• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

MAXIMA REDEMPTIONIS NOSTRAE MYSTERIA
Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week

De grootste geheimen van onze verlossing, n.l. het lijden, de dood en de verrijzenis van onze Heer Jezus Christus, heeft onze Moeder de Heilige Kerk vanaf de apostolische tijden jaarlijks met een heel bijzondere herdenking willen vieren. Aanvankelijk werden de meest verheven ogenblikken van deze geheimen in een afzonderlijk triduüm herdacht, n.l. Christus "gekruisigd, begraven en verrezen" H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 55, 14; CSEL 34, 2 p. 195; weldra is er de plechtige gedachtenis van de instelling van de allerheiligste Eucharistie aan toegevoegd; en ten slotte is er op de zondag, die het lijden onmiddellijk voorafgaat, de liturgische viering bijgekomen van de triomfantelijke intocht van onze Heer, de messias-koning, in de heilige stad; uit dit alles is de bijzondere liturgische week ontstaan die, vanwege de verhevenheid van de gevierde geheimen, de heilige is genoemd en met zeer uitgebreide en allerschoonste riten is verrijkt.

Deze riten nu werden in den beginne op dezelfde dagen en dezelfde uren gevierd, als waarop de hoogheilige geheimen hebben plaats gegrepen. Zo werd de instelling van de allerheiligste Eucharistie op donderdag in de avond herdacht door de plechtige Mis bij het avondmaal des Heren; op de vrijdag in de namiddag vierde men de eigen liturgische handeling van het lijden en de dood van de Heer; ten slotte begon men op de avond van de heilige zaterdag de plechtige nachtwake, die de volgende morgen zijn einde kreeg in de vreugde van de verrijzenis.

In de middeleeuwen echter is men de tijd van deze liturgische viering om verschillende redenen zodanig gaan vervroegen, dat tegen het einde van deze middeleeuwen al deze liturgische plechtigheden naar de ochtenduren verzet waren, zeker niet zonder schade 'aan het liturgisch meeleven noch zonder verwarring tussen de evangelie-verhalen en de daarop betrekking hebbende liturgische verbeeldingen. Vooral de liturgie van de plechtige paaswake, eenmaal van de eigen plaats in de nacht verdreven, heeft de natuurlijke begrijpelijkheid en de zin van woorden en symbolen verloren. Bovendien heeft de heilige zaterdag, door een al te vroege paasvreugde overrompeld, het eigen droeve karakter van herdenking van 's-Heren begrafenis verloren zien gaan. In een latere tijd is er verder nog een andere en in zielzorgelijk opzicht zeer ernstige verandering van zaken bijgekomen. Immers donderdag, vrijdag en zaterdag van de heilige week golden gedurende meerdere eeuwen als feestdagen, en wel met de bedoeling, dat het gehele christenvolk, vrij van slafelijk werk, de gewijde ceremoniën van deze dagen kon bijwonen; maar in de loop van de 17e eeuw zijn de Pausen van Rome zelf er door de totaal veranderde sociale levensomstandigheden toe gebracht om het aantal feestdagen in te krimpen. En zo heeft Urbanus VIII zich gedwongen gezien om in de Apostolische Constitutie "Paus Urbanus VIII - Constitutie
Universa per Orbem
Over de rangorde van liturgische feesten (13 september 1642)
" van 24 september 1642 ook het gewijde triduüm van de heilige week niet langer onder de feestdagen maar voortaan onder de werkdagen te rekenen. Het noodzakelijk gevolg hiervan is geweest dat de deelname van de gelovigen aan deze gewijde riten afnam, en wel vooral omdat hun viering reeds geruime tijd was verschoven naar de morgenuren, die immers voor scholen, fabrieken en de openbare handel in alle landen van de wereld op werkdagen in verleden en heden de werkuren zijn. De algemene en haast universele ervaring immers leert, dat de plechtige en ernstige liturgische handelingen van het heilig triduüm door de geestelijken voltrokken plegen te worden, terwijl de kerken nagenoeg verlaten zijn.

