• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

HET LEVEN, STERKER DAN DE DOOD
Tijdens de Paaswake 2012 - Sint Pietersbasiliek

Tijdens deze Paaswake heeft de Paus het Doopsel en Vormsel toegediend en de Eerste Communie gegeven aan acht jongvolwassenen, 5 vrouwen en 3 mannen.

Broeders en zusters !

Pasen is het feest van de nieuwe schepping. Jezus is opgestaan en sterft niet meer. Hij heeft de deur geopend naar een nieuw leven dat geen ziekte en dood meer kent. Hij heeft de mens meegenomen in God zelf. “Het vlees en bloed kunnen het Rijk Gods niet erven” schreef Paulus in de Eerste Brief aan de Korinthiërs (1 Kor. 15, 50). In de IIIe eeuw durfde kerkelijk auteur Tertullianus, in verband met de verrijzenis van Christus en onszelf, schrijven: “Heb vertrouwen, vlees en bloed, dankzij Christus hebt ge een plaats veroverd in de hemel en in het Rijk Gods”. Tertullianus, De resurrectione mortuorum. CCL II 994 Een nieuwe dimensie is opengegaan voor de mens. De schepping is groter en uitgestrekter geworden. Pasen is de dag van een nieuwe schepping, Pasen is de reden waarom de liturgie van vandaag begint met de oude schepping opdat we de nieuwe schepping goed zouden begrijpen. Daarom wordt bij het begin van de liturgie van de Paaswake het scheppingsverhaal gelezen. In verband daarmee zijn twee dingen zeer belangrijk in de context van de liturgie van vandaag. Ten eerste wordt de schepping voorgesteld als een geheel waarvan het fenomeen ‘tijd’ deel uitmaakt. De zeven dagen zijn een beeld van een totaliteit die zich afspeelt in de tijd. Ze zijn zo geschikt met het oog op de zevende dag, de dag waarop alle schepselen vrij zijn voor God en voor elkaar. De schepping is dus gericht op de communio tussen God en het schepsel; zij bestaat opdat er ruimte zou zijn voor een antwoord op de glorie van God, een ontmoeting van liefde en vrijheid. Ten tweede beluistert de kerk tijdens het scheppingsverhaal van de Paaswake vooral de eerste zin : “God zegt : ‘Er zij licht!’” (Gen. 1, 3) Het verhaal van de schepping begint op symbolische wijze door de schepping van het licht. De zon en de maan zullen slechts op de vierde dag geschapen worden. Het verhaal van de schepping noemt hen bronnen van licht die God aan het firmament van de hemel heeft geplaatst. Zo ontneemt hij hen bewust het goddelijk karakter dat de grote religies hen hadden toegekend. In niets zijn ze goddelijk. Het zijn lichtende lichamen, geschapen door de ene God. Zij worden daarentegen voorafgegaan door het licht dat de glorie van God weerspiegelt in de natuur van het wezen dat geschapen wordt.

Hoe het scheppingsverhaal te begrijpen in dat perspectief? Het licht maakt het leven mogelijk. Het maakt de ontmoeting mogelijk. Het maakt de communicatie mogelijk. Omdat het de kennis mogelijk maakt, geeft het toegang tot de werkelijkheid, het maakt vrijheid en vooruitgang mogelijk. Het kwade verstopt zich. Bijgevolg is het licht ook een uitdrukking van het goede dat helderheid is en helderheid schept. Het is tijdens de dag dat wij kunnen werken. Het feit dat God het licht heeft geschapen betekent dat God de wereld geschapen heeft als een oord van kennis en waarheid, een plaats van ontmoeting en vrijheid, een plaats van liefde en het goede. De grondstof van de wereld is goed, het wezen zelf is goed. En het kwade komt niet voort uit het wezen dat door God geschapen is, maar bestaat uit kracht van de weigering. Het is het “neen”.
Met Pasen, op de eerste dag van de week heeft God opnieuw gezegd: “Er moet licht komen!” Dit werd voorafgegaan door de nacht op de Olijfberg, de zonsverduistering van de passie en de dood van Jezus en de nacht van het graf. Desondanks is het opnieuw de eerste dag – de schepping begint helemaal opnieuw. “Er moet licht komen!”, zegt God, “en het licht kwam”. Jezus staat op uit het graf. Het leven is sterker dan de dood. Het goede is sterker dan het kwaad. De waarheid is sterker dan de leugen. De duisternis van de voorbije dagen is verdwenen op het moment dat Jezus opstond uit het graf en hijzelf zuiver goddelijk licht werd. Maar dit gebeuren heeft niet alleen betrekking op Hem en op de duisternis van deze dagen. Met de opstanding van Jezus wordt het licht zelf op een nieuwe manier geschapen. Hij neemt ons allen met zich mee in het nieuwe leven van de verrijzenis en overwint elke vorm van duisternis. Hij is de nieuwe dag van God, die voor ons allen geldt.

