• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

‘Abraham, uw vader, juichte van vreugde bij de gedachte dat hij mijn dag zou zien; hij heeft hem gezien en zich verheugd’ (Joh. 8, 56). Volgens deze uitspraak van Jezus was het geloof van Abraham op Hem gericht, het was in zekere zin een anticiperend aanschouwen van zijn mysterie. Zo begrijpt de heilige Augustinus het ook, wanneer hij zegt dat de aartsvaders gered worden door het geloof - niet het geloof in Christus die al gekomen is, maar het geloof in de komende Christus: een geloof dat vooruitgrijpt naar het toekomstige heilsgebeuren in Jezus. Vgl. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 45, 9, in: PL 35, 1722-1723 Het christelijke geloof vindt zijn centrum in Christus; het bestaat in de belijdenis dat Jezus de Heer is en dat God hem uit de doden heeft opgewekt. Vgl. Rom. 10, 9 Alle lijnen van het Oude Testament komen samen in Christus; Hij wordt het definitieve ‘ja’ op alle beloften en het fundament van ons uiteindelijk ‘amen’ tot God. Vgl. 2 Kor. 1,20 De geschiedenis van Jezus vormt het volkomen bewijs van de betrouwbaarheid van God. Het volk Israël hield de herinnering levend aan de grote liefdesdaden van God, die de kern van zijn belijdenis vormden en het de ogen van het geloof openden. Nu verschijnt het leven van Jezus als de plaats van het definitieve ingrijpen van God, de allerhoogste uitdrukking van zijn liefde voor ons. God spreekt ons in Jezus niet zomaar het zoveelste woord onder vele toe: Jezus is Gods eeuwige Woord. Vgl. Hebr. 1, 1-2 Er bestaat geen grotere waarborg die God ons zou kunnen geven om ons van zijn liefde te verzekeren, zoals de heilige Paulus ons in herinnering brengt. Vgl. Rom. 8,31-39 Het christelijke geloof is zodoende een geloof in de volheid van de liefde, in haar werkzame kracht, in haar mogelijkheid om de wereld te veranderen en licht te doen stralen over onze levenstijd. ‘Wij hebben de liefde leren kennen die God voor ons heeft en wij gelóven in haar’ (1 Joh. 4, 16, a). In de liefde van God, die in Jezus openbaar wordt, erkent het geloof het fundament waarop haar werkelijkheid en haar uiteindelijke doel berusten.

Detail van het schilderij: 'Dode Christus in het graf' van Hans Holbein de JongereHet ultieme bewijs voor de betrouwbaarheid van de Liefde van Christus bevindt zich in zijn dood voor de mensen. Het sterkste bewijs van liefde bestaat erin dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. Vgl. Joh. 15, 13 Jezus echter heeft zijn leven geofferd voor allen, ook voor hen die vijanden waren, om op deze manier hun hart om te vormen. Daarom vindt, volgens de evangelisten, de blik van het geloof zijn hoogtepunt in het uur van het kruis, want in dit uur straalt de grootte en wijdte van de goddelijke liefde. Tezamen met de moeder van Jezus aanschouwde de heilige Johannes in dit uur Hem die ze doorboord hadden. Vgl. Joh. 19, 37 Hij legt op dit moment zijn plechtige getuigenis af: ‘Die het gezien heeft getuigt hiervan; zijn getuigenis is waar en hij weet, dat hij de waarheid zegt, opdat ook gij zoudt geloven’ (Joh. 19, 35). F.M. Dostojevski laat in zijn boek F. Dostojevsky
De idioot ()
de hoofdpersoon, vorst Myschkin, deze woorden spreken wanneer hij het schilderij aanschouwt van de dode Jezus in het graf, van de hand van Hans Holbein de Jongere: ‘Er zijn mensen, die door dat schilderij hun geloof zouden kunnen verliezen’. F. Dostojevsky, De idioot. deel II hoofdstuk 4 (vertaling: o.c., Arnhem 1963, 262) Het schilderij toont namelijk, onomwonden en keihard, de vernietigende uitwerking van de dood op het lichaam van Jezus. En toch wordt het geloof juist gesterkt door het aanschouwen van de dood van Jezus. Daarin ontvangt het geloof een stralend licht, wanneer het een geloof blijkt te zijn in de onverbrekelijke liefde van Jezus tot ons, liefde die zelfs in staat is om af te dalen in de dood om ons te redden. Wij kunnen geloven in deze liefde die zich niet aan de dood heeft onttrokken, om te tonen hoezeer ze mij bemint. De volheid van deze liefde is boven alle twijfel verheven en maakt het mogelijk dat we ons geheel aan Christus toevertrouwen.

De dood van Christus openbaart de volledige betrouwbaarheid van Gods liefde echter in het licht van zijn verrijzenis. Als Verrezene is Christus een betrouwbare, geloofwaardige getuige Vgl. Openb. 1, 5 Vgl. Hebr. 2, 17 , een vaste steun voor ons geloof. ‘Als Christus niet is verrezen, is uw geloof waardeloos’, zegt de heilige Paulus (1 Kor. 15, 17). Indien de liefde van de Vader Christus niet uit de doden zou hebben doen opstaan, indien zij niet bij machte zou zijn geweest zijn lichaam weer tot leven te wekken, dan zou zij niet een geheel betrouwbare liefde zijn, die in staat is licht te brengen tot zelfs in het duister van de dood. Wanneer de heilige Paulus spreekt over zijn nieuwe leven in Christus, betrekt hij dat op ‘het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij’ (Gal. 2, 20). Dit ‘geloof in de Zoon van God’ is ongetwijfeld het geloof van de apostel der heidenen in Jezus, maar het veronderstelt ook de betrouwbaarheid van Jezus, die weliswaar gegrondvest is in zijn liefde tot in de dood, maar ook in het gegeven dat Hij de Zoon van God is. Juist omdat Jezus de Zoon is, geheel geworteld in de Vader, kon Hij de dood overwinnen en het leven in volheid laten stralen. Onze cultuur heeft dit besef van concrete aanwezigheid van God en van zijn handelen in de wereld verloren. Wij menen dat God zich enkel aan de andere zijde, op een ander niveau van de werkelijkheid bevindt; gescheiden van onze concrete relaties. Indien dit echter zo zou zijn, indien God niet bij machte was om in de wereld handelend op te treden, zou zijn liefde geen echte kracht zijn die echt werkelijkheid voor ons wordt, en daarom zou het niet eens echte liefde zijn, die in staat is om het geluk te voltooien dat ze belooft. Dan zou het ook geen verschil maken of men erin gelooft of niet. Christenen belijden daarentegen de concrete en machtige liefde van God, die werkelijk in de geschiedenis handelt en haar uiteindelijke lot bepaalt - een liefde, die men kan ontmoeten en die zich in het lijden, het sterven en de verrijzenis van Christus geheel geopenbaard heeft.

Tot de volheid waartoe Jezus het geloof voert, behoort nog een ander, beslissend element. In het geloof is Christus niet enkel degene in wie we geloven: de grootste openbaring van de liefde van God, maar ook degene met wie we ons verenigen, om te kunnen geloven. Het geloof kijkt niet alleen náár Jezus, maar kijkt ook vanuit het gezichtspunt van Jezus, ziet met zijn ogen: het is een deelname aan zijn wijze van zien. Bij veel aspecten van ons leven vertrouwen we op andere mensen, omdat ze meer vakkennis hebben dan wij. We vertrouwen de architect die ons huis bouwt, de apotheker die ons het medicijn verstrekt dat we nodig hebben om te genezen en de advocaat die ons verdedigt voor het gerecht. We hebben ook iemand nodig die geloofwaardig is en kundig in de zaken die God aangaan. Jezus, de Zoon van God, biedt zich aan als degene, die ons God ‘verklaart’. Vgl. Joh. 1, 18 Het leven van Christus, zijn manier om de Vader te kennen en volledig in relatie tot Hem te leven, opent voor de menselijke ervaring een nieuwe ruimte waarin we kunnen binnentreden. De heilige Johannes heeft de betekenis die de persoonlijke relatie met Jezus heeft voor ons geloof, tot uitdrukking gebracht in de verschillende manieren waarop hij het woord ‘geloven’ gebruikt. Johannes heeft het over ‘geloven, dat’ waar is wat Jezus ons zegt Vgl. Joh. 14, 10 Vgl. Joh. 20, 31 maar hij gebruikt ook de woorden ‘Hem (Jezus) geloven’ en ‘in Hem geloven’. We ‘geloven Jezus’ wanneer we zijn woord en zijn getuigenis aanvaarden, omdat Hij geloofwaardig is. Vgl. Joh. 6, 30 We ‘geloven in Jezus’, wanneer we Hem persoonlijk in ons leven opnemen en ons aan Hem toevertrouwen, in die zin dat we ons in liefde met Hem verenigen en op onze levensweg in zijn voetsporen treden. Vgl. Joh. 2, 11 Vgl. Joh. 6, 47 Vgl. Joh. 12, 44

Opdat we Hem zouden kunnen kennen, opnemen en navolgen, heeft de Zoon van God ons vlees aangenomen, en zodoende heeft Hij de Vader ook op menselijke wijze gezien, toen Hij als mens zijn weg ging door de tijd. Het christelijke geloof is een geloof in de menswording van het Woord en in de verrijzenis van het Lichaam; het is een geloof in God, die ons zo nabij gekomen is, dat Hij binnentrad in onze geschiedenis. Het geloof in de Zoon van God, die mens werd in Jezus van Nazareth, vervreemdt ons niet van de werkelijkheid maar stelt ons in staat om haar diepere dimensie te begrijpen en te ontdekken hoezeer God de wereld bemint en haar onophoudelijk op Hem richt. Dit brengt christenen ertoe zich in te zetten en de weg die ze op aarde afleggen nog bewuster te beleven.

Document

Naam: LUMEN FIDEI
Licht van het geloof
Soort: Paus Franciscus - Encycliek
Auteur: Paus Franciscus
Datum: 29 juni 2013
Copyrights: © 2013, Libreria Editrice Vaticana / Betsaïda.org (2e druk)
Vert. vanuit het Duits, controle met Franse, Engelse en Italiaanse versie: F. De Rycke
Imprematur: Mgr. A.L.M. Hurkmans
Bewerkt: 4 augustus 2020

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test