H. Paus Pius X - 8 september 1907
Als iemand evenwel nog niet met objectieve argumenten alleen tot het geloof gebracht kan worden dan kan men ook nog tot subjectieve zijn toevlucht nemen. Met dit doel voor ogen keren de modernistische apologeten terug naar de "immanentie-leer". Zij doen hun best de mens duidelijk te maken dat in hemzelf, in het diepste van zijn natuur en het meest verborgene van zijn leven een werkelijk verlangen en behoefte naar godsdienst verscholen ligt. En dit niet maar naar een willekeurige godsdienst, doch precies gezegd naar de katholieke godsdienst. Deze godsdienst wordt naar hun zeggen beslist vereist voor een perfecte verklaring van het leven.
Hier moet ons noodzakelijk een nieuwe klacht van het hart. Onder katholieken worden mensen gevonden die de immanentieleer wel verwerpen, maar deze toch benutten voor de apologetiek. Zij doen dit zo onbezonnen dat zij in de menselijke natuur niet slechts de aanleg en geschiktheid voor de bovennatuurlijke orde schijnen te aanvaarden, zoals de katholieke apologeten dat altijd met de nodige omzichtigheid gedaan hebben, maar zij houden deze geschiktheid voor een strikte eis van de natuur.
Om het beter uit te drukken wordt deze eis van de natuur in het katholicisme door die modernisten gevorderd welke voor gematigd willen doorgaan. Dezen immers, die "integralisten" kunnen genoemd worden, willen aan de mens die nog niet gelooft aantonen dat de in hem verborgen kiem dezelfde is welke in het bewustzijn van Christus geweest is en door Hem aan de mensen werd doorgegeven.