TOT VERTEGENWOORDIGERS VAN DE ORTHODOXE KERKENIn de Hörsaal van het seminarie St. Carolus Borromeo, Freiburg in Breisgau
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
24 september 2011
TOT VERTEGENWOORDIGERS VAN DE ORTHODOXE KERKEN
In de Hörsaal van het seminarie St. Carolus Borromeo, Freiburg in Breisgau
Eminenties, excellenties
Dierbare vertegenwoordigers van de Orthodoxe
en Oosterse Kerken
Het is mij een grote vreugde dat we vandaag samenkomen. Van harte dank ik u allen voor uw komst en voor de mogelijkheid van de vriendschappelijke uitwisselingen. Een bijzonder woord van dank aan de metropoliet Augoustinos voor zijn vertrouwvolle woorden. Graag herhaal ik in deze kring van aanwezigen, wat ik al op elders gezegd heb: onder de Christelijke kerken is die van de Orthodoxie theologisch het meest nabij; Katholieken en Orthodoxen hebben beide de oudkerkelijke structuur. Daarom hopen we dat de dag niet ver weg is, waarop we weer gezamenlijk Eucharistie kunnen vieren. Vgl. Paus Benedictus XVI, Interview / Column, Een gesprek met Peter Seewald, Licht van de wereld. De Paus, de Kerk en de tekenen van de tijd (22 nov 2010). p. 111.
Met interesse en sympathie volgt de Katholieke Kerk de ontwikkeling van de Orthodoxe parochies in West Europa, die in de laatste decennia duidelijk zijn gegroeid. In Duitsland leven nu ca. 1,6 miljoen Orthodoxe en Oosterse Christenen. Ze zijn een vast bestanddeel geworden van de maatschappij, die de schat van de christelijke cultuur en het christelijk geloof in Europa beleven. Ik begroet de intensivering van de panorthodoxe samenwerking, die in de laatste jaren belangwekkende vorderingen gemaakt heeft. De stichting van orthodoxe Bisschopsconferenties waar de Orthodoxe kerken in de diaspora zijn, is een uiting van de binnenorthodoxe betrekkingen. Ik ben blij, dat ook in Duitsland in het afgelopen jaar deze stap gezet is. Moge de ervaringen, die met deze Bisschopsconferenties opgedaan worden, de band tussen de Orthodoxe Kerken versterken en het streven naar een panorthodoxe Concilie verder groeien.
Sinds mijn tijd als professor in Bonn en daarna in het bijzonder als aartsbisschop van München en Freising heb ik door persoonlijke vriendschap met vertegenwoordigers van de Orthodoxe Kerken de orthodoxie steeds dieper leren kennen en liefhebben. Het begon destijds met het werk voor de gemeenschappelijke commissie van de Duitse Bisschoppenconferentie en de Orthodoxe Kerk, Met haar teksten over pastoralepraktische vragen bevordert zij sindsdien het wederzijdse begrip en draagt bij aan een consolidering en voortzetting van de Katholiek-Orthodoxe betrekkingen in Duitsland.
Evenzo belangrijk blijft het verder werken aan het oplossen van theologische verschillen, omdat het overwinnen daarvan noodzakelijk is om de volledige eenheid, waarop we hopen en waarvoor we bidden, te herstellen. Het gaat voornamelijk over de vraag naar het primaatschap, waarover we nader moeten overleggen om tot een juist begrip te komen. Daarbij zijn de gedachten ter onderscheiding van wezen en vorm in de uitoefening van het primaatschap, zoals Paus Johannes Paulus II in de encycliek
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 95 naar voren heeft gebracht, nog steeds als vruchtbare voorstellen te beschouwen.
Dankbaar kijk ik ook naar het werk van de Gemeenschappelijke Commissie voor Theologische Dialoog tussen de Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk (als één geheel). Ik ben blij, vereerde eminenties en vertegenwoordigers van de Oosterse Kerken, in u vertegenwoordigers van die Kerken te ontmoeten, die deelnemen aan deze dialoog. De resultaten, die daar bereikt werden, maken dat het begrip voor elkaar groeit en men nader tot elkaar komt.
In het huidige tijdsgewricht, waarbij niet weinig mensen het openbare leven willen “bevrijden” van God, gaan de christelijke Kerken in Duitsland – daaronder ook de Orthodoxe en Oosterse Christen – vanuit het geloof in de ene God en Vader van alle mensen hand in hand de weg van een vredige getuigenis om begrip en gemeenschap van de volkeren. Daarbij houden zij niet op het wonder van de menswording van God in het centrum van de verkondiging te stellen. In het bewustzijn dat hierop de waardigheid van de mens steunt, treden ze gemeenschappelijk op tot het beschermen van het menselijk leven van haar conceptie tot aan haar natuurlijke dood. Het geloof in God, de schepper van het leven, en het noodzakelijk vasthouden aan de waardigheid van ieder mens versterken de gelovige Christenen om tot het uiterste te strijden tegen iedere manipulatie en selectief ingrijpen in het menselijk leven. In het besef wat de waardigheid is van het huwelijk en het gezin is het ons tevens als Christenen een uiterst belangrijk onderwerp, de integriteit en het uitsluitende van het huwelijk tussen één man en één vrouw, te beschermen tegen welke verkeerde uitleg dan ook. Op dit terrein is het gemeenschappelijke engagement van de Christenen, waaronder vele Orthodoxe en Oosterse, belangrijk een waardevolle bijdrage te leveren tot opbouw van een op de toekomst gerichte maatschappij, waarbij de menselijke persoon het hem toekomende respect krijgt.
Richten we aan het einde onze blik naar Maria, de
”Hodegetria”, de “Wegwijzer”, die ook in het Westen onder de titel “Onze Lieve Vrouw van de Weg” vereerd wordt. De Allerheiligste Drie-eenheid heeft de mensheid de maagdelijke Moeder Maria geschonken, opdat zij ons mensen met haar voorbede door de tijden heen voert en ons de weg wijst naar de volmaaktheid. Haar willen we ons toevertrouwen en haar onze intenties voorleggen, om een steeds innigere gemeenschap in Christus te worden tot lof en eer van Zijn Naam. God zegene ons allen.
© 2011, Libreria Editrice Vaticana
Werkvertaling, alineaverdeling en -nummering: redactie