continent willen omarmen en al zijn inwoners uitnodigen om samen hoopvol te leven en er zich concreet toe te verbinden om stappen te zetten naar een betere toekomst. Mijn dank gaat uit naar de Presidenten van Mexico en Cuba, voor hun welwillend en hoffelijk onthaal, en naar de Overheden van deze landen. Van ganser harte dank ik de aartsbisschoppen van Leon, Santiago de Cuba en van Havana, en de andere geëerde broeders bisschoppen, die me met grote genegenheid hebben onthaald, alsook hun medewerkers en alle personen die zich ingezet hebben bij dit pastoraal bezoek. Deze onvergetelijke dagen vol vreugde en hoop blijven diep in mijn hart geprent.
Het tweede deel van mijn reis ging door in de hoofdstad Havana. Vooral de jongeren waren de belangrijkste voorstanders van een uitbundig onthaal op het traject naar de nuntiatuur. Daar had ik een onderhoud met de plaatselijke bisschoppen over de uitdagingen voor de Kerk in Cuba, die er zich van bewust is dat het volk haar met een toenemend vertrouwen bekijkt. ‘s Anderendaags heb ik de Paus Benedictus XVI - Homilie
De waarheid over de mens veronderstelt vrijheid
Plaza de la Revolución - Havana (Cuba)
(28 maart 2012), met heel veel volk. Ik heb herhaald dat Cuba en de wereld veranderingen nodig hebben. Maar die zullen zich pas verwezenlijken als iedereen zich openstelt voor de integrale waarheid van de mens. Wil men de vrijheid bereiken dan kan men om deze voorwaarde niet heen. Ook moet iedereen bereid zijn om in zijn omgeving verzoening en broederlijkheid te zaaien en daarbij zijn leven op Christus op te bouwen: Hij alleen kan de duisternis van de dwaling verjagen en ons helpen om het kwaad en alles wat ons onderdrukt te overwinnen. Opnieuw heb ik ook willen bevestigen dat de Kerk geen voorrechten vraagt, maar wel de mogelijkheid om ook in het openbaar haar geloof uit te dragen en te vieren, door de boodschap van hoop en vrede vanuit het evangelie te brengen in alle geledingen van de samenleving. De stappen die de Cubaanse autoriteiten tot hiertoe in die richting gezet hebben, heb ik op prijs gesteld. Tevens heb ik de noodzakelijkheid onderstreept om de weg van de godsdienstvrijheid verder te bewandelen.
Beste vrienden, morgen zullen we in de mis van het Avondmaal (Coena Domini) het Triduum van Pasen binnengaan: het hoogtepunt van het liturgisch jaar. Dan vieren we het centrale geloofsmysterie: de passie, de dood en verrijzenis van Christus. In het Johannesevangelie heet dit hoogtepunt van Jezus’ zending zijn ‘uur’ en het begint met het laatste Avondmaal. De evangelist leidt het zo in: ‘Het paasfeest was ophanden. Jezus wist dat zijn uur gekomen was: nu zou Hij de wereld verlaten om naar de Vader te gaan. Hij hield al van hen die Hem in de wereld toebehoorden, maar nu zou Hij hun zijn liefde betonen tot het uiterste’ (Joh. 13, 1). Heel het leven van Jezus is gericht op dit uur en wordt gekenmerkt door twee aspecten die elkaar in het licht stellen: het uur van de overgang (metabasis) en het uur van de liefde (agapè) tot het einde. Inderdaad de goddelijke liefde, de Geest waarvan Jezus vervuld is, doet Jezus ‘gaan door’ de afgrond van het kwaad en van de dood, om Hem te laten komen in de nieuwe ‘ruimte’ van de verrijzenis. Het is de liefde die deze transformatie bewerkt, zodat Jezus de grenzen van het mens-zijn overstijgt, waarin de mens gekenmerkt is door zonde. Jezus overschrijdt de begrenzing, die mensen gevangen houdt en afgescheiden van God en van het eeuwig leven.
Bij de viering van de liturgie van het Triduum van Pasen, worden we uitgenodigd om deze transformatie te beleven die werkelijk wordt door de ‘agapè’. Jezus heeft elkeen van ons bemind tot het einde, dit wil zeggen door zijn totale overgave op het kruis, toen Hij riep ‘Het is volbracht’ (Joh. 19, 30). Laten we ons aanspreken door deze liefde, laten we ons omvormen, zodat de verrijzenis werkelijk in ons leven tot stand komt. Ik nodig jullie allen een heilig Paasfeest toe! Dank u.