
Jozef Kardinaal Tomko - 3 december 1993
De congregatie voor de Evangelisatie van de volken (CEP) heeft altijd een bijzondere interesse gehad in de catechisten als primaire factor voor Evangelisatie. In 1970 heeft zij al een praktische handleiding voor de catechisten uitgegeven. I.v.m. radicale veranderingen in de wereld en het bewustzijn van zijn verantwoordelijkheden wil het CEP aandacht vragen voor de huidige situatie en vooruitzichten bieden voor de verdere ontwikkeling van dit “prijzenswaardige leger van lekenapostelen”. Catechisten zijn volgens paus Johannes Paulus II de fundamentele evangelische dienst aan de wereld. De gids behandelt de principiële aspecten van de roeping van de catechist; de identiteit, spiritualiteit, selectie en training, missionaire en pastorale taken etc. voor nu en de toekomst.
Catechisten hebben altijd een heel belangrijke rol vervuld binnen de Evangelisatie in de wereld. Ook vandaag de dag zijn zij onvervangbare Evangelisten, zoals de encycliek “Redemptoris Missio” terecht zegt. Paus Johannes Paulus II bevestigde de uniciteit van de rol van de catechisten, hij zei: “gedurende mijn apostolische reizen heb ik persoonlijk kunnen ervaren dat de catechisten een noodzakelijke bijdrage leveren in het verspreiden van het geloof en de Kerk, vooral in de missiegebieden”.
De congregatie voor de Evangelisatie van de volken erkent de onbetwiste effectiviteit van de catechisten: onder de verantwoordelijkheid van de priesters verkondigen zij de Blijde Boodschap aan hun broeders en zusters en bereiden hen voor op hun opname in de kerkelijke gemeenschap door het Doopsel. Door hun godsdienstig onderricht, voorbereiding op de Sacramenten, het aansporen tot gebed en andere charitatieve werken, helpen de catechisten de gedoopten te groeien in hun christelijk leven. Bij een tekort aan priesters zijn de catechisten ook belast met de pastorale leiding van de kleine gemeenschappen. Vaak zijn zij geloofsgetuigen in moeilijke situaties en omstandigheden, soms ook met gevaar voor eigen leven. De catechisten zijn waarlijk de trots van de missionerende Kerk!
Deze gids is gericht aan bisschoppen, priesters en de catechisten zelf, maar ook bedoeld voor catechetische centra en opleidingen voor catechisten. Niet alleen om een vernieuwd beeld van de catechist te geven maar ook als bijdrage voor de groei van deze vitale sector voor de toekomst van de missionering van de wereld. De H. Vader heeft grote waardering voor het initiatief voor deze gids en geeft zijn apostolische zegen, vooral aan de catechisten zelf.
Iedere gedoopte katholiek is persoonlijk door de H. Geest geroepen mee te werken aan de komst van Gods Rijk. Onder de lekengelovigen bestaan gevarieerde roepingen of verschillende spirituele en apostolische wegen te gaan voor individuele gelovigen en groepen. Binnen de algemene roeping van de leken zijn er ook speciale roepingen.
Aan de oorsprong van de roeping van de catechist, dus terzijde van de Sacramenten van het Doopsel en Vormsel, ligt een specifieke oproep van de Heilige Geest, een “speciaal charisma herkend door de Kerk” en duidelijk gemaakt in het mandaat (de opdracht) van de Bisschop. Het is belangrijk voor de kandidaat catechist de bovennatuurlijke en kerkelijke betekenis van zijn/haar roeping te herkennen, en als het mogelijk is te (be)antwoorden, zoals Gods Zoon, “Hier ben ik” (Heb 10:7), of, zoals de profeet, “Hier ben ik, zend mij” (Jes 6:8).
In de actuele missionaire praktijk is de roeping van de catechist specifiek voor de taak van de catechese, en algemeen het samenwerken binnen de apostolische diensten welke belangrijk zijn voor de opbouw van de Kerk. De CEP houdt vast aan de waarde en de onderscheiding van de catechistenroeping. Iedere catechist moet proberen zijn eigen specifieke roeping te ontdekken, onderscheiden en koesteren.
