• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Wat wordt aangetoond

De objectieve is afkomstig van het agnosticisme. Hier tracht men duidelijk te maken dat in een godsdienst, speciaal de katholieke, een vitale kracht aanwezig is die de psycholoog en de historicus van goede wil tot de overtuiging brengt dat het niet anders kan of er moet in de geschiedenis iets verborgen liggen dat onbekend is. Om dit aan te tonen is het noodzakelijk in te zien dat de huidige katholieke godsdienst precies dezelfde is welke Christus gesticht heeft.

Zij is evenwel niets anders dan de geleidelijke ontwikkeling van de oorspronkelijke kiem welke Christus gelegd heeft. Men moet dus eerst vaststellen hoedanig deze kiem was. Zij willen dat in de volgende termen doen: Christus heeft de komst van het Rijk Gods aangekondigd. Dit Rijk zou spoedig komen. Hij zou daarvan de Messias zijn, nl. de stichter en inrichter door God daartoe aangesteld. Daarna moet uiteengezet worden hoe deze kiem, altijd innerlijk (immanens) en blijvend (permanens) bij de katholieke godsdienst aanwezig is, zich geleidelijk in de loop der geschiedenis ontwikkeld heeft en aangepast werd aan de veranderende omstandigheden, waaruit hij met vitale kracht opnam wat nuttig was voor de doctrinaire, de cultische en de kerkelijke vormen. Als zich moeilijkheden voordeden konden deze worden uit de weg geruimd, tegenstanders werden uitgeschakeld. De godsdienst hield zich staande bij alle tegenwerking en vervolging. Bij het opruimen van al deze hindernissen, te weten: tegenstanders, vervolging, strijd, bleven het leven en de vruchtbaarheid der Kerk bestaan terwijl daarbij de evolutiewet en het verloop der geschiedenis onaangetast bleven. Dit alles kan toch niet voldoende duidelijk zijn door een geschiedkundige verklaring alleen. Een "onbekende" factor moet aanwezig zijn. Hij dient zichzelf aan.

Aldus deze apologeten. Bij deze redenering zien zij een kapitaal punt over het hoofd: De ontwikkeling van de aanvankelijke kiem wordt uitsluitend verklaard met het apriorisme van de agnostische en evolutionistische filosofie. De kiem zelf beschrijven zij naar willekeur, zoals het in hun stelsel van pas komt.

Wat wordt toegegeven aan de rationalistische kritiek op de leer van de Kerk en op de Heilige Schrift

Terwijl de nieuwe apologeten met de aangehaalde argumenten het katholieke trachten aanvaardbaar en overtuigend te maken, geven zij grif toe, dat daarin veel te vinden is wat aanstoot geeft. Met niet verborgen genoegen zeggen zij openlijk dat in dogmatische stellingen dwalingen en tegenspraken voorkomen. Zij voegen daar echter aan toe, dat hiervoor niet alleen verontschuldigingen aan te voeren zijn, maar -wat toch wel erg vreemd is - dat deze toch terecht en wettig zijn uitgesproken. Zo staan er volgens hen ook in de heilige boeken nogal veel wetenschappelijke en historische dwalingen. Maar, zeggen zij, in die boeken gaat het ook niet over wetenschappelijke en historische vraagstukken, doch alleen over godsdienst en zeden. De wetenschap en geschiedenis zijn daar alleen maar een soort kleed, waarin de godsdienstige en zedelijke vraagstukken gehuld zijn. Zo kunnen zij gemakkelijker ingang vinden. Als een volmaaktere wetenschap of geschiedenis aanwezig was, zou het volk er niets van begrijpen en zouden deze wetenschap en geschiedenis veeleer tot nadeel dan tot voordeel strekken. Daar voegen zij nog aan toe dat de heilige boeken, van nature godsdienstig, ook noodzakelijk levend zijn. Doch aan dit leven komt een eigen waarheid en logica toe die anders is dan de waarheid en de logica van het verstand. De waarheid en de logica van het leven behoren tot een heel andere orde: een waarheid van vergelijking en verhouding - zo zeggen zij het - met het levensmilieu en het levensdoel. Tenslotte gaan zij zover dat zij zonder enige restrictie beweren dat alles wat uit het leven verklaard wordt waar is en ook rechtmatig.

Wij echter, eerbiedwaardige Broeders, voor wie de waarheid één en enig is en die de heilige boeken beschouwen als onder "inspiratie van de heilige Geest geschreven en God tot auteur hebben" 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 7, Wij verklaren eveneens dat zij God een leugen om nut of bestwil toeschrijven. Wij halen hier de woorden van Sint Augustinus aan: "Als men bij het allerhoogste gezag slechts één leugen om bestwil aanneemt, dan blijft geen enkel fragment van die boeken over dat niet valt onder die allerverderfelijkste regel, volgens welke men een bepaald doel of plan van de auteur aan kan nemen, als een passage handelt over een moeilijk te volbrengen zaak of moeilijk te aanvaarden geloofspunt". H. Augustinus, Preken, Sermones. 28; Migne, Tome 33 Dezelfde Kerkvader voegt daar aan toe: "Van deze lieden zal ieder geloven (uit de H.Schrift) wat hij wil en wat hij niet wil zal hij ook niet geloven".

Doch de modernistische apologeten gaan vrolijk hun gang. Zij geven bovendien toe dat in de H.Schrift redeneringen voorkomen om een of ander leerstuk te bewijzen die geen enkel fundament hebben, zoals bv. redeneringen die steunen op profetische voorspellingen. Maar ook dat verdedigen zij als kunstmatige oratorische vormen van de prediking die door het leven gerechtvaardigd worden. Wat wil men eigenlijk nog meer? Ook veroorloven zij aan Christus zelf, en zij zeggen ook dat het zo is, dat Hij het bij zijn uitspraak over de tijd van de komst van het Rijk Gods heel duidelijk mis gehad heeft. Naar hun zeggen moet dat niet zo verwonderlijk schijnen, want ook Christus was gebonden door de wetten van het leven!

Wat blijft er na dit alles nog over van de leerstellingen der Kerk? Ook deze krioelen van openlijke tegenstrijdigheden. Maar behalve dat zij door de logica van het leven geduld worden, zijn zij niet in strijd met de symbolische waarheid. Deze toch heeft betrekking op het oneindige en de aspecten daarvan zijn oneindig. Dit bewijzen zij dan allemaal en verdedigen het zo vernuftig dat zij niet aarzelen te verkondigen dat men aan de Oneindige geen uitstekender eer kan bewijzen dan door tegenspraken omtrent Hem te bevestigen! Als men zelfs de tegenspraak aanvaarden kan, wat zou er dan al niet meer bewezen kunnen worden?

Document

Naam: PASCENDI DOMINICI GREGIS
Over de leerstellingen van het modernisme
Soort: H. Paus Pius X - Encycliek
Auteur: H. Paus Pius X
Datum: 8 september 1907
Copyrights: © 1975, Stichting tot Behoud van het R.K. Leven, Tilburg
Bewerkt: 10 september 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test