H. Paus Pius X - 8 september 1907
Zoals nu de geschiedenis haar gevolgtrekkingen ontvangt uit de wijsbegeerte, zo haalt de kritiek deze uit de geschiedenis. De uitspraken van de geschiedenis volgend komt de criticus tot twee groepen van gegevens. Wat na de drievoudige geciteerde verminking nog overblijft wordt aan de authentieke geschiedenis overgelaten, het andere aan de geschiedenis van het geloof, ook wel interne geschiedenis genoemd. Want zij maken nauwkeurig onderscheid tussen deze tweevoudige vorm van geschiedenis: van het geloof - en daarop willen Wij goed de aandacht vestigen - en de echte geschiedenis, in zoverre deze reëel is. Vandaar, zoals Wij opmerkten, de tweevoudige Christus: de een is de echte Christus; de andere heeft in werkelijkheid nooit bestaan, maar behoort tot het geloof. De een heeft op een bepaalde plaats en tijd geleefd; de andere wordt alleen gevonden in vrome geloofsoverdenkingen. Dit is b.v. de Christus welke het Evangelie van Johannes ons voorhoudt. Dit Evangelie is, naar hun zeggen, heel en al bespiegeling.