• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Door de geloofsdaad, als antwoord op het Woord van God, verruimt zich de horizon voor de rede van de gelovige. De Heilige Paulus schrijft: ‘Dezelfde God die gezegd heeft: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen’, heeft zijn licht laten schijnen in ons hart om de kennis te laten stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Jezus Christus’ (2 Kor 4,6). In dit licht beschouwt het geloof heel de wereld op nieuwe wijze, op meer werkelijke en ware wijze, omdat het door de kracht van de Heilige Geest deelt in Gods eigen perspectief. Dat is de reden waarom de heilige Augustinus alle waarheidszoekers oproept tot ‘geloof om te kunnen verstaan’ (crede ut intelligas)’. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. XXIX, 6 (CSSL 36, 287) Vgl. H. Augustinus, Preken, Sermones. 43, 7 (CSSL 41, 511) ‘Wij hebben … de Geest die van God komt ontvangen’, zegt Sint Paulus, ‘zo weten wij alles wat God ons in zijn genade gegeven heeft’ (1 Kor 2,12). Het is zelfs zo, dat wij door deze genadegave tot begrip van God zelf kunnen komen, omdat ‘de Geest alles doorgrondt, zelfs de diepste geheimen van God’. Als de heilige Paulus zegt dat wij ‘de gezindheid van Christus hebben’ (1 Kor 2,16), dan bedoelt hij dat wij door Gods genade zelfs op een of andere wijze deelhebben aan Christus’ eigen kennis van zijn Vader, en daardoor aan Gods eigen zelfkennis.

Gelovige mensen zijn, door te geloven, in bezit gekomen van ‘de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus’ (Ef. 3,8), en proberen steeds vollediger te begrijpen wat zij geloven, ze overwegen het in hun hart. Vgl. Lc 2,19 Geleid door de Geest, en met behulp van alle instrumenten van hun verstand, proberen zij zich de voor het verstand toegankelijke inhoud van Gods Woord eigen te maken, zodat het hun geloof kan verlichten en voeden. Zij smeken God, hun ‘alle wijsheid en geestelijk inzicht te schenken, zodat zij zijn wil volledig verstaan’ (Kol 1,9). Zo gaat het geloofsverstaan (intellectus fidei) in zijn werk. De Heilige Augustinus legt uit, dat het zich ontwikkelt uit de eigen dynamiek van het geloof: ‘Iemand die nu dan begrijpt op grond van een ware redenering wat hij tevoren alleen maar geloofde, verdient natuurlijk de voorkeur boven iemand die nog in het stadium is dat hij verlangt te begrijpen wat hij gelooft; maar als we dat verlangen niet hebben, en als we denken dat we alleen mogen geloven wat we kunnen begrijpen, dan zien we niet waar het geloof op uit is’. H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 120 (Corpus Scriptorum Ecclesiasticorum Latinorum (CSEL) 34, 2,704): ‘Porro autem qui vera ratione jam quod tantummodo credebat intelligit, profecto praepondendus est ei qui cupit adhuc intelligere quod credit; si autem non cupit et ea quae intelligendae sunt credenda tantummodo existimat, cui rei fides prorsus ignorat’. De inspanning om het geloof te begrijpen draagt uit zichzelf bij aan de voeding van het geloof, en aan de uitgroei ervan. ‘Geloof en rede zijn als twee vleugels waarmee de menselijke geest zich verheft om de waarheid te beschouwen’. De intellectus fidei legt in feite de weg af die loopt van geloven, dat de bron en het permanente principe ervan is, naar het zien in heerlijkheid (de visio beatifica) Vgl. 1 Joh 3,2 , waarvan de intellectus fidei een anticipatie is.

De intellectus fidei neemt uiteenlopende vormen aan in het leven van de Kerk en in de geloofsgemeenschap, al naar gelang de verschillende gaven van de gelovigen (lectio divina, meditatie, preek, theologie als wetenschap etc.). Het wordt theologie in de strikte zin van het woord, wanneer de gelovige de inhoud van het christelijke mysterie op rationele en wetenschappelijke wijze gaat presenteren. Theologie is daarom scientia Dei in die zin, dat het een rationeel deelnemen is in de kennis die God bezit van zichzelf en van al het bestaande.

Criterium van katholieke theologie is dat zij, juist omdat zij geloofswetenschap, ‘geloof dat inzicht zoekt (fides quaerens intellectum)’ is , een rationele dimensie heeft. Theologie probeert te begrijpen wat de Kerk gelooft, waarom zij gelooft, en wat er te weten valt sub specie Dei. Als scientia Dei streeft theologie ernaar op rationele en systematische wijze Gods verlossende waarheid te begrijpen.

Document

Naam: THEOLOGIE VANDAAG: PERSPECTIEVEN, PRINCIPES EN CRITERIA
Soort: Internationale Theologische Commissie
Auteur: Internationale Theologische Commissie
Datum: 29 november 2011
Copyrights: © 2012, Libreria Editrice Vaticana / Collationes. Tijdschrift voor Theologie en Pastoraal 42 (2002,2) 177-222
Vert.: Maria ter Steeg
Bewerkt: 22 oktober 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test