Paus Benedictus XVI - 14 september 2008
Dierbare broeders en zusters, de eerste roeping van het Heiligdom van Lourdes is een plek te zijn waar men God in het gebed ontmoet en een plek waar men zijn medemensen dient, ondermeer door de opvang van zieken, armen en alle mensen die lijden. Maria komt naar ons toe als een moeder, altijd openstaand voor de noden van haar kinderen. Door het licht dat van haar gezicht straalt, verschijnt de barmhartigheid van God. Laten we ons door haar blik raken. Hij zegt ons dat we door God worden bemind en nooit door Hem worden verlaten! Maria komt ons hier herinneren dat het gebed, intens en nederig, vol vertrouwen en volhardend, een centrale plaats in ons leven moet hebben. Het gebed is onmisbaar om de kracht van Christus te ontvangen. “Wie bidt, verdoet zijn tijd niet, zelfs als de situatie alle tekenen van urgentie vertoont en alleen lijkt aan te zetten tot handelen” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 36. Zich laten opslorpen door de activiteiten riskeert dat het gebed zijn specifiek christelijke en waarachtige efficiëntie verliest. Het Rozenkransgebed, zo graag gebeden door Bernadette en door de pelgrims van Lourdes, bevat de diepte van de evangelische boodschap. Het leidt ons binnen in de beschouwing van het gezicht van Christus. Vanuit dit gebed van de nederigen kunnen wij overvloedige genade putten.