Vanuit het bovengenoemde kan worden opgemaakt dat de catechisten in de missie gebieden hun eigen identiteit hebben die hen karakteriseren ten opzichte van degene die werken in de oudere Kerken, zoals het Kerkelijk gezag en wetgeving duidelijk hebben herkend. In het kort, de catechist in de missie gebieden identificeert zich door vier elementen: geroepen door de Heilige Geest; een kerkelijke zending; samenwerken met de apostolische opdracht van de bisschop; en een speciale binding met de missionaire activiteit voor de volken (ad Gentes). Verbonden aan de vraag over de identiteit is die van de rol van de catechist in de missionaire activiteit, een rol die zowel belangrijk als veelzijdig is. Naast de expliciete proclamatie van de christelijke boodschap en de begeleiding van de catechumenen en pasgedoopten op hun weg naar volledige rijpheid in het geloof en het sacramentele leven, omvat de rol van de catechist aanwezigheid en getuigen, verwikkeling in de menselijke ontwikkeling, inculturatie en dialoog.
De encycliek Redemptoris Missio beschrijft de catechisten als “speciale werkers, leidende getuigen, noodzakelijke (onmisbare) evangelisten, die de basiskracht van de christelijke gemeenschappen representeren, bijzonder in de jonge Kerken”. Het kerkelijk wetboek (CIC) heeft een canon over de catechisten ontwikkeld voor de missionaire activiteit en beschrijft hen als: “leken christengelovigen die een goede vorming hebben ontvangen en een uitstekend christelijk leven leiden. Onder leiding van de missionarissen geven zij onderricht over het Evangelie en verbonden met de liturgische eredienst en in werken van barmhartigheid”. Deze beschrijving van de catechist correspondeert met die van het CEP uit 1970: “de catechist is een leken persoon speciaal aangesteld door de Kerk, in overeenstemming met de lokale behoeften, om Christus bekent te maken, geliefd en gevolgd door hen die Hem nog niet kennen en door de gelovigen zelf”.
Voor de catechisten geldt dat sommige functies van de heilige bediening, die niet behoren tot het karakter van de Heilige Orde, hen kunnen worden toevertrouwd. De uitvoering van deze functies, als er geen priester beschikbaar is, maakt echter geen pastor van de catechist. Het CEP zegt: “de catechist is geen vervanger van de priester, maar is een gerechtigd getuige van Christus in de gemeenschap”.
Omdat er een verschil is tussen de catechisten in de missiegebieden en die in de oudere Kerke, en er onderling ook verschil is tussen de verschillende gemeenschappen is het moeilijk een enkele beschrijving te geven die van toepassing is op allen.
Er zijn twee hoofdtypes catechisten: fulltime catechisten, die hun hele leven in deze dienst stellen en officieel zo erkend zijn; en parttime catechisten die gedeeltelijk hun tijd dienstbaar stellen. Het verschilt van plaats tot plaats, maar er zijn veel meer parttime catechisten dan fulltime. Verscheidene taken zijn toevertrouwd aan beide types catechisten, en in deze taken is de grote diversiteit te zien die bestaat tussen verschillende gebieden. De volgende schets wil een realistische samenvatting geven van de voornaamste toevertrouwde functies aan de catechisten in Kerken die afhankelijk zijn van het CEP:
De dynamiek van de jonge Kerken en hun sociologische en culturele situatie doet ook andere apostolische functies opkomen. Bijvoorbeeld de godsdienstonderwijzers in de scholen die lesgeven aan gedoopten en aan niet christelijke studenten. Deze zijn te vinden in scholen van de overheid waar de staat religieus onderricht toestaat, als wel in de Katholieke scholen. Er zijn ook “zondags catechisten” die lesgeven in zondagsscholen die door de parochie zijn georganiseerd, speciaal daar waar de staat geen godsdienstonderricht op de scholen toestaat. In grote steden, speciaal in de arme delen, doen vele leken apostelen uitsteken werk onder de behoeftigen, immigranten, gevangenen en andere noden. Zulke functies zijn overwogen dienovereenkomstig de ontvankelijkheid en ervaring van de verschillende Kerken, en zowel goed voor de catechist als voor de algemene vorm van leken dienst aan de Kerk en haar missie. De CEP beschouwt het veelvoud en variëteit van deze taken als een expressie van de rijke werkzaamheid van de H. Geest in de jonge Kerken en beveelt ze allen bij de bisschoppen aan. Het vraagt hen deze speciaal te koesteren welke het beste beantwoorden aan de huidige noden en in de nabije toekomst, in zover dit te voorzien is.
