Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
THEOLOGIE VANDAAG: PERSPECTIEVEN, PRINCIPES EN CRITERIA | |||
► | In de gemeenschap van de Kerk verblijven | ||
► | De studie van de Schrift als ziel van de theologie |
De ‘studie van de sacra pagina’ moet ‘hart en ziel van de heilige theologie’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 24 zijn. Dat is de kernboodschap met betrekking tot theologie van het Tweede Vaticaans Concilie. Paus Benedictus XVI herhaalt: ‘Waar de theologie in wezen geen interpretatie van de Schrift in de Kerk is, heeft deze theologie geen fundament’. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 35 Zie nr. 31 Theologie als geheel moet zich conformeren aan de Schriften, en de Schriften moeten alle theologische arbeid ondersteunen en begeleiden, want theologie houdt zich bezig met ‘de waarheid van het Evangelie’ (Gal. 2,5), en kan die waarheid alleen kennen als zij het normatieve getuigenis daarvan in de canon van de heilige Schrift onderzoekt Vgl. Concilie van Trente, 4e Zitting - Decreet over de Heilige Geschriften en de overleveringen van de apostelen, Sessio IV - Recipiuntur Libris Sacris et de traditionibus recipiendis (8 apr 1546), en als zij, door dat te doen, de menselijke woorden van de Bijbel in verband brengt met het levende Woord van God. ‘Katholieke exegeten moeten nooit vergeten dat wat zij interpreteren het Woord van God is... Zij bereiken het eigenlijke doel van hun werk alleen als zij de betekenis van de Bijbeltekst hebben uitgelegd als Gods Woord voor deze tijd’. Pauselijke Bijbelcommissie, Interpretatie van de Bijbel in de Kerk (15 apr 1993), 87-89 Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 33
2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) ziet als taak voor de exegese, dat deze zekerheid geeft over ‘wat God ons heeft willen bekendmaken’. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12 Om de bedoeling van de Bijbelteksten te begrijpen en te verklaren Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12, moet zij gebruik maken van alle passende filologische, historische en literaire methoden, om zo de heilige Schrift te verhelderen en te verstaan in zijn eigen context en ontstaanstijd. Op die manier wordt methodisch recht gedaan aan de historiciteit van de openbaring. 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) maakt in het bijzonder melding van de noodzaak om aandacht te schenken aan literaire genres: ‘Want de waarheid wordt op uiteenlopende manier voorgesteld en uitgedrukt in teksten die op een verschillende wijze historisch, profetisch, dichterlijk of van een ander genre zijn.’ Na het Concilie zijn nog andere methoden ontwikkeld, waarmee nieuwe aspecten van de betekenis van de Schrift aan het licht kunnen worden gebracht. Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Interpretatie van de Bijbel in de Kerk (15 apr 1993), 10-45 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) wijst er echter op dat, ‘om de juiste zin van de gewijde teksten te achterhalen’ en een echt ‘theologische’ interpretatie van de Schrift te realiseren, er ook ‘drie fundamentele criteria’ moeten worden aangehouden Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 34: de eenheid van de Schrift, het getuigenis van de traditie, en de analogie van het geloof. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. ‘Maar omdat de heilige Schrift ook in dezelfde Geest moet worden gelezen en verklaard waarin zij is geschreven, moet men, om de juiste zin van de gewijde teksten te achterhalen, met niet minder ijver letten op de inhoud en de eenheid van de gehele Schrift, rekening houdend met de levende overlevering van heel de Kerk en met de analogie van het geloof’ Het Concilie vermeldt de eenheid van de Schrift, omdat de Bijbel alleen in een pluriform geheel van de volledige heilswaarheid getuigenis aflegt. Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 39 De exegese heeft methoden ontwikkeld om de canon van de Schrift als geheel te benutten als een hermeneutisch referentiepunt voor de verklaring van de Schrift. Daarmee kan aan de plaatsing en de inhoud van de verschillende boeken en perikopen betekenis worden toegekend. Globaal gesproken moet de exegese, zo leert het Concilie, ernaar streven, de Bijbelteksten te lezen en te interpreteren tegen de achtergrond van het geloof en het leven van het volk van God, dat door de eeuwen heen ondersteund wordt door de Heilige Geest. Dat is de context waarin exegese zoekt naar de letterlijke betekenis en zich openstelt voor de spirituele of vollere betekenis (sensus plenior) van de Schrift. Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Interpretatie van de Bijbel in de Kerk (15 apr 1993), 58-66 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 115-118 De theologie van de middeleeuwen sprak van de vier betekenissen van de Schrift: Littera gesta docet, quid credas allegoria, moralis quid agas, quo tendas anagogia. ‘Alleen daar waar met de twee methodologische niveaus – het historisch-kritische en het theologische – rekening wordt gehouden, kan men spreken van een theologische exegese – een exegese die past bij het Boek’. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 34
Als 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) zegt dat de studie van de heilige Schrift de ‘ziel’ is van de theologie, dan bedoelt zij alle theologische disciplines. Gefundeerd zijn in het geopenbaarde Woord van God, zoals Schrift en traditie daarvan getuigenis afleggen, is wezenlijk voor theologie. Haar primaire taak is Gods waarheid als heilswaarheid te interpreteren. Aangespoord door het Tweede Vaticaans Concilie tracht de katholieke theologie met haar werk het Woord van God en daarmee het Schriftgetuigenis van dienst te zijn. H. Bonaventura, Breviloquium. Proloog, voor de centrale plaats die de Schrift inneemt in de theologie St.-Bonaventura Dat brengt mee dat in theologische uiteenzettingen 'de Bijbelse themata allereerst naar voren komen’, voor al het andere. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de priesteropleiding, Optatam Totius Ecclesiae (28 okt 1965), 16 Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. Ia, q.36, a.2, ad.1: ‘de Deo dicere non debemus quod in sacra Scriptura non invenitur vel per verba, vel per sensum’. Deze benadering komt weer dicht bij die van de kerkvaders, die ‘op de eerste plaats en in wezen “commentatoren van de heilige Schrift” waren’ Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 37, en maakt oecumenische samenwerking mogelijk: ‘Het gemeenschappelijk luisteren naar de Schriften zet aan tot een dialoog van liefde en doet de dialoog van de waarheid groeien’. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 46