H. Paus Pius X - 8 september 1907
Ook de apologeet is bij de modernisten op tweevoudige wijze afhankelijk van de filosoof. Vooreerst indirect: Hij ontleent zijn stof aan de historicus, waarvan, zoals wij gezien hebben, de filosoof de richtlijnen bepaalde. Direct: Hier bestaat afhankelijkheid daarin dat de apologeet van de filosoof diens dogma's en uitspraken ontvangt. Daarom is in de modernistische school de stelling van kracht: de nieuwe apologie moet de godsdienstige controversen oplossen door historisch en psychologisch onderzoek. Derhalve beginnen de modernistische apologeten hun werk met een waarschuwing aan de rationalisten: Zij verdedigen de godsdienst niet met een beroep op de Schriftuur, ook niet door argumenten te ontlenen aan de gebruikelijke kerkhistorische stukken die in de oude trant geschreven zijn, doch overeenkomstig de "ware" geschiedenis en volgens de moderne richtlijnen, naar de moderne methode opgesteld. Zij doen dat niet omdat zij zich naar hun tegenstander willen richten, maar omdat zij overtuigd zijn dat deze geschiedenis alleen de waarheid weergeeft. Bij het schrijven van wat zij betogen zijn zij zich van hun eerlijkheid bewust. Bij de rationalisten zijn zij bekend. Onder hun vaandel strijdend hebben zij hun sporen verdiend en oogsten hun lof. Een waar katholiek zou die lof afwijzen, maar zij achten zich daarmee gelukkig en stellen hem tegenover de berispingen van de Kerk.