H. Paus Pius X - 8 september 1907
Wij hebben reeds iets gezegd over de natuur en de oorsprong der heilige Boeken. In de trant der modernisten zou men deze kunnen omschrijven als een verzameling van "ervaringen", die niet door iedereen worden opgedaan, maar van buitengewone en uitzonderlijke ervaringen, die in elke godsdienst hebben plaats gevonden. Zo denken nu de modernisten over onze boeken, zowel van het Oude- als van het Nieuwe Testament. In hun denkbeelden merken zij echter zeer geslepen op: Ofschoon de ervaring ligt in de tegenwoordige tijd kan ze haar stof toch ontlenen aan het verleden alsook aan de toekomst, in zover de gelovige het verleden door herinnering in het tegenwoordige beleeft en het toekomstige door vooruit te zien. Dit verklaart dan tevens hoe historische en apocalyptische boeken tot de H.Schrift kunnen behoren. Zo spreekt God dus in deze boeken door een gelovige, maar volgens de theologen der modernisten alleen door "immanentie" en door "vitale permanentie".
Nu vragen we: Wat is dan de inspiratie? Hun antwoord is:
De inspiratie is geenszins onderscheiden van de drang naar het godsdienstige, tenzij wellicht door de hevigheid ervan, waardoor de gelovige aangezet wordt om zijn geloof in woord en geschrift kenbaar te maken. Iets dergelijks vindt men ook in de dichterlijke inspiratie. De dichter Ovidius heeft daarvan gezegd: "Er is een god in ons; als deze werkzaam is raken wij in gloed". Ovidius, Fasti, Lib. VI, v.5 Op deze wijze noemt men God het begin der inspiratie van de heilige Boeken.
Overigens, zo voegen de modernisten daaraan toe, staat er niets in de H.Schrift wat niet valt onder de inspiratie. Daar zij dit bevestigen zou men hen rechtzinniger kunnen achten dan hedendaagse andere auteurs die de inspiratie willen beperken omdat zij b.v. niet uitgesproken citaten invoeren. Maar wat de modernisten feitelijk zeggen zijn alleen loze woorden en veinzerij. Want als wij de Bijbel beoordelen naar agnostische maatstaven als een alleen door mensen en voor mensen geschreven werk, al heeft ook de theoloog het recht de Schrift door "immanentie" goddelijk te noemen, hoe kan de inspiratie dan nog beperkt worden? De modernisten nemen dus een algemene inspiratie van de Bijbel aan, maar zij doen dat niet in katholieke zin.