H. Paus Johannes Paulus II - 6 december 1990
Geen enkele dialoog tussen Christenen en Joden kan voorbijgaan aan de smartelijke en verschrikkelijke ervaring van de Shoah. Gedurende de bijeenkomst in Praag in september van dit jaar, heeft het Internationaal Comité voor Katholiek-Joodse Betrekkingen in extenso aandacht gegeven aan de godsdienstige en historische dimensies van de Shoah en van het antisemitisme, en kwam tot conclusies die van groot belang zijn voor de voortzetting van onze dialoog en samenwerking. Ik hoop dat zij wijd en zijd erkenning zullen vinden en dat de toen geformuleerde aanbevelingen zullen worden uitgevoerd overal waar menselijke en religieuze rechten worden geschonden.
Moge God geven dat de herdenking van de vijfentwintigste verjaardag van 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965) voor ons en voor de wereld nieuwe resultaten met zich brengt van geestelijke en morele vernieuwing. Moge zij vooral de vrucht opleveren van samenwerking bij het bevorderen van gerechtigheid en vrede. In de Babylonische Talmud lezen wij: "De wereld wordt gedragen door slechts één zuil: de rechtvaardige mens" Hagigah, 12b. In het Evangelie zegt Jezus Christus dat de vredestichters gezegend zijn Vgl. Mt. 5, 9
. Mogen gerechtigheid en vrede onze harten vullen en onze voetstappen leiden naar de volheid van verlossing voor alle volkeren en voor heel het universum. Moge God onze gebeden verhoren!
Vaticaanstad, 6 december 1990
Johannes Paulus II