Er is nog een overweging. Catechisten mogen oud of jong zijn, man of vrouw, getrouwd of alleen, en deze factoren zullen meegenomen moeten worden in de verantwoordelijkheden en toewijzing van de taken in de verschillende culturele omstandigheden. Dus een gehuwde man is de meest aangewezen persoon om de gemeenschapsleider te zijn, bijzonder in gemeenschappen waar mannen nog steeds een dominante rol hebben. Vrouwen zullen dan de meest natuurlijke keuze zijn om onderricht te laten geven aan de kinderen en jongeren, en voor het werken aan de christelijke bevordering en vooruithelpen van vrouwen. Getrouwde stellen hebben een grotere stabiliteit en kunnen een getuigenis zijn van de waarden van het christelijk huwelijk. De jongere catechisten zullen bij voorkeur het contact leggen met de jongeren, en activiteiten verrichten die langer tijd vragen.
De algemene tendens, welke de CEP goedkeurt en aanmoedigt, is dat de figuur van de catechist als zodanig wordt bekrachtigd en ontwikkelt, onafhankelijk van de taken hij of zij verricht. De waarde van de catechisten en hun invloed op het apostolaat zijn altijd beslissend voor de Kerkelijke missie. Zichzelf baserend op zijn eigen wereldwijde ervaring, biedt de CEP de volgende suggesties aan om te helpen bij, en promoten van de reflectie op dit onderwerp:
Hieruit volgt dat het van grote waarde zal zijn om gespecialiseerde catechisten te hebben die het christelijk leven willen promoten daar waar het merendeel van de mensen wel is gedoopt, maar waar het peil van religieuze instructies en/of van het geloofsleven niet hoog is. Catechisten zouden ook getraind moeten worden voor de uitdagingen van deze tijd zoals de secularisatie, migranten, politieke kansen, de invloed van de massa media etc. De Kerk heeft catechisten nodig, nu en in de toekomst.
Noodzaak en aard van spiritualiteit voor de catechisten. Catechisten moeten een diepe spiritualiteit hebben door te leven in de Geest die hen helpt zichzelf continu te vernieuwen in hun specifieke identiteit. Hun spiritualiteit is verbonden aan de deelname aan de drie taken van Christus: aan het priesterlijke, profetisch en koninklijk ambt. Als leden van de lekengelovigen zijn zij betrokken op de seculiere wereld en kunnen daardoor vele terreinen doordrenken met de geest van het Evangelie. Zo zijn zij in de wereld om getuigen te zijn van Christus.
Voor gehuwde catechisten, het huwelijksleven vormt een integraal deel van hun spiritualiteit. Zoals de paus bekrachtigt, “van gehuwde catechisten wordt verwacht dat zij steeds getuigen van de christelijke waarden van het huwelijk, het sacrament trouw te bleven en hun kinderen op te voeden met het gevoel voor verantwoordelijkheid”. Deze huwelijksspiritualiteit kan grote invloed hebben op hun activiteiten, en het is goed voor hen als zij hun gezin betrekken bij hun werk zodat zij als familie apostolische getuigen kunnen zijn.
