Gaetano Kard. Cicognani - 16 november 1955
Op de vrijdag van het Lijden en de Dood des Heren wordt de plechtige liturgische handeling gevierd in de namiddag en wel omstreeks het derde uur; indien echter zielzorgmotieven dit aanraden, mag men een later uur kiezen, maar niet later dan het zesde uur.
De plechtige Paaswake moet gevierd worden op een geschikt uur, d.w.z. het uur, dat de plechtige Mis van die nachtwake laat beginnen omtrent middernacht tussen de heilige zaterdag en de zondag van de Verrijzenis.
Waar het, met het oog op de omstandigheden van gelovigen en plaatsen, naar het oordeel van de plaatselijke Ordinaris, toch beter is het uur van de viering van de nachtwake te vervroegen, dan mag deze niet beginnen voor de schemering, of zeker niet voor zonsondergang.
De onthouding en het vasten, gedurende de tijd van veertig dagen voorgeschreven, dat tot nu toe, volgens Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), ophield op de heilige zaterdag na de middag, zal voortaan ophouden te middernacht van dezelfde heilige zaterdag.
Alle bepalingen hiermee in strijd zijn vervallen verklaard.
16 november 1955
C. Kardinaal Cicognani,
prefekt
A. Cerinci,
secretaris