H. Paus Pius X - 8 september 1907
Bij dit belangrijk werk roepen zij de ervaring te hulp. Maar wat zou deze kunnen toevoegen aan dat aanvoelen van de ziel? Klaarblijkelijk niets anders dan dit aanvoelen versterken. De overtuiging omtrent de waarheid wordt vaster naarmate de ervaringssterkte toeneemt. Maar dat alles kan niet bewerken dat het gevoel ophoudt gevoel te zijn. Het wezen of de natuur van het gevoel wordt hierdoor niet veranderd. Steeds loopt het op teleurstelling uit als het gevoel niet geleid wordt door het verstand. Door versterking wordt het gevoel niet tot waarheid: Het wordt alleen een intenser gevoel.
Maar Wij, eerbiedwaardige Broeders, spreken over het godsdienstig gevoel met de daarin aanwezige versterking. Het is u welbekend hoe voorzichtig men hier moet zijn en hoeveel bezinning er nodig is om de voorzichtigheid te betrachten. U weet dat uit de zieleleiding, vooral van hen die gevoelig van aard zijn. Gij weet dat ook uit de houding van hen die zich verdiepen in ascetische werken. De modernisten slaan die boeken niet hoog aan, maar zij bevatten een leer, die heel wat solider is dan wat zij zich aanmatigen te zeggen. Het lijkt Ons dwaas of tenminste heel onvoorzichtig om zonder verder onderzoek het innerlijk gevoel of ervaring voor objectieve waarheid te houden, zoals de modernisten dat willen.
Terloops willen wij ook dit nog opmerken: Indien die ervaring dan zo krachtig en sterk is, waarom kent men diezelfde waarde dan niet toe aan het gevoel dat zoveel duizenden katholieken verklaren te bezitten en dat hun zegt dat de modernisten op de verkeerde weg zijn? Zou dan alléén het aanvoelen der katholieken verkeerd zijn? Zou dàt alleen bedriegelijk zijn? De overgrote meerderheid der mensen is overtuigd en zal dat altijd blijven, dat men door aanvoelen en ervaren alleen, zonder leiding en voorlichting van het verstand, nooit zal kunnen komen tot de kennis van God. Dan rest het atheïsme, maar geen godsdienst.