Maar hoe kan dit gebeuren? Hoe kan dit tot bij ons komen zodanig dat het niet bij woorden blijft, maar een werkelijkheid wordt waarin wij betrokken zijn? Door het sacrament van het Doopsel en het Vormsel heeft de Heer een brug naar ons toe gebouwd, waarover die nieuwe dag tot bij ons kan komen. Tijdens het Doopsel zegt de Heer tot diegene die het ontvangt: Fiat lux – er moet licht komen. De nieuwe dag, de dag van het onverwoestbaar leven komt ook tot bij ons. Christus neemt je bij de hand. Vanaf nu zul je door hem gedragen worden om zo in het licht, in het ware leven te komen. Daarom noemde de primitieve Kerk het Doopsel “photismos” – verlichting.

Waarom? De echte bedreigende duisternis voor de mens is het feit dat hij, in waarheid, in staat is om materiële, tastbare zaken te zien en te zoeken, maar dat hij niet in staat is in te zien waar de wereld naar toe gaat en waar hij vandaan komt. Waartoe leidt ons eigen leven? Wat is het goede en wat is het kwade? Onduidelijkheid over God en over onze waarden is de echte bedreiging voor ons bestaan en voor de wereld in het algemeen, het verschil tussen goed en kwaad blijft duister, terwijl alle andere illuminaties, die ons een ongelofelijke macht bezorgen, niet alleen vooruitgang betekenen maar tegelijkertijd een bedreiging vormen voor ons en voor de wereld. Heden ten dage kunnen wij onze steden zo schitterend verlichten dat de sterren aan de hemel niet meer zichtbaar zijn. Geeft dat geen goed beeld van onze ‘verlicht zijn’ problematiek? Op materieel vlak kennen en kunnen wij ongelofelijk veel, maar van wat ons overstijgt, God en het goede, dat kunnen wij niet meer plaatsen. Daarom is het geloof dat ons het licht van God toont, de echte verlichting; het maakt een binnendringen van het Goddelijk Licht in onze wereld mogelijk, het opent onze ogen voor het ware licht.

Beste vrienden, nog één gedachte over het licht en de verlichting of illuminatie zou ik hieraan willen toevoegen. Tijdens de Paaswake, de nacht van de nieuwe schepping, stelt de Kerk het mysterie van het licht voor aan de hand van een zeer bijzonder en nederig symbool: de paaskaars. Het is een licht dat leeft dankzij het offer. De kaars verlicht terwijl ze zichzelf verteert. Zichzelf gevend, geeft ze licht. Op een wonderlijke manier stelt ze op die wijze het paasmysterie van Christus voor, die zichzelf gevend, het grote licht wordt.

Daarbij kunnen we ook nadenken over het feit dat het licht van de kaars vuur is. Het vuur is een kracht die de wereld vorm geeft, een kracht die herschept. En het vuur geeft warmte. Ook daar wordt het mysterie van Christus weer zichtbaar. De Christus, het licht dat vuur is, is de vlam die het kwade verbrandt en zodoende de wereld en onszelf omvormt. “Wie dicht bij mij staat, is dicht bij het vuur”, is een woord van Jezus, ons overgeleverd door Origines. En dit vuur is tezelfdertijd warmte, geen koud licht, maar een licht waarin de warmte en de goedheid van God samenkomen.

De grote hymne van het Exultet, die de diaken zingt bij het begin van de paasliturgie brengt op een zeer discrete wijze een ander aspect onder de aandacht. Hij herinnert ons eraan dat de grondstof, de bijenwas, op de eerste plaats te danken is aan het werk van de bijen. En zo wordt de hele schepping erbij betrokken. Met de was wordt de schepping draagster van het licht. Maar volgens het gedachtegoed van de Woestijnvaders, is er ook een impliciete verwijzing naar de Kerk. De samenwerking van de levende gemeenschap van de gelovigen in de Kerk, is bijna gelijk aan het werk van de bijen. Zij bouwt aan de gemeenschap van het licht. Op deze wijze kunnen we in de bijenwas een oproep zien, aan ons gericht en aan onze communio binnen de communauteit van de Kerk, opdat, via haar, het licht van de Christus de wereld zou verlichten.

Laat ons nu tot de Heer bidden om ons de vreugde van licht te laten ervaren en vragen we Hem dat wijzelf dragers van zijn licht mogen worden opdat doorheen de Kerk de schittering van het gelaat van de Christus in de wereld moge komen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1

Amen.

Document

Naam: HET LEVEN, STERKER DAN DE DOOD
Tijdens de Paaswake 2012 - Sint Pietersbasiliek
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 7 april 2012
Copyrights: © 2012, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Jacqueline Geerts; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 6 oktober 2022

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test