De spiritualiteit van de catechist is ook een voorwaarde voor hun apostolische roeping en daarvoor dragen zij de volgende kenmerken: openheid voor Gods woord, voor de Kerk en voor de wereld; een authentiek leven; een missionair vuur; en devotie tot Maria.
Catechisten moeten ook hart hebben voor de oecumene, het verlangen naar eenheid onder de christenen, en gewillig de dialoog willen aangaan met christenen van andere, niet katholieke gemeenschappen. Zij moeten zich ook inzetten voor oecumenische initiatieven, waarbij ze de regels van de Kerk hiervoor dienen te bewaken, maar ook hun eigen katholieke identiteit bewaren en uitstralen.
Zij moeten ook proberen goede relaties te onderhouden met andere catechisten en leiders van andere kerkgenootschappen, in overeenstemming met hun herders en, als zij die taak hebben gekregen, als hun representant optreden.
Ook de dialoog met mensen van andere religies is een deel van de missie van de Kerk. Zoals prediken is ook dit een vorm van mensen kennis te laten maken met Christus. Catechisten, met hun taak de hoop te verkondigen, zullen open moeten staan voor deze vorm van dialoog en getraind moeten worden daaraan deel te kunnen nemen.
Het is belangrijk te weten dat in de encycliek Redemptoris Missio, paus Johannes Paulus II zegt: “Onder de leken die Evangelisten worden hebben de catechisten een ereplaats....... Er is altijd behoefte aan de bediening van de catechist, een bediening met zijn eigen karakteristieken”.
Zij verdienen een ereplaats binnen hun gemeenschap en moeten goed gepresenteerd worden in pastorale overleggen en andere organisaties op parochieel en diocesaan niveau. In de geseculariseerde atmosfeer van de huidige wereld hebben zij een speciale rol te vervullen door het licht van het Evangelie uit te dragen in verschillende situaties. In iedere theologische discussie betreffende de leken is het nodig te erkennen dat de catechist een speciale plaats bezitten.
Verantwoordelijkheid van de bisschop in het bijzonder. De bisschoppen zijn “de eerstverantwoordelijken voor de catechisten”. Het CEP spoort individuele bisschoppen en de Episcopale Conferenties aan hun aandacht en zorg voor de catechisten te continueren en zelfs te vermeerderen, door er voor te zorgen dat er gedefinieerde criteria voor selectie zijn, het ontwikkelen van programma’s en structuren voor vorming, ingaan op de vragen in verband met beloning etc. Zij moeten interesse tonen in hun catechisten en, voor zover mogelijk, een persoonlijke relatie met ieder van hen hebben. Waar dit niet mogelijk is moet een episcopale plaatsvervanger voor hen benoemd worden.
Vanuit de eigen ervaring geeft het CEP de volgende punten voor speciale aandacht:
Priesters, en in het bijzonder parochie priesters, als leraren van het geloof en directe samen werkers van de bisschop, hebben een speciale verantwoordelijkheid voor de catechisten. Als herders, die de verschillende charisma’s in de gemeenschap herkennen, promoten en coördineren, zullen een bijzondere interesse moeten hebben in die van de catechist, die met hen de taak delen van het onderrichten van de mensen in het geloof. Zij moeten hen behandelen als medewerkers, verantwoordelijk voor de bediening die hen is toevertrouwd, en niet als ondergeschikten die instructies uitvoeren. Zij moeten hen aanmoedigen creatief te zijn en initiatief te tonen. Zij moeten ook de gemeenschap trainen om hun catechisten te respecteren. Toekomstige priesters moeten op het seminarie leren de catechisten te waarderen en respecteren als apostelen en vriendenmedewerkers in de wijngaard van de Heer.
De hoop voor de missie in het derde millennium. De instructies die deze Gids bevat zijn bedoeld als een algemeen model om te dienen als een ideaal en te bewerken/ aan te passen waar nodig.
De catechisten worden hoog geacht voor hun participatie in missionaire activiteiten en voor hun karakteristieken zoals we ze tegenkomen in de Kerkelijke gemeenschappen buiten de missie.
