Msgr. Nikola Eterovic - 2 februari 2011
Het doorgeven van het geloof is dus een zeer complexe dynamiek die het geloof van de christenen en het leven van de Kerk daarbij geheel betrekt. Men kan niet doorgeven wat men niet gelooft en niet beleeft. Een teken van een geworteld en rijp geloof is nu juist de natuurlijkheid waarmee wij het aan anderen meedelen. “Hij riep tot zich die Hij zelf wilde (...) om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden” (Mc. 3, 13-14). Men kan het Evangelie niet doorgeven zonder dat daaraan een bij Jezus “zijn”, een in de Geest beleven van de ervaring van de Vader ten grondslag ligt: en de ervaring van het “zijn” zet aan tot verkondiging, bekendmaking, het samen delen van hetgeen men heeft beleefd, omdat men het heeft ervaren als goed, positief, mooi.
Een dergelijke taak van verkondiging en bekendmaking is niet voorbehouden aan iemand, aan weinig uitverkorenen. Het is een geschenk aan iedere mens die met vertrouwen antwoord geeft op de oproep tot het geloof. Het doorgeven van het geloof is niet een gespecialiseerde activiteit die aan een of andere groep of een of ander individu, dat speciaal daarvoor wordt gedelegeerd, moet worden uitbesteed. Het is de ervaring van iedere christen en heel de Kerk, die in deze activiteit voortdurend opnieuw de eigen identiteit ontdekt van het volk dat is verzameld door de oproep van de Geest, die ons uit de verstrooiing van ons dagelijkse leven bijeenbrengt om de tegenwoordigheid onder ons van Christus te beleven en het ware gelaat van God, die voor ons een Vader is, te ontdekken. “De lekengelovigen zijn krachtens hun deelname aan het profetische ambt van Christus diep betrokken bij deze taak van de Kerk. Het is in het bijzonder hun taak te getuigen dat het christelijk geloof het enige volledige geldige antwoord is op de vragen en verwachtingen die het leven aan iedere mens en aan iedere maatschappij stelt, een antwoord dat min of meer bewust door allen onderscheiden en afgesmeekt wordt. Dat zal mogelijk zijn, als de gelovigen de kloof tussen het Evangelie en het leven zullen weten te overbruggen door in hun dagelijkse activiteit in gezin, werk en maatschappij weer de eenheid te brengen van een leven dat in het Evangelie de inspiratie en de kracht vindt om zich volledig te verwerkelijken”. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 34 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in Amerika, Ecclesia in America (22 jan 1999), 66 Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 94
Als een fundamentele activiteit van de Kerk bepaalt het doorgeven van het geloof het uiterlijk en de activiteiten van de christelijke gemeenschappen.Vgl. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 47. “Het conciliedecreet Ad Gentes heeft duidelijk aangegeven hoe het evangelisatieproces verloopt: christelijk getuigenis, dialoog, de aanwezigheid van de naastenliefde (11-12), verkondiging van het Evangelie en uitnodiging tot bekering (13), catechumenaat en christelijke initiatie (14), vorming van de christelijke gemeenschap door middel van de sacramenten en de kerkelijke bediening (15-18). Dat is de dynamiek bij het vestigen en opbouwen van de Kerk”. Om het Evangelie te verkondigen en te verspreiden is het nodig dat de Kerk vormen van christelijke gemeenschappen verwezenlijkt die in staat zijn op een strikte wijze de fundamentele werken van het geloofsleven tot uitdrukking te brengen: liefde, getuigenis, verkondiging, viering, luisteren, delen. Men moet de evangelisatie opvatten als het proces waardoor de Kerk, bewogen door de Geest, het Evangelie verkondigt en verspreidt in heel de wereld volgens een logica die het leerambt als volgt heeft samengevat: “Door liefde bezield, doordringt de Kerk heel de tijdelijke orde en vormt deze om, waarbij ze de verschillende culturen in zich opneemt en vernieuwt. Ze legt getuigenis af onder de volken over de nieuwe bestaans- en levenswijze die de christenen kenmerkt. Ze maakt het Evangelie uitdrukkelijk door de eerste verkondiging”, en nodigt uit tot bekering. Door middel van de catechese en de sacramenten van de christelijke initiatie leidt zij die mensen binnen in het geloof en het christelijk leven, die zich tot Jezus Christus bekeren of die Hem opnieuw beginnen te volgen, en neemt beide categorieën op in de christelijke gemeenschap. Ze ontwikkelt steeds verder de gave van gemeenschap onder de gelovigen, door permanente geloofsvorming en opvoeding (homilieën, andere bedieningen van het Woord), de sacramenten en het beoefenen van naastenliefde. Ze blijft de missie bevorderen door alle leerlingen van Christus in heel de wereld uit te zenden om met woord en daad het Evangelie te verkondigen”. Congregatie voor de Clerus, Algemeen directorium voor de catechese, Directorium Catechisticum Generale (11 apr 1971), 48. De tekst van het directorium vormt een heldere en nauwkeurige beschrijving van deze elementen en geeft daarbij een originele samenvatting van het conciliedecreet Ad Gentes, de apostolische exhortatie Evangelii nuntiandi van Paulus VI en de encycliek Redemptoris missio van Johannes Paulus II.