Paulus Augustinus Kardinaal Mayer o.s.b. - 16 januari 1988
De liturgische vernieuwing betreffende de viering van het hoogfeest van Pasen en van de gehele Goede Week, zoals deze voor het eerst door Pius XII in de jaren 1951 en 1955 is ingevoerd, is destijds in alle kerken van de Romeinse ritus met vreugde ontvangen. Vgl. Congregatie voor de Riten, Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week, Dominicae Resurrectionis (9 feb 1951) Vgl. Congregatie voor de Riten, Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week, Maxima redemptionis nostrae mysteria (16 nov 1955)
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft, met name in zijn 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963), herhaaldelijk vanuit de traditie het Paasmysterie van Christus in het licht gesteld, en in herinnering geroepen dat alle Sacramenten en sacramentaliën daaraan hun kracht ontlenen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 5.6.61