Dit is zeker een reden tot grote droefheid. Immers de liturgische riten van de hoogheilige week munten niet alleen uit door hun bijzondere waardigheid, maar ook door hun eigen sacramentele kracht om het christelijk leven te voeden en zij vinden geen gelijkwaardige vervanging in de vrome devotie-oefeningen, die buitenliturgisch genoemd plegen te worden en die in het heilig triduüm in de namiddaguren worden gehouden. Om deze redenen hebben ervaren liturgisten, priesters uit de zielzorg en vooral de Hoogwaardige Bisschoppen zelf in de laatste jaren dringende verzoeken gedaan aan de Heilige Stoel, waarin zij vroegen dat de liturgische handelingen van het heilig triduüm naar de middaguren, zoals vroeger, zouden worden teruggebracht, en dit met de bedoeling, dat alle gelovigen gemakkelijker bij deze riten tegenwoordig kunnen zijn. Na rijp overleg nu heeft de Opperpriester Pius XII reeds in 1951 de Congregatie voor de Riten
Dominicae Resurrectionis
Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week (9 februari 1951)
, voorlopig nog naar de wil van de Ordinaris en bij wijze van proef te voltrekken.

Daar nu dit experiment overal ter wereld een groot succes is geworden, naar de meeste Ordinarissen aan de Heilige Stoel hebben bericht, en daar dezelfde Ordinarissen niet hebben afgelaten hun verzoeken te herhalen, waarin zij vroegen dat evenals voor de paaswake zo ook voor de andere dagen van de heilige week een soortgelijke liturgische vernieuwing zou plaats grijpen, door de gewijde riten naar de avonduren terug te brengen, en ten slotte met het oog op het feit dat de Avondmissen, die door de apostolische Constitutie "Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Christus Dominus
Over het nuchterblijven voor de Eucharistie
(6 januari 1953)
" van 6 januari 1953 waren mogelijk gemaakt, overal met grotere toeloop van gelovigen gevierd worden; met dit alles voor ogen en overwogen heeft onze Heilige Vader Paus Pius XII bevolen, dat de Commissie voor hervorming van de liturgie, die door de Paus zelf in het leven is geroepen, deze kwestie van de vernieuwing van de orde van de heilige week aan een onderzoek zou onderwerpen en tot een conclusie zou komen. Toen deze was verkregen heeft Zijne Heiligheid bepaald dat, vanwege het belang van de zaak, de gehele kwestie aan een bijzonder onderzoek door hunne Eminenties de Kardinalen van de heilige Ritencongregatie zou worden onderworpen. Deze Kardinalen nu, in buitengewone vergadering op 19 juli van dit jaar in het Vaticaan bijeen, hebben na rijp beraad eenstemmig als hun mening te kennen gegeven, dat de vernieuwde orde van de heilige week, indien het aan de Heilige Vader zou behagen, goedgekeurd en voorgeschreven kon worden. Nadat dit alles aan Zijne Heiligheid door de ondergetekende Kardinaal-Prefect in bijzonderheden was uiteengezet, heeft Zijne Heiligheid zich gewaardige om alles wat de genoemde Kardinalen bij hun overleg hadden besloten, goed te keuren.

Vandaar bepaalt de Heilige Ritencongregatie, krachtens speciale opdracht van onze Heilige Vader, door de goddelijke Voorzienigheid Paus Pius XII het volgende:

Document

Naam: MAXIMA REDEMPTIONIS NOSTRAE MYSTERIA
Decreet over de liturgische vernieuwing van het Hoogfeest van Pasen en de gehele Goede Week
Soort: Congregatie voor de Riten
Auteur: Gaetano Kard. Cicognani
Datum: 16 november 1955
Copyrights: © 1956, Katholiek Archief, nr. 7, p. 165-166, 171
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test