H. Paus Johannes Paulus II - 6 december 1990
Uwe eminenties,
uwe excellenties,
hooggeachte bezoekers,
Als afgevaardigden van het Internationaal Joods Comité voor Interreligieus Overleg en Leden van de Commissie voor de religieuze betrekkingen tot het Jodendom bent u samengekomen om de vijfentwintigste verjaardag te vieren van de verklaring 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965) van het Tweede Vaticaans Concilie. In feite is wat u aan het vieren bent niets anders dan de goddelijke genade die Christenen en Joden leidt tot begrip, respect, samenwerking en solidariteit wederzijds. Bewust van het feit dat wij delen in dezelfde hoop en in dezelfde beloften gedaan aan Abraham en zijn nageslacht, ben ik werkelijk verheugd u te begroeten in dit huis! "Baruch ha-ba be-Shem Adonai!" - "Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!" (Ps. 119) Vgl. Ps. 118, 26
.