
Paus Benedictus XVI - 13 mei 2011
Aan de Eerbiedwaardige Broeder
Kardinaal Zenon Grocholewski,
Grootkanseelier van het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek
Honderd jaren zijn voorbijgegaan sinds mijn heilige voorganger Pius X de Hogere School voor Gewijde Muziek stichtte, twintig jaar later Paus Pius XI - Motu Proprio
Ad musicae sacrae restitutionem
Vasstelling van de statuten van het Pauselijke Instituut voor Sacrale Muziek (22 november 1922) door Paus Pius XI. Deze belangrijke gebeurtenis is reden tot vreugde voor iedereen die de gewijde muziek onderhouden, maar meer in het algemeen voor iedereen, te beginnen met de herders van de Kerk, die belang hechten aan de Liturgie, waarvan gewijde zang een integraal deel is Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 112. Daarom ben ik bijzonder blij mijn welgemeende felicitaties voor deze gebeurtenis over te brengen en aan u, mijn eerbiedwaardige broeder, aan de directeur en aan de hele gemeenschap van het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek mijn beste wensen uit te drukken.
In dit verband wil ik aandacht besteden aan een fundamenteel onderdeel dat mij bijzonder nauw aan het hart gaat: hoe de essentiële continuïteit van de leer over de gewijde muziek in de liturgie is opgevat van Sint Pius X tot vandaag, ondanks de natuurlijke evolutie. In het bijzonder hebben de Pausen Paulus VI en Johannes Paulus II, in het licht van de conciliaire constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963), het doel van de gewijde muziek willen bevestigen, namelijk “de verheerlijking van God en de heiliging van de gelovigen” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 112, en de fundamentele criteria van de Traditie, die ik hier kort herhaal:
Dit zijn belangrijke criteria die we zorgvuldig moeten beschouwen, ook vandaag de dag. Soms werden deze elementen, die te vinden zijn in 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963), evenals het grote kerkelijke erfgoed van de gewijde muziek of de universaliteit karakteristiek aan de Gregoriaanse zang, beschouwd als uitdrukkingen van een begrip dat reageerde op een verleden dat moest worden overwonnen en verwaarloosd, omdat het de vrijheid en de creativiteit van het individu en de gemeenschap beperkte. Maar we moeten onszelf altijd weer afvragen: Wie is het werkelijke onderwerp van de liturgie? Het antwoord is simpel: de Kerk. Niet het individu of de groep die de liturgie viert. Het is op de eerste plaats de handeling van God door de Kerk met haar geschiedenis, haar rijke traditie en haar creativiteit. De liturgie, en als gevolg de gewijde muziek, “bestaat vanuit een juiste en constante relatie tussen gezonde traditio en gerechtvaardigde ontwikkeling“, en houdt levend dat deze twee concepten – die de concilievaders duidelijk onderstreepten – wederzijds integreren omdat “traditie is een levende werkelijkheid die om die reden in zichzelf het principe van ontwikkeling, van vooruitgang, bevat” Paus Benedictus XVI, Toespraak, B.g.v. het 50-jarig bestaan - Sala Clementina, Tot de deelnemers aan de bijeenkomst van het Pauselijk Atheneum voor liturgie: San Anselmo (6 mei 2011), 5.
Dit alles, eerbiedwaardige Broeder, vormt zogezegd het “dagelijks brood” van het leven en werken van het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek. Gebaseerd op deze sterke en zekere elementen, waar aan toegevoegd worden een lange ervaring, moedig ik u aan met een hernieuwde impuls en toewijding uw dienstwerk in de professionele vorming van de studenten voor te zetten, zodat zij een serieuze en diepgaande kennis verkrijgen in de verschillende disciplines van de gewijde muziek. Zo zal het Pauselijk Instituut op goede wijze bijdragen aan de vorming, op dit gebied, van de herders en lekengelovigen in de verschillende Kerken, daarbij ook een juiste onderscheiding koesterend van de kwaliteit van de muzikale composities gebruikt in liturgische vieringen. Voor deze belangrijke doeleinden kunt u rekenen op mijn blijvende zorg, gesteund door een bijzondere gedachtenis in gebed, die ik opdraag aan de hemelse voorspraak van de Heilige Maagd Maria en van Sint Cecilia, daarbij u overvloedige vruchten van het eeuwfeest toewensend, geef ik van harte u, de directeur, de professoren, de staf en alle leerlingen van het Instituut een bijzondere Apostolische Zegen.
Vanuit het Vaticaan, 13 mei 2011
BENEDICTUS PP. XVI