Aartsbisschop Timothy Dolan (New York), Kardinaal-elect - 17 februari 2012
Heilige Vader,
Kardinaal Sodano,
mijn broeders in Christus:
Sia lodato Gesu Cristo!
Het is zo oud als de laatste opdracht van Jezus: “Ga, maak alle volkeren tot leerling!”, maar toch zo vers als het Woord van God dat werd verkondigd tijdens onze eigen Mis vanmorgen…
Ik spreek van de heilige taak van de evangelisatie. Het is “altijd oud, altijd nieuw”. Het hoe, het wanneer, het waar ervan mag veranderen, maar de opdracht blijft hetzelfde, net als de boodschap en de inspiratie: “Jezus Christus, dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid”.
We komen bijeen in de caput mundi, gekerstend door Petrus en Paulus zelf, in de stad van waaruit de opvolgers van de heilige Petrus verkondigers ‘uitstuurden’ om de verlossende Persoon, boodschap en uitnodiging die de kern van het evangelie is voor te stellen: door Europa, naar de ‘nieuwe wereld’ in het tijdperk van de ontdekkingsreizen, in recente eeuwen naar Afrika en Azië.
We komen bijeen vlakbij de basiliek waar de evangelische ijver van de Kerk werd uitgewerkt tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, en vlakbij het graf van de Zalige Paus die de Nieuwe Evangelisatie een begrip maakte.
We komen bijeen in dankbaarheid voor het broederlijk gezelschap van een herder die de uitdaging van de nieuwe evangelisatie een bijna dagelijkse boodschap maakte.
Ja, we komen bijeen als missionarissen, als verkondigers.
Wij verwelkomen de leer van het Tweede Vaticaans Concilie, vooral zoals die gevonden wordt in 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964), 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) en 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965), die het begrip van de Kerk van haar evangelische taak verfijnt en de hele Kerk als missionair definieert; dat alle christenen, vanwege hun doop, vormsel en de Eucharistie, verkondigers zijn.
Zeker, het Concilie bevestigde, vooral in 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965), dat er uitdrukkelijke missionarissen zijn die naar landen en volkeren worden gestuurd die nog nooit de Naam hebben gehoord waardoor allen verlost worden, maar ook dat geen enkele christen is vrijgesteld van de taak om te getuigen van Christus en Zijn uitnodiging met anderen te delen in zijn eigen dagelijks leven.
Zo wordt de missie een centraal punt in het leven van elke plaatselijke kerk, voor iedere gelovige. De context van de missie verschoof niet alleen geografisch gesproken, maar ook op theologische wijze, omdat missie niet alleen toepasbaar is op ongelovigen maar ook op gelovigen, en een aantal weldenkende mensen begon zich af te vragen of zo’n voorzienige uitbreiding van het concept evangelisatie niet onbedoeld de nadruk op de missie ad gentes verwaterde.
De Zalige Johannes Paulus II ontwikkelde dit nieuwe begrip en sprak over de evangelisatie van culturen, omdat de relatie tussen geloof en cultuur de relatie tussen Kerk en staat, overheersend vóór het Concilie, verving, en sloot in deze taak de herevangelisatie van culturen die ooit de motoren achter de waarden van het evangelie geweest waren, in. De nieuwe evangelisatie werd de uitdaging om de uitnodiging van Jezus tot bekering van het hart niet alleen ad extra, maar ad intra toe te passen, op gelovigen en culturen waar het zout van het Evangelie haar scherpte had verloren. De missie gaat dus niet alleen naar Nieuw-Guinea, maar ook naar New York.
In H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990) nummer H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990), wijdde hij hier op uit en benoemde de primaire evangelisatie – de verkondiging van Jezus aan landen en volkeren die niet wisten van Zijn verlossende boodschap – de nieuwe evangelisatie – het aanwakkeren van het geloof in personen en culturen waar het mat geworden was – en de pastorale zorg voor zij die dagelijks als gelovigen leefden.
