Paus Benedictus XVI - 18 mei 2011
Beste broeders en zusters,
Tijdens de laatste twee catecheses (Red.: Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Het gebed
1e catechese in de reeks over het christelijk gebed
(4 mei 2011) en Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Homo reliogiosus
2e catechese in de reeks over het christelijk gebed
(11 mei 2011)) hebben we nagedacht over het gebed als universele praktijk die - weliswaar onder verschillende vormen - aanwezig is in de culturen van alle tijden. Maar vandaag zou ik willen beginnen aan een Bijbelse weg over dat thema. Het zal ons helpen om de dialoog tussen God en de mens dieper te doorgronden. De dialoog bezielt de heilsgeschiedenis tot aan het hoogtepunt, tot aan het uiteindelijke woord dat Jezus Christus is. Deze weg zal ons steeds verder voeren, zodat we kunnen stilstaan bij bepaalde belangrijke teksten en bij voorbeeldfiguren uit het Oude en het Nieuwe Testament. Het zal Abraham zijn, de grote aartsvader, vader van alle gelovigen Vgl. Rom. 4, 11-12.16-17
die ons een eerste manier van bidden zal aanreiken in de periode waar hij ten beste spreekt voor de steden Sodom en Gomorra. En ik zou u ook willen uitnodigen om een nuttig gebruik te maken van die weg die we zullen volgen in de loop van de komende onderrichten. Zo zal u beter de Bijbel leren kennen die u - naar ik hoop - bij u heeft. Neem de tijd om erin te lezen en al biddend erover na te denken, om zo de wonderbare geschiedenis te kennen van de betrekkingen tussen God en de mens, tussen God die zich aan ons openbaart en de mens die antwoordt, die bidt.
Beste broeders en zusters, moge het smeekgebed van Abraham, onze vader in het geloof ons leren om beter ons hart te openen voor het overvloedig mededogen van God. En ook om in ons dagelijks gebed het heil van onze medemens te verlangen en het te vragen met volharding en met vertrouwen in de Heer die groot is in de liefde. Dank u.