Hun aantal blijft groeien en lag in de afgelopen jaren tussen de 250.000 en 350.000 (rond 1990). Voor vele missionarissen waren zij absoluut onmisbaar in hun dienst als hun nabije assistenten en soms ook als hun tolken. Vaak waren zij in staat om het geloof in de gemeenschap levend te houden in perioden van beproeving, en kwamen er uit hun families priesterlijke en religieuze roepingen voort. We kunnen alleen maar heel veel respect hebben voor deze broederlijke (zusterlijke) bezielers van de jonge gemeenschappen.
Bij wijze van conclusie mogen we de woorden van paus Johannes Paulus II citeren aan de catechisten van Angola tijdens zijn bezoek aan dat land: “Vaak kwam het op jullie neer om de jonge christelijke gemeenschappen op te bouwen en te versterken, en zelfs nieuwe te stichten door de eerste verkondiging van het Evangelie. Als de missionarissen er niet konden zijn voor die eerste verkondiging, of weg moesten voor hier een vervolg aan te kunnen geven, waren het jullie, de catechisten, die de catechumenen instrueerden, de mensen voorbereidde op de sacramenten, onderricht gaven in het geloof, en de christelijke gemeenschappen leidden (...). Dank de Heer voor de gave van jullie roeping, onder andere mannen en vrouwen heeft Christus jullie speciaal geroepen om instrumenten van Zijn redding te zijn. Antwoord edelmoedig op je roeping en jullie namen zullen opgetekend worden in de Hemel (Lc 10:20)”.
Het CEP hoopt dat, met Gods hulp en die van de Maagd Maria, deze Gids een nieuwe impuls mag geven voor de promotie van de catechisten, zodat hun edelmoedige (vruchtbare) bijdrage zich blijft continueren, en vruchten opbrengen voor de missie van de Kerk voor het derde millennium.
Paus Johannes Paulus II heeft op 16 juni 1993 toestemming gegeven aan de cardinale Prefect Jozef Tomko om de Gids voor de Catechisten te publiceren.
{...}
In de huidige missionaire praktijk, is de roeping van de Catechist zowel specifiek, n.l. voor de taak van het geven van catechese, als algemeen, voor het meewerken aan welk apostolische dienstwerk dan ook dat nuttig is voor de opbouw van de Kerk.
{...}
Omdat er een verschil is tussen de catechisten in de missiegebieden en die in de oudere Kerke, en er onderling ook verschil is tussen de verschillende gemeenschappen is het moeilijk een enkele beschrijving te geven die van toepassing is op allen.
Er zijn twee hoofdtypes catechisten: fulltime catechisten, die hun hele leven in deze dienst stellen en officieel zo erkend zijn; en parttime catechisten die gedeeltelijk hun tijd dienstbaar stellen. Het verschilt van plaats tot plaats, maar er zijn veel meer parttime catechisten dan fulltime. Verscheidene taken zijn toevertrouwd aan beide types catechisten, en in deze taken is de grote diversiteit te zien die bestaat tussen verschillende gebieden. De volgende schets wil een realistische samenvatting geven van de voornaamste toevertrouwde functies aan de catechisten in Kerken die afhankelijk zijn van het CEP:
De dynamiek van de jonge Kerken en hun sociologische en culturele situatie doet ook andere apostolische functies opkomen. Bijvoorbeeld de godsdienstonderwijzers in de scholen die lesgeven aan gedoopten en aan niet christelijke studenten. Deze zijn te vinden in scholen van de overheid waar de staat religieus onderricht toestaat, als wel in de Katholieke scholen. Er zijn ook “zondags catechisten” die lesgeven in zondagsscholen die door de parochie zijn georganiseerd, speciaal daar waar de staat geen godsdienstonderricht op de scholen toestaat. In grote steden, speciaal in de arme delen, doen vele leken apostelen uitsteken werk onder de behoeftigen, immigranten, gevangenen en andere noden. Zulke functies zijn overwogen dienovereenkomstig de ontvankelijkheid en ervaring van de verschillende Kerken, en zowel goed voor de catechist als voor de algemene vorm van leken dienst aan de Kerk en haar missie. De CEP beschouwt het veelvoud en variëteit van deze taken als een expressie van de rijke werkzaamheid van de H. Geest in de jonge Kerken en beveelt ze allen bij de bisschoppen aan. Het vraagt hen deze speciaal te koesteren welke het beste beantwoorden aan de huidige noden en in de nabije toekomst, in zover dit te voorzien is.