Uiteraard erkennen we dat er geen tegenspraak kan zijn tussen de missio ad gentes en de nieuwe evangelisatie. Het is geen kwestie van ‘of-of’ maar van ‘zowel-als’. De nieuwe evangelisatie genereert enthousiaste missionarissen; degenen in het apostolaat van de missio ad gentes moeten steeds opnieuw worden geëvangeliseerd.
Zelfs in het Nieuwe Testament, sprekend tot de generatie die de missio ad gentes van de Meester bij Zijn hemelvaart nog in hun oren hadden klinken, moest Paulus hen eraan herinneren om de gave van het geloof dat hen gegeven was “aan te wakkeren”, zeker een vroeg voorbeeld van de nieuwe evangelisatie.
En, nog maar kortgeleden, tijdens de inspirerende Synode over Afrika, hoorden we onze broeders uit de landen die schitteren met de vruchten van de missio ad gentes vertellen dat de tweede en derde generaties na de eerste missionaire ijver nu al de nieuwe evangelisatie nodig hebben.
De veelgeprezen Amerikaanse missionaris en TV-evangelist Aartsbisschop Fulton J. Sheen, zei: “Het eerste woord van de Heer tot de leerlingen was ‘kom!’ Zijn laatste woord was ‘ga!’ Je kan niet ’gaan’ tenzij je eerst naar Hem bent ‘gekomen’”.
Een grote uitdaging voor zowel de missio ad gentes als de nieuwe evangelisatie van vandaag is wat we secularisme noemen. Luister naar hoe onze paus het omschrijft:
“Secularisatie, dat zich in culturen presenteert door een wereld en mensbeeld op te dringen zonder verwijzing naar het transcendente, dringt binnen in elk aspect van het dagelijks leven en ontwikkelt een mentaliteit waarin God effectief afwezig is, geheel of gedeeltelijk, uit het menselijk leven en bewustzijn. Deze secularisatie is niet alleen een uitwendige bedreiging voor gelovigen, maar het is al enige tijd zichtbaar in het hart van de Kerk zelf. Het verstoort op ernstige wijze het christelijk geloof van binnenuit, en als gevolg de levensstijl en het dagelijks gedrag van gelovigen. Zij leven in de wereld en zijn vaak getekend, zo niet geconditioneerd, door de culturele beeldtaal die tegenstrijdige en dwingende voorbeelden aangaande de praktische ontkenning van God opdringt: er is niet langer enige noodzaak voor God, om aan hem te denken of naar hem terug te keren. De overheersende hedonistische en consumerende houding voedt in de gelovigen en in de pastores een neiging naar oppervlakkigheid en zelfzuchtigheid die schadelijk is voor het kerkelijk leven.” Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de deelnemers aan de plenaire vergadering van de Pauselijke Raad voor de Cultuur (8 mrt 2008), 2
Deze secularisatie heeft een creatieve evangelisatiestrategie nodig als antwoord, en ik wil zeven aspecten van deze strategie bespreken.
Eigenlijk, door mij te vragen om over dit onderwerp, “De Verkondiging van het Evangelie vandaag, tussen Missio ad gentes en de Nieuwe Evangelisatie”, te spreken, vroeg mijn nieuwe broeder-kardinaal, Zijne Eminentie de Staatssecretaris, het in de context van het secularisme te plaatsen, zinspelend dat mijn thuisaartsbisdom van New York de ‘hoofdstad van de seculiere cultuur’ zou kunnen zijn.
Ik vertrouw erop dat mijn vriend en nieuwe broeder-kardinaal, Edwin O’Brien – die in New York opgroeide – het me mij eens zal zijn dat New York – zonder het dramatische bewijs van grafisch secularisme te ontkennen - ook een heel religieuze stad is.
Hier vindt men, zelfs onder groepen die gewoonlijk als materialistisch beschouwd worden - de media, de entertainmentwereld, de zakenwereld, de politiek, artiesten, schrijvers – een onmiskenbare openheid naar het goddelijke!
