
Z. Paus Pius IX - 8 december 1864
Daar echter ongetwijfeld 's mensen gebed aangenamer is aan God, wanneer hij met zuiver en onbesmet hart tot Hem nadert, daarom hebben wij besloten met apostolische vrijgevigheid de hemelse schatten van de Kerk, aan ons ter uitdeling toevertrouwd, voor de gelovigen te ontsluiten, opdat zij, vuriger ontvlamd in ware godsvrucht en door het sacrament van de biecht van alle zondesmetten gereinigd, met groter vertrouwen hun gebeden tot God richten en Zijn barmhartigheid en genade verwerven mogen.
Daarom verlenen wij bij dit schrijven krachtens ons apostolisch gezag aan alle gelovigen van de katholieke wereld van beiderlei geslacht een volle aflaat bij wijze van een jubileum-aflaat, tot aan het einde van het aanstaande jaar 1865, maar slechts binnen de tijdsruimte van één maand, door u, eerbiedwaardige broeders, en door andere wettig gekozen plaatselijke ordinarissen aan te wijzen, geheel naar wijze en vorm, zoals wij deze verleenden aan het begin van ons opperpriesterschap, bij ons apostolisch schrijven in de vorm van een breve uitgevaardigd de 20e november 1846 en aan alle leden van het episcopaat verzonden, hetwelk begint met de woorden Z. Paus Pius IX - Breve
Arcano Divinae Providentiae consilio (20 november 1846), met alle dezelfde volmachten, door ons in dat schrijven geschonken. Het is echter ons verlangen, dat alles onderhouden wordt, wat in genoemd schrijven is voorgeschreven en dat uitgezonderd wordt, wat volgens onze verklaring daar uitgezonderd is. En deze gunst verlenen wij niettegenstaande alles, wat er tegen is, zelfs wat speciale en afzonderlijke vermelding en opheffing vereist. Om echter elke twijfel en moeilijkheid uit de weg te ruimen, lieten wij u een afschrift van datzelfde schrijven toekomen.