Er is nog een overweging. Catechisten mogen oud of jong zijn, man of vrouw, getrouwd of alleen, en deze factoren zullen meegenomen moeten worden in de verantwoordelijkheden en toewijzing van de taken in de verschillende culturele omstandigheden. Dus een gehuwde man is de meest aangewezen persoon om de gemeenschapsleider te zijn, bijzonder in gemeenschappen waar mannen nog steeds een dominante rol hebben. Vrouwen zullen dan de meest natuurlijke keuze zijn om onderricht te laten geven aan de kinderen en jongeren, en voor het werken aan de christelijke bevordering en vooruithelpen van vrouwen. Getrouwde stellen hebben een grotere stabiliteit en kunnen een getuigenis zijn van de waarden van het christelijk huwelijk. De jongere catechisten zullen bij voorkeur het contact leggen met de jongeren, en activiteiten verrichten die langer tijd vragen.
{...}
De algemene tendens, welke de CEP goedkeurt en aanmoedigt, is dat de figuur van de catechist als zodanig wordt bekrachtigd en ontwikkelt, onafhankelijk van de taken hij of zij verricht. De waarde van de catechisten en hun invloed op het apostolaat zijn altijd beslissend voor de Kerkelijke missie.
Zichzelf baserend op zijn eigen wereldwijde ervaring, biedt de CEP de volgende suggesties aan om te helpen bij, en promoten van de reflectie op dit onderwerp:
{...}
Hieruit volgt dat het van grote waarde zal zijn om gespecialiseerde catechisten te hebben die het christelijk leven willen promoten daar waar het merendeel van de mensen wel is gedoopt, maar waar het peil van religieuze instructies en/of van het geloofsleven niet hoog is. Catechisten zouden ook getraind moeten worden voor de uitdagingen van deze tijd zoals de secularisatie, migranten, politieke kansen, de invloed van de massa media etc. De Kerk heeft catechisten nodig, nu en in de toekomst.
Noodzaak en aard van spiritualiteit voor de catechisten. Catechisten moeten een diepe spiritualiteit hebben door te leven in de Geest die hen helpt zichzelf continu te vernieuwen in hun specifieke identiteit. Hun spiritualiteit is verbonden aan de deelname aan de drie taken van Christus: aan het priesterlijke, profetisch en koninklijk ambt. Als leden van de lekengelovigen zijn zij betrokken op de seculiere wereld en kunnen daardoor vele terreinen doordrenken met de geest van het Evangelie. Zo zijn zij in de wereld om getuigen te zijn van Christus.
Voor gehuwde catechisten, het huwelijksleven vormt een integraal deel van hun spiritualiteit. Zoals de paus bekrachtigt, “van gehuwde catechisten wordt verwacht dat zij steeds getuigen van de christelijke waarden van het huwelijk, het sacrament trouw te bleven en hun kinderen op te voeden met het gevoel voor verantwoordelijkheid”. Deze huwelijksspiritualiteit kan grote invloed hebben op hun activiteiten, en het is goed voor hen als zij hun gezin betrekken bij hun werk zodat zij als familie apostolische getuigen kunnen zijn.
De spiritualiteit van de catechist is ook een voorwaarde voor hun apostolische roeping en daarvoor dragen zij de volgende kenmerken: openheid voor Gods woord, voor de Kerk en voor de wereld; een authentiek leven; een missionair vuur; en devotie tot Maria.