De kardinalen die Jezus en Zijn Wereldkerk dienen in de Romeinse Curie zullen zich wellicht de Paus Benedictus XVI - Toespraak
Uitwisseling van de Kerstgroeten met leden van de Romeinse Curie en andere bestuurders
Kerstmis 2009
(21 december 2009), toen hij deze aangeboren openheid naar het goddelijke vierde, die zichtbaar is in zelfs diegenen die over hun secularisme opscheppen:
“Ik beschouw vooral als belangrijk het feit dat, vanuit ons gelovig zijn, de personen die zichzelf als agnostici of atheïstisch beschouwen ons nauw aan het hart moeten liggen. Deze personen zijn mogelijk bang en opgeschrikt wanneer we spreken over een nieuwe evangelisatie. Ze willen zichzelf niet zien als zijnde het object van een missie, en ze willen ook niet verzaken aan hun vrijheid van mening en wil. Maar de vraag van God blijft nochtans aanwezig eveneens voor hen, zelfs als die personen niet kunnen geloven aan het concrete karakter van Gods aandacht voor hen.
{...}
Als eerste stap van evangelisatie, moeten we zoeken om die zoektocht naar God levendig te houden; we moeten ons bekommeren opdat de mens de vraag van God als essentiële bestaansvraag niet opzij zou schuiven. We moeten bekommerd zijn opdat de mens die vraag alsook de nostalgie die in die vraag verborgen ligt zou accepteren.
{...}
Ik denk dat de Kerk nu ook een soort “voorhof der heidenen” zou moeten openen, waar de mensen op een zekere manier zich aan God kunnen vasthechten, zonder Hem te kennen en alvorens ze de toegang hebben gevonden tot het mysterie, waaraan het interne leven van de Kerk ten dienste staat.” Paus Benedictus XVI, Toespraak, Kerstmis 2009, Uitwisseling van de Kerstgroeten met leden van de Romeinse Curie en andere bestuurders (21 dec 2009), 10
Dit is mijn eerste punt: wij geloven met de filosofen en dichters uit het verleden, die nooit het voordeel van de openbaring hebben gehad, dat zelfs een persoon die opschept dat hij seculier is en religie afwijst, van binnen een onmiskenbare interesse naar het onbekende heeft, en herkent dat de mensheid en de schepping een vervelend raadsel is zonder het concept van een soort schepper.
Een film die op het moment thuis populair is is The Way, met een populaire acteur, Martin Sheen, in de hoofdrol. Misschien heeft u hem gezien. Hij speelt een rouwende vader wiens vervreemde zoon sterft terwijl hij de Camino di Santiago de Compostella in Spanje loopt. De vader besluit in zijn verdriet de pelgrimstocht af te maken in de plaats van zijn zoon. Hij is het icoon van een seculiere man: zelfvoldaan, afwijzend tegenover God en religie, noemt zichzelf een ‘voormalige katholiek’, cynisch over het geloof… maar toch niet in staat van binnen de ononderdrukbare interesse in het transcendente, een dorst naar iets – nee, Iets - meer, die onderweg groeit, te ontkennen.
Ja, om het verslag van de apostelen aan Jezus uit het Evangelie van afgelopen zondag te lenen: “Iedereen zoekt u!”
Dat doen ze nog steeds…
…en, mijn tweede punt, dit feit geeft ons immens veel vertrouwen en moed in de heilige taak van missie en nieuwe evangelisatie.
Het wordt gezegd dat “Vrees niet” de vaakst herhaalde aansporing in de Bijbel is.
Na het Concilie was het goede nieuws dat het triomfalisme in de Kerk dood was.
Het slechte nieuws was dat dat ook voor het vertrouwen gold!
