Paus Benedictus XVI - 18 oktober 2011
De bron van een goddelijke roeping is te allen tijde het initiatief van de oneindige liefde van God, die zich ten volle openbaart in Jezus Christus. Zoals ik in mijn eerste encycliek Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005) heb geschreven,
“bestaat er inderdaad een veelvoudige zichtbaarheid van God. In de liefdesgeschiedenis die de Bijbel ons verhaalt, komt Hij ons tegemoet, wil Hij ons voor zich winnen - tot en met het laatste Avondmaal, tot en met zijn aan het kruis doorboorde hart, tot en met de verschijningen van de Verrezene en zijn grootse daden, waarmee Hij de Kerk in wording op haar weg geleid heeft doorheen het werken van de apostelen. En in de verdere geschiedenis van de Kerk is de Heer niet afwezig gebleven: steeds opnieuw komt Hij ons tegemoet - door mensen in wie Hij straalt; door zijn Woord, in de Sacramenten, in het bijzonder in de Eucharistie.” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 17