H. Paus Pius X - 8 september 1907
Beginnen wij bij het dogma. Over de oorsprong en het wezen daarvan werd reeds gesproken. Het komt voort uit een zekere impuls of noodzaak. Dit brengt de gelovige tot nadenken om daardoor zijn eigen bewustzijn en dat van anderen nog meer te verhelderen. Dit werk bestaat in een nauwkeurig onderzoek en het vaststellen van de rudimentaire formuleringen. Dit geschiedt door het verstand, maar niet op de wijze van een logische uiteenzetting, maar naar de aanwezige omstandigheden, of, zoals zij niet duidelijk zeggen "op vitale wijze". Zo komt het dat de primaire formuleringen geleidelijk aan evolueren tot secundaire formuleringen. Alinea 18-20 Deze worden dan tot één geheel geordend of tot een bouwwerk van lering samen gevoegd. Als dit nu door het openbaar leergezag is aanvaard als zijnde in overeenstemming met het algemeen bewustzijn, dan heten die formuleringen dogma's. Een en ander moet wél onderscheiden worden van de bespiegelingen der theologen. Hun overpeinzingen, ofschoon verstoken van dogmatisch leven, zijn toch niet heel en al nutteloos. Ze kunnen dienen om godsdienst en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen en tegenstellingen tussen beide weg te nemen. Ook kunnen zij van buiten af een licht werpen op de godsdienst en zijn in staat deze te verdedigen. Zij kunnen misschien ook wel dienstig zijn om de stof te verzamelen en gereed te maken voor een toekomstig dogma.