We zijn overtuigd, zeker en dapper in de nieuwe evangelisatie vanwege de kracht van de Persoon – die ook de tweede Persoon van de Allerheiligste Drieëenheid is – die ons op missie stuurt, vanwege de waarheid van de boodschap, en vanwege die diepste openheid van zelfs de meeste geseculariseerde mensen naar het goddelijke.
Vol vertrouwen, ja!
Triomfantelijk, nooit!
Wat ons weerhoudt van de branie en de arrogantie van het triomfalisme is een herkenning van wat Paus Paulus VI leerde in H. Paus Paulus VI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Nuntiandi
Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld
(8 december 1975): de Kerk zelf heeft evangelisatie nodig!
Dit schenkt ons nederigheid als we belijden dat Nemo dat quod not habet, dat de Kerk een diepgaande nood heeft aan de interne bekering dat in het hart ligt van de roep tot evangelisatie.
Een derde noodzakelijk ingrediënt in het recept van een effectieve missie is dat God de dorst van het menselijk hart niet lest met een voorstel, maar met een Persoon wiens naam Jezus is.
De uitnodiging die inherent is aan de missio ad gentes en de nieuwe evangelisatie is geen uitnodiging tot een leerstelling, maar om niet een iets, maar een Iemand, te kennen, lief te hebben, en te dienen.
Toen u uw dienstwerk als opvolger van de heilige Petrus begon, Heilige Vader, nodigde u ons uit tot vriendschap met Jezus, de manier waarop u heiligheid definiëerde.
Daar is het… liefde voor een Persoon, een relatie aan de wortel van ons geloof.
Zoals Sint Augustinus schrijft: “Ex una sane doctrina impressam fidem credentium cordibus singulorum qui hoc idem credunt verissime dicimus, sed aliud sunt ea quae creduntur, aliud fides qua creduntur” H. Augustinus, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. XIII, 2.5
Ja, en daar is mijn vierde punt, deze Persoon, Jezus, vertelt ons dat Hij de waarheid is.
Onze missie heeft dus substantie, een inhoud, en dit twintigste jubileum van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997), het aankomende vijftigste jubileum van het Concilie, en het aankomende Jaar van het Geloof roepen ons op om catechetische ongeletterdheid te bestrijden.
De nieuwe evangelisatie is absoluut nodig omdat het secularisme vaak het zaad van het geloof heeft verstikt; maar die verstikking is helaas vergemakkelijkt omdat zoveel gelovigen onvoldoende kennis van of vat op de wijsheid, schoonheid en samenhang van de Waarheid hadden.
Kardinal George Pell heeft opgemerkt dat “het niet zozeer zo is dat onze mensen hun geloof hebben verloren, maar dat zij het om te beginnen amper hadden; en, als dat wel zo was, dan was het zo vluchtig dat het gemakkelijk weggenomen werd.”
Op dezelfde manier riep Kardinaal Avery Dulles op tot neo-apologetiek, niet geworteld in saaie polemieken, maar in de Waarheid die een naam, Jezus, heeft.
Even zo waarschuwde de Zalige John Newman, bij de ontvangst van zijn eigen biglietto die hem benoemde als kardinaal, tegen wat hij steeds een gevaarlijk liberalisme in de religie noemde: “…het geloof dat er geen objectieve waarheid in de religie is, dat de ene geloofsbelijdenis net zo goed is als de andere… Geopenbaarde religie is geen waarheid, maar een gevoel, een smaak…”
En, net zoals Jezus ons zegt: “Ik ben de Waarheid,” zo omschrijft Hij zichzelf ook als “de Weg, en het Leven.”
De Weg van Jezus is in en door de Kerk, een heilige moeder die ons Zijn Leven schenkt.
“Hoe zou ik ooit over Hem weten zonder haar?” vraagt De Lubac, verwijzend naar de nauwe verbinding tussen Jezus en Zijn Kerk.
Onze missie, de nieuwe evangelisatie, heeft zo essentiële catechetische en kerkelijke dimensies.
Dit zet ons aan om op een nieuwe manier over de Kerk te denken: om over de Kerk te denken als een missie. Zoals Johannes Paulus II onderwees in H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990), heeft de Kerk geen missie, alsof ‘missie’ één van de vele dingen is die de Kerk doet. Nee, de Kerk is een missie, en ieder van ons die Jezus als Heer en Verlosser heeft, met zichzelf beschouwen in het licht van zijn of haar missie-effectiviteit.
In de vijftig jaar sinds het uitroepen van het Concilie hebben we Kerk door de laatste fasen van de Contrareformatie zien gaan en zich zien herontdekken als een missionaire onderneming. Op sommige plekken betekende dit een nieuwe ontdekking van het Evangelie. In ooit-gecatechiseerde landen betekende het een herevangelisatie die vertrekt vanuit de ondiepe wateren van institutioneel onderhoud, en, zoals Johannes Paulus II in H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Novo millennio ineunte
Een nieuw millennium
(6 januari 2001) onderwees, de diepe wateren opzoekt voor de vangst.
In veel van de landen die vertegenwoordigt zijn in dit college gaf de openbare cultuur ooit het geloof door, maar niet langer. In die omstandigheden moet de verkondiging van het geloof – de doelbewuste uitnodiging om een vriendschap met de Heer Jezus aan te gaan – in het hart van het katholieke leven van al onze mensen staan. Maar in alle omstandigheden zetten het Tweede Vaticaans Concilie en de twee grote pausen die er een gezaghebbende interpretatie aan hebben gegeven ons aan om onze mensen op te roepen om zichzelf te zien als missionarissen en verkondigers.
Toen ik een nieuwe seminarist was aan het Noord-Amerikaanse College hier in Rome, werden alle eerstejaars van alle Romeinse theologische universiteiten uitgenodigd voor een Mis in de Sint Pieter met de Prefect van de Congregatie voor de Geestelijkheid, Kardinaal John Wright, als celebrant en homilist.
We dachten dat hij ons een cerebrale homilie zou geven. Maar hij begon met de vraag: “Seminaristen: bewijs mij en de Kerk een grote gunst. Als jullie door de straten van Rome lopen, glimlach!”
Dus, punt vijf: de missionaris, de verkondiger, moet een persoon van vreugde zijn.
“Vreugde is het onfeilbare teken van Gods aanwezigheid,” beweert Leon Bloy.
Toen ik aartsbisschop van New York werd, vertelde een priester me, “Je kunt maar beter stoppen met glimlachen als je door de straten van Manhattan loopt, of ze arresteren je!”
Een man die stierf aan AIDS in het Gift of Peace Hospice, bediend door de Missionaries of Charity in Kardinaal Donald Wuerls Aartsbisdom van Washington, vroeg gedoopt te worden. Toen de priester om een verwoording van zijn geloof vroeg, fluisterde de stervende man: “Ik weet alleen dat ik ongelukkig ben, en deze zusters zijn heel gelukkig, zelfs als ik hen vervloek en bespuug. Gisteren vroeg ik hen eindelijk waarom ze zo gelukkig waren. Ze antwoordden “Jezus”. Ik wil deze Jezus zodat ik eindelijk gelukkig kan zijn.”
Een echte geloofsdaad, of niet?
De nieuwe evangelisatie word bereikt met een lach, niet met een frons.
De missio ad gentes gaat helemaal om een ja voor al het fatsoenlijke, goede, ware, mooie en edele in de mens.
De Kerk draait om een ja, niet om een nee!
En, voorlaatste punt, de nieuwe evangelisatie gaat om liefde.
Kortgeleden werd onze broeder John Thomas Kattrukudiyil, de bisschop van Itanagar in de noordoosthoek van India, gevraagd de enorme groei van de Kerk in zijn bisdom, met meer dan 10.000 volwassen bekeerlingen per jaar, te verklaren.
“Omdat we God presenteren als een liefhebbende vader, en omdat mensen zien dat de Kerk hen liefheeft,” antwoorde hij.
Geen vage liefde, zo ging hij verder, maar een liefde die gedaante krijgt in prachtige scholen voor alle kinderen, klinieken voor de zieken, huizen voor de ouderen, centra voor wezen, voedsel voor de hongerigen.
In New York verzacht het hart van de meest verhardde secularist als hij één van onze katholieke scholen in de binnenstad bezoekt. Toen één van onze weldoeners, die zichelf als agnosticus beschouwt, Zuster Michelle vroeg waarom zij op haar leeftijd, met pijnlijke knieën, bleef werken op deze worstelende maar uitstekende arme scholen, antwoorde zij: “Omdat God van mij houdt, en ik van Hem, en ik wil dat deze kinderen deze liefde ontdekken.”
Vreugde, liefde… en, laatste punt… het spijt dat ik het moet noemen, maar… bloed.
Morgen zullen tweeëntwintig van ons horen wat de meesten van jullie al eerder hebben gehoord:
“Ter ere van God, en de eer van de Apostolische Stoel, ontvang de rode biretta, het teken van de waardigheid van de kardinaal; en weet dat u bereid moet zijn u met geestkracht te gedragen, zelfs tot het vergieten van uw bloed: voor de groei van het christelijk geloof, de vrede en de rust van het Volk Gods, en de vrijheid en de verspreiding van de Heilige Roomse Kerk.”
Heilige Vader, kunt u “tot het vergieten van uw bloed” overslaan als u mij de biretta geeft?
Natuurlijk niet! Wij zijn slechts ‘scharlaken audiovisuele hulpmiddelen’ voor al onze broeders en zusters die ook geroepen zijn te lijden en sterven voor Jezus.
Paus Paulus VI merkte wijselijk op dat mensen tegenwoordig meer leren van “getuigenis dan van woorden,” en de opperste getuigenis is het martelaarschap.
Helaas hebben we vandaag meer dan genoeg martelaren.
Dank u, Heilige Vader, dat u ons zo vaak herinnert aan hen die vandaag over de hele wereld vervolgd worden vanwege hun geloof.
Dank u, Kardinaal Koch, dat u de Kerk oproept tot een jaarlijkse ‘dag van solidariteit’ met de vervolgden om het Evangelie, en voor de uitnodiging aan onze oecumenisch en interreligieuze partners tot een ‘oecumene van martelaarschap’.
Terwijl we huilen om de martelaren van vandaag, terwijl we hen liefhebben, met en voor hen bidden; terwijl wij krachtig namens hen spreken; zijn wij ook heel trots op hen, scheppen over hen op, en verkondigen hun opperste getuigenis aan de wereld.
Zij ontketenen de missio ad gentes en de nieuwe evangelisatie.
Een jongeman in New York verteld me dat hij terugkeerde naar het katholieke geloof van zijn jeugd, dat hij had afgeworpen als tiener, omdat hij De Monniken van Tibhirine had gelezen, over Trappistenmonniken in Algerije vijftien jaar geleden, en na het drama over hen gezien te hebben, de Franse film Des Hommes et des Dieux.
Tertullianus zou er niet van hebben opgekeken.
Dank u, Heilige Vader, voor uw geduld met mijn primitieve Italiaans. Toen Kardinaal Bertone mij vroeg deze toespraak in het Italiaans te geven, maakte ik me zorgen, want ik spreek Italiaans als een kind. Maar toen herinnerde ik me dat mijn eerste pastoor mij, als pasgewijde priester, zei, terwijl we naar school gingen om de zesjarige kinderen hun catechismus te leren: “Nu zullen we zien of al je theologie is blijven hangen, en of je als een kind over het geloof kan spreken.”
En misschien is dat een geschikt moment om af te sluiten: we moeten weer als een kind te spreken over de eeuwige waarheid, schoonheid en eenvoud van Jezus en Zijn Kerk.
Sia lodato Gesu Cristo!