Paus Franciscus - 29 juni 2013
In de passage over de weg die Abraham aflegt naar de stad van de toekomst, vermeldt de Brief aan de Hebreeën ook de zegen, die van de ouders op de kinderen wordt doorgegeven. Vgl. Hebr. 11, 20- 21 Het eerste gebied waarop het geloof licht schenkt aan het samenzijn van mensen, bevindt zich in de familiekring. Ik denk vooral aan de duurzame band tussen man en vrouw in het huwelijk. Het huwelijk ontstaat uit hun liefde, die een teken en aanwezigheid is van de liefde van God en voortkomt uit de erkenning en aanvaarding van het goede van het onderscheid tussen de geslachten, waardoor de echtgenoten één vlees worden Vgl. Gen. 2, 24 en in staat zijn nieuw leven te verwekken, als uitdrukking van de goedheid van de Schepper, van zijn wijsheid en van het plan van zijn liefde. Gegrondvest in deze liefde kunnen man en vrouw elkaar wederzijds liefde beloven, in een gebaar dat hun hele leven engageert en dat in veel facetten herinnert aan het geloof. Liefde beloven die voor altijd geldt, is mogelijk wanneer men een plan ontdekt dat de eigen projecten overstijgt, dat ons draagt en ons in staat stelt om aan de geliefde persoon de hele toekomst te schenken. Het geloof kan ons helpen om de volledige diepte en rijkdom te begrijpen van het voortbrengen van kinderen, omdat het daarin de liefde herkent van de Schepper, die het mysterie van een nieuwe mens aan ons schenkt en toevertrouwt. Zo is Sara door haar geloof moeder geworden, omdat ze rekende op Gods trouw aan zijn belofte. Vgl. Hebr. 11, 11