H. Paus Pius X - 8 september 1907
Uit deze over tijdvakken verdeelde documenten volgt van zelf dat de heilige Boeken niet aan de auteurs kunnen worden toegeschreven, aan welke dat in feite gedaan wordt. Daarom aarzelen de modernisten niet om steeds te verzekeren dat deze boeken, vooral de Pentateuch en de synoptische Evangeliën, uit een aanvankelijk kort verhaal zijn gegroeid door geleidelijke toevoegsels in de vorm van aanvullende verklaringen van theologische of allegorische aard of simpelweg door verbindingen tussen de verschillende delen. Om het kort en duidelijk te zeggen: Wij moeten een vitale evolutie der heilige boeken aannemen, voortgekomen uit de evolutie van het geloof en daarmee in overeenstemming.
Zij beweren dat de sporen van deze evolutie zo duidelijk zijn dat men er bijna een geschiedenis van zou kunnen schrijven. Zij doen dat dan ook inderdaad met zoveel overtuiging, dat men zou menen dat zij zelf met eigen ogen de schrijvers bezig gezien hebben bij hun werk van de uitbreiding van de heilige Boeken in de verschillende tijdperken.
Om dit te bevestigen roepen zij wat wij noemen de "tekstkritiek" ter hulp. Zij trachten duidelijk te maken dat een of ander feit of gezegde niet op de goede plaats staat. Zij gebruiken meer van dergelijke redeneringen. Men zou zeggen dat zij zich een bepaalde trant van verhalen of spreken hebben eigen gemaakt, waaruit zij met grote zekerheid oordelen wat op de goede en wat op de verkeerde plaats staat.
Hoe zij op deze wijze mensen vinden die het begrijpen: Oordele wie kan! Maar wie hen zo met kennis van zaken over de heilige Boeken hoort redeneren, waarin het hun gegeven is zoveel onjuistheden te ontdekken, zal wel denken dat voor hen niemand de heilige Boeken heeft ingezien. Men zou kunnen vergeten dat een groot aantal zeer geleerde exegeten met een veel groter inzicht, geleerdheid en heiligheid dan zij de heilige Boeken op alle mogelijke wijzen hebben bestudeerd. Bij deze uiterst competente geleerden kwam het niet op om misprijzend over een of ander deel van de H.Schrift te oordelen. Integendeel: Naarmate zij dieper inzicht kregen in de Schrift, des te groter dank brachten zij aan God, omdat Hij zich gewaardigd had aldus tot de mensen te spreken. Het is wel spijtig: Die geleerden hadden niet dezelfde hulpmiddelen als de modernisten. Zij hadden geen godloochenende filosofie als lerares en leidsvrouwe en zij stelden zich ook niet zelf aan als norm om te oordelen.