• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

In het gezin aanvaard en verdiept, wordt het geloof een licht, dat schijnt over alle sociale contacten. Als ervaring van het vaderschap en de barmhartigheid van God, verruimt het geloof zich vervolgens tot een onderweg-zijn van broeders en zusters. In de ‘Moderne Tijd’ heeft men gepoogd een universele broederlijkheid onder alle mensen te bouwen op grond van hun gelijkheid. Geleidelijk aan is ons echter duidelijk geworden dat deze broederlijkheid, die de verwijzing naar een gemeenschappelijke Vader als haar fundament ontbeert, geen lang leven beschoren is. Het is Daarom noodzakelijk om naar de ware grondslag van de broederlijkheid terug te keren. De geschiedenis van het geloof was vanaf het begin een geschiedenis van broederlijkheid, zelfs wanneer ze niet vrij was van conflicten. God roept Abraham op om weg te trekken uit zijn land en belooft dat Hij Abraham zal maken tot een grote natie, tot een groot volk waarop Gods zegen rust. Vgl. Gen. 12, 1-3 In de loop van de heilsgeschiedenis ontdekt de mens dat God alle broeders en zusters deelachtig wil maken aan de éne zegen die in Jezus tot volheid komt, opdat allen één worden. De onuitputtelijke liefde van de Vader wordt ons in Jezus, ook door de aanwezigheid van een broeder meegedeeld. Het geloof leert ons te zien dat elke mens een zegen in zich draagt voor mij en dat het licht van Gods gelaat mij verlicht via het gezicht van mijn broeder.

Hoeveel weldaden heeft de blik van het christelijke geloof niet gebracht aan de maatschappij voor haar leven in gemeenschap! Dankzij het geloof konden we begrijpen hoe elke individuele mens een unieke waarde heeft, iets wat in de antieke wereld helemaal niet zo duidelijk was. In de tweede eeuw beschuldigde de heiden Celsus de christenen van een opvatting die hij als een illusie en bedrog beschouwde: namelijk te geloven dat God de wereld voor de mens geschapen heeft en dat Hij de mens aan het hoofd van de hele kosmos heeft gesteld. Celsus vroeg zich af: ‘Waarom beweert men dat de planten veeleer voor de mensen groeien dan voor de meest wilde van de redeloze dieren?’. Origenes van Alexandrië, Contra Celsum. IV, 75: SC 136, 372 Indien iemand vanuit de hemel op ons zou neerkijken, welk onderscheid zou hij dan zien tussen onze bedrijvigheid en die van de mieren of bijen?’ Origenes van Alexandrië, Contra Celsum. IV, 85: SC 136, 394 In de kern van het Bijbelse geloof staat de liefde van God, zijn concrete zorgzaamheid voor iedere mens, zijn heilsplan dat de hele mensheid en de gehele schepping omvat en dat zijn hoogtepunt bereikt in de menswording, in de dood en in de verrijzenis van Jezus. Wanneer deze werkelijkheid verduisterd wordt, valt het criterium weg om te kunnen onderscheiden wat het menselijk leven waardevol en uniek maakt. De mens verliest zijn plaats in het universum, hij verliest zich in de natuur en ziet af van zijn morele verantwoordelijkheid; of hij meet zich aan de absolute heerser te zijn en schrijft zich grenzeloze macht toe om te kunnen manipuleren.

Document

Naam: LUMEN FIDEI
Licht van het geloof
Soort: Paus Franciscus - Encycliek
Auteur: Paus Franciscus
Datum: 29 juni 2013
Copyrights: © 2013, Libreria Editrice Vaticana / Betsaïda.org (2e druk)
Vert. vanuit het Duits, controle met Franse, Engelse en Italiaanse versie: F. De Rycke
Imprematur: Mgr. A.L.M. Hurkmans
Bewerkt: 4 augustus 2020

Referenties naar dit document

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test