H. Paus Johannes Paulus II - 8 mei 1985
Zie voor een overzicht van het grotere geheel waarin deze audiëntie-catechese is gehouden: Catecheses van de Paus tijdens de wekelijkse Algemene Audienties
Hoewel de boeken Tobit, Judit en Ester tot de geschiedenis van het uitverkoren volk behoren, hebben ze veeleer een zinnebeeldig en moralistisch karakter dan dat ze geschiedkundig zijn. De twee boeken van de Makkabeeën tenslotte zijn weer historisch van aard.
Met uitzondering van de eerste hoofdstukken van Genesis, waar de oorsprong van de wereld en het mensdom wordt beschreven, behandelen de resterende boeken van het Oude Testament de geschiedenis van het door God uitverkoren volk, te beginnen met de roeping van Abraham. Daarover lezen we in de Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965): "In zijn overgrote liefde heeft God het heil van het hele mensengeslacht zorgzaam beoogd en voorbereid. En in een bijzondere beschikking heeft Hij zich een volk uitgekozen, om er zijn beloften aan toe te vertrouwen. Want na met Abraham Vgl. Gen. 15, 18
en met het volk Israël door Mozes een verbond te zijn aangegaan Vgl. Ex. 24, 8
, heeft Hij zich aan dat volk, dat Hij zich verworven had zó door woorden en daden geopenbaard als de enige en levende God, dat Israël Gods wegen met de mensen ervoer en deze door Gods woord in de mond van de profeten allengs dieper en duidelijker vermocht te begrijpen en in brede kring onder de volkeren gestalte kon geven Vgl. Ps. 22, 28-29
Vgl. Ps. 96, 1-3
Vgl. Jes. 2, 1-5
Vgl. Jer. 3, 17
Die heilsbedeling nu, voorzegd, verhaald en verklaard door de gewijde schrijvers, bestaat nog als werkelijk woord van God in de boeken van het Oude Testament. Daarom behouden deze van Godswege geïnspireerde boeken hun duurzame waarde". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 14
Tegelijk openbaren de boeken van het Oude Testament, overeenkomstig de omstandigheden van het mensengeslacht vóór de komst van Christus, "aan allen de kennis van God en van de mens, alsmede de wijze waarop de rechtvaardige en barmhartige God met de mensen handelt. Hoewel de boeken ook onvolmaakte en tijdgebonden dingen bevatten, tonen ze toch het ware opvoedingsplan van God" . 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 15 Daarom moeten de christenen ze met verering aanvaarden. Ze zijn de uitdrukking van een levendig contact met God; we vinden er sublieme onderrichtingen over God en een heilzame wijsheid voor het leven van de mens; bovendien vinden we er een schat aan gebeden, waarin het mysterie van onze verlossing verborgen ligt.
Zoals u ziet, biedt het Concilie ons een nauwkeurige, heldere en toereikende leer voor ons godsdienstonderricht. Deze leer laat ons toe een nieuwe stap te zetten bij de bepaling van de betekenis van ons geloof. "Geloven in de christelijke zin van het woord" betekent dan eveneens, in de geest zoals we hebben uiteengezet: het licht van de goddelijke Openbaring ook zoeken in de boeken van het Oude Verbond.