H. Paus Pius X - 8 september 1907
PASCENDI DOMINICI GREGIS Over de leerstellingen van het modernisme |
|||
► | Uiteenzetting van het modernistisch stelsel | ||
► | De modernist als hervormer |
Wij moeten hier nog een weinig aan toevoegen om de modernist ook te tonen als hervormer. Wat wij tot nog toe gezegd hebben laat ons overduidelijk zien door welke verbeten ijver deze mensen worden gedreven naar hervorming. Deze verbetenheid strekt zich uit tot alles wat katholiek is.
Zij willen vooral de filosofie in de God gewijde seminaries hervormen. Zij willen de scholastieke filosofie een plaats toewijzen in de geschiedenis der wijsbegeerte, naast al die andere achterhaalde stelsels. Aan de jongeren moet de moderne filosofie onderwezen worden, die alleen de ware is en aangepast is aan onze tijd.
Voor de vernieuwing der theologie, die wij de rationele noemen, eisen zij dat deze gegrondvest is op de moderne filosofie. De positieve theologie moet naar hun eis steunen op de geschiedenis van het dogma. Ook de geschiedenis moet geschreven en gedoceerd worden volgens hun methode en naar moderne voorschriften. Het dogma en de ontwikkeling daarvan willen zij aangepast zien aan de wetenschap en de geschiedenis. Wat de catechese aangaat verlangen zij dat in de catechismus slechts de dogma's worden opgenomen die herzien zijn en aangepast zijn aan het bevattingsvermogen van het volk. Voor de eredienst willen zij dat de uiterlijke godsdienstige vormen worden besnoeid en aangroei moet worden verhinderd. Men vindt echter sommigen die gesteld zijn op symbolisme en een gematigder houding aannemen.
Zij eisen dat het bestuur van de Kerk in alle opzichten hervormd moet worden, vooral wat de tucht en de leer betreft. Naar hun eis moet het bestuur zich innerlijk en uiterlijk aanpassen aan wat zij het moderne bewustzijn noemen en dat geheel democratisch gericht is. Derhalve moet aan de lagere clerus en aan de leken de hun toekomende inspraak gegeven worden en het al te centrale gezag moet gespreid worden. Zij verlangen ook hervorming van de Romeinse Congregaties, vooral van het heilig Officie en van de Congregatie van de Index. Ook moet de houding ten opzichte van de politiek en de maatschappij herzien worden. Het bestuur moet zich afzijdig houden van wereldlijke aangelegenheden, maar zich niettemin aanpassen om op deze wijze een geestelijke invloed te kunnen uitoefenen.
Op zedelijk gebied hangen zij de leer aan van het Amerikanisme. De actieve deugden moeten voorrang hebben op de passieve en de beoefening van de actieve moet ten zeerste worden bevorderd. Vgl. Paus Leo XIII, Brief, Over het amerikanisme: burgerlijke vrijheden die de leer van de Kerk ondermijnen, Testem benevolentiae (22 jan 1899), 1 De clerus moet weer terug naar de vroegere eenvoud en armoede. Hij moet bovendien in gedachte en daad de modernistische leringen aanhangen. Tenslotte zijn er nog die protestantse leraars zeer hoog aanslaan en zij verlangen dat het celibaat voor de priester wordt afgeschaft. Wat laten zij in de Kerk nog ongemoeid? Wat moet al niet volgens hen of hun leer hervormd worden?