Paus Benedictus XVI - 1 mei 2011
Dierbare broeders en zusters
Zes jaar geleden waren wij op dit plein voor de Sede Vacante en Conclaaf (2005)
De Paus ziet ons, hij zegent ons
(8 april 2005) van Paus Johannes Paulus II. Diep was het verdriet over het verlies. Nog groter was de ervaring van een oneindige genade die Rome en heel de wereld omhulde; genade, die werd als de vrucht van heel het leven van mijn geliefde voorganger en in het bijzonder van zijn getuigenis in het lijden. Op die dag al bespeurden wij de geur van zijn heiligheid en het Volk Gods bracht op veel manieren zijn verering voor hem tot uitdrukking. Daarom wilde ik dat zijn zaligverklaringproces, met inachtneming van de voorschriften van de Kerk, redelijk vlug kon doorgaan. En vandaag is die verwachte dag gekomen; hij is snel gekomen, omdat het de Heer welgevallig was: Johannes Paulus II is zalig!
Deze zondag is de tweede zondag van Pasen, die de zalige Johannes Paulus II noemde H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Heiligverklaring van de Zalige Maria Faustina Kowalsky (30 april 2000). Daarom werd deze datum gekozen voor de huidige viering, omdat mijn voorganger volgens het besluit van de Voorzienigheid precies op de vooravond van deze Barmhartigheidzondag zijn geest aan God gaf. Vandaag is ook de eerste dag van de maand mei, de maand van Maria; en het is ook de gedenkdag van de heilige Jozef de arbeider. Zo verrijken deze samenkomende elementen ons gebed; zij helpen ons die nog pelgrims zijn in tijd en ruimte; in de hemel echter is tussen Engelen en Heiligen het feest helemaal anders! En toch is er één enige God en één Christus de Heer, die aarde en Hemel verbindt als een brug; en in dit ogenblik voelen wij ons meer dan ooit zo dicht bij de hemelse Liturgie als namen wij er aan deel.
"Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben" (Joh. 20, 29). In het Evangelie van vandaag spreekt Jezus deze zaligspreking uit, de zaligspreking van het geloof. Zij raakt ons op bijzondere wijze, omdat wij bijeen zijn om een zaligverklaring te vieren, meer nog omdat vandaag een paus is zalig verklaard, een opvolger van Petrus, die geroepen was om de broeders te sterken in het geloof. Johannes Paulus II is zalig door zijn krachtig, edelmoedig en apostolische geloof. En dus denken wij direct aan die andere zaligspreking: "Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is" (Mt. 16, 17). Wat openbaarde de hemelse Vader aan Simon? Dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Door dit geloof wordt Simon Petrus, de steenrots waarop Jezus zijn Kerk bouwt. De eeuwige zaligspreking van Johannes Paulus II, die de Kerk van vandaag vreugdevol verkondigt, staat helemaal in deze woorden van Christus: Zalig zijt gij Simon en in: Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. Het is de zaligspreking van het geloof, die ook Johannes Paulus II als gave van God de Vader heeft ontvangen voor de opbouw van de Kerk van Christus.
Maar onze gedachten gaan uit naar een andere zaligspreking, die in het Evangelie voorafgaat aan alle anderen. Het is die van de Maagd Maria, de Moeder van de Verlosser. Tot haar die Jezus net in haar schoot heeft ontvangen, zegt de heilige Elisabeth: "Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is." (Lc. 1, 45). De zaligspreking van het geloof heeft haar voorbeeld in Maria; en wij allen verheugen ons dat de zaligverklaring van Johannes Paulus II plaats vindt op de eerste dag van de Mariamaand mei, onder de moederlijke blik van haar die door haar geloof het geloof van de Apostelen steunde en ook het geloof van hun opvolgers, in het bijzonder van hen, die geroepen zijn om te zetelen op de cathedra van Petrus. Maria komt niet voor in de verhalen van de verrijzenis van Christus, maar haar aanwezigheid is als het ware overal verborgen: zij is de Moeder aan wie Jezus elke leerling toevertrouwde en heel de gemeenschap. In het bijzonder stellen we vast, dat de feitelijke en moederlijke tegenwoordigheid van Maria door de heilige Johannes en de heilige Lucas op die plaatsen wordt vastgelegd, die voorafgaan aan het Evangelie van vandaag en de eerste Lezing: in het bericht over de dood van Jezus, waar Maria verschijnt aan de voet van het kruis Vgl. Joh. 19, 25 ; en aan het begin van de Handelingen der Apostelen waar Maria aanwezig is te midden van de leerlingen die voor het gebed bijeen waren in het cenakel Vgl. Hand. 1, 14 .
Ook de tweede Lezing van vandaag spreekt over het geloof en het is juist de heilige Petrus die schrijft over geestelijk enthousiasme en aan de nieuw-gedoopten de reden geeft voor hun hoop en hun vreugde. Graag merk ik op dat in deze passage - aan het begin van zijn Eerste Brief - Petrus zich niet aansporend uitdrukt, maar indicatief; hij schrijft namelijk: "Dan zult gij juichen - en hij voegt er aan toe: Hem hebt gij lief zonder Hem ooit gezien te hebben. In Hem gelooft gij, ofschoon gij Hem ook nu niet ziet. Hoe onuitsprekelijk, hoe hemels zal uw vreugde zijn als gij het einddoel van uw geloof, de redding van uw ziel bereikt (1 Pt. 1, 6.8-9). Alles wordt indicatief gezegd, omdat het om een nieuwe werkelijkheid gaat, die wordt voortgebracht door de Verrijzenis van Christus. Een werkelijkheid die toegankelijk is voor het geloof. Het is de Heer, die dit heeft gedaan - zegt de psalm (Ps. 118, 23) - een wonder voor onze ogen, de ogen van ons geloof.
Voor onze ogen schittert vandaag in het volle geestelijke licht van de verrezen Christus, de figuur van de geliefde en vereerde Johannes Paulus II. Vandaag is zijn naam ingevoegd in de schare der Heiligen en Zaligen, die hij tijdens zijn bijna 27 jarig pontificaat zelf heilig en zalig verklaarde. Daarbij herinnerde hij nadrukkelijk aan de algemene roeping tot hoge mate van het christelijke leven, tot heiligheid, zoals de concilieconstitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964) over de Kerk bekrachtigt. Alle leden van het Volk Gods – bisschoppen, priesters, diakens, gelovige leken, religieuzen – zijn op de weg naar het hemels vaderland, waarheen de Maagd Maria ons voorging, die op unieke en volkomen wijze is verbonden met het mysterie van Christus en van de Kerk. Karol Wojtyla heeft eerst als hulpbisschop en dan als aartsbisschop van Krakau aan het Tweede Vaticaans Concilie deelgenomen; en hij wist heel goed, dat het aan Maria gewijde laatste hoofdstuk van het document 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964), betekende: de Moeder van de Verlosser maken tot beeld en voorbeeld van heiligheid voor elke Christen en voor heel de Kerk. Deze theologische visie ontdekte de zalige Johannes Paulus II in zijn jeugd en heeft hij heel zijn leven bewaard en verdiept; het is een visie die samengevat is in het Bijbelse beeld van Christus aan het kruis en zijn Moeder Maria onder het kruis. Het is een beeld dat zich bevindt in het Johannes-Evangelie (Joh. 19, 25-27) en dat werd opgenomen in het Bisschoppelijk en dan in het Pauselijk Wapen van Karol Wojtyla: een gouden kruis, een letter ‘M’ rechts onder en het motto Totus tuus. Deze belijdende woorden stammen van de heilige Louis Maria Grignion de Montfort en daarin vond Karol Wojtyla een fundamenteel principe voor heel zijn leven: Totus tuus ego sum et omnia mea tua sunt. Accipio te in mea omnia; præbe mihi cor tuum, Maria. – Geheel de uwe ben ik, en al het mijne is het uwe. U neem ik tot mij als mijn alles; schenk mij uw hart, o Maria H. Louis Marie Grignion de Montfort, Traité de la vraie dévotion à la sainte Vierge, Verhandeling over ware toewijding aan Maria. nr. 266.
In zijn H. Paus Johannes Paulus II - Gebeden en Testament
Geestelijk Testament
(17 maart 2000) schreef de nieuwe Zalige:
"Als het conclaaf der kardinalen op 16 oktober 1978 Johannes Paulus II koos, zei de primaat van Polen, kardinaal Stefan Wyszynski, tegen mij: “De taak van de nieuwe paus zal zijn de Kerk binnenleiden in het derde millennium”. En hij voegde daar aan toe: Ik wens nog een maal dankbaarheid uit te drukken tegenover de Heilige Geest voor de grote gave van het Tweede Vaticaans Concilie; samen met heel de Kerk – en vooral met heel het episcopaat – voel ik mij schuldenaar. Ik ben ervan overtuigd dat het de nieuwe generaties nog lang zal zijn gegeven om te putten uit alle rijkdom die dit Concilie van de XXe eeuw ons heeft geschonken. Als bisschop, die heeft deelgenomen aan de conciliaire gebeurtenis van de eerste tot de laatste dag, wens ik dit grote erfdeel toe te vertrouwen aan al degenen, die in de toekomst geroepen zijn om dit te verwerkelijken. Ik zelf dank de eeuwige Herder omdat Hij mij heeft toegestaan deze zeer grootse zaak te dienen in de loop van al de jaren van mijn pontificaat." H. Paus Johannes Paulus II, Gebeden en Testament, Geestelijk Testament (17 mrt 2000), 8
En wat is deze zaak? Het is dezelfde zaak, die Johannes Paulus II aankondigde in zijn H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Plechtige ambstaanvaarding op het Sint-Pietersplein
(22 oktober 1978) op het Sint-Pietersplein met de gedenkwaardige woorden: Hebt geen angst. Opent wijd de deuren voor Christus! Wat de nieuw gekozen paus van allen vroeg, heeft hij zelf als eerste gedaan: voor Christus opende hij maatschappij, cultuur, politieke en economische systemen. Met de kracht van een reus – kracht die hij van God kreeg - keerde hij een tendens, die onomkeerbaar scheen te zijn.
Nog eens samenvattend: Hij heeft ons opnieuw de kracht gegeven aan Christus te geloven, omdat Christus H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979), de Verlosser van de mens is – het thema van zijn eerste encycliek en leidraad voor al de anderen.
Tenslotte wil ook ik God danken voor de persoonlijke ervaring, die Hij mij toestond om voor lange tijd medewerker te zijn van de zalige paus Johannes Paulus II. Al eerder had ik gelegenheid hem te leren kennen en waarderen. Maar vanaf 1982, toen hij mij als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer naar Rome riep, kon ik hem 23 jaar lang van nabij beleven en ben zijn persoon steeds meer gaan waarderen. Mijn dienst werd gedragen door zijn spirituele diepte en de rijkdom van zijn intuïties. Zijn voorbeeldige wijze van bidden heeft mij steeds geraakt en opgebouwd: ook tijdens de veelvuldige taken van de van zijn ministerie, verdiepte hij zich in de ontmoeting met God. En dan zijn getuigenis in het lijden: de Heer heeft hem heel stilletjes alles genomen, maar hij is steeds de ‘steenrots’ gebleven, zoals Christus het heeft gewild. Zijn diepe deemoed, die wortelt in de innerlijke eenheid met Christus, heeft het hem mogelijk gemaakt de Kerk verder te leiden en de wereld een nog welsprekender boodschap te geven – juist in de tijd toen zijn fysieke krachten afnamen. Zo heeft hij op een buitengewone wijze de roeping verwerkelijkt van elke priester en bisschop: helemaal één worden met Jezus die hij dagelijks ontvangt en offert in de Eucharistie.
Zalig bent u, geliefde Paus Johannes Paulus II, omdat gij geloofd hebt! Wij bidden u, ga verder vanuