H. Paus Johannes Paulus II - 10 november 1983
Meneer de voorzitter,
meneer de directeur-generaal,
uwe excellenties,
hooggeachte afgevaardigden en waarnemers,
Ik ben erg blij dat zoveel vertegenwoordigers van de staten die lid zijn van de FAO (wereldvoedsel- en landbouworganisatie) en van andere internationale organisaties, die vanuit heel de wereld zijn gekomen om deel te nemen aan deze 22e zitting van de conferentie, de uitnodiging hebben aanvaard voor een ontmoeting welke vanaf het begin van de aanwezigheid van de FAO in Rome traditie is geworden. Het is de tweede keer, dat ik u persoonlijk ontmoet, buiten mijn bezoek aan het hoofdkwartier van de FAO in november 1979 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Conferentie van de FAO, Het ernstigste en meest dringende probleem is de strijd tegen de honger (12 nov 1979), een gelegenheid welke een gelukkige herinnering blijft.
Ik ben blij deze gelegenheid te hebben om nogmaals te zeggen hoezeer ik het werk hoogacht dat door de FAO wordt gedaan, en hoezeer ik het recente document waardeer over de wereldvoedselsituatie en over de werkprogramma's en operationele aspecten van de FAO. Ik ben er zeker van, dat u zich steeds meer bewust bent van de heel bijzondere belangstelling van de Heilige Stoel voor het probleem de honger en ondervoeding te overwinnen, en van het feit van zijn diepgaande bestudering van alle ondernemingen en activiteiten die op dit humanitaire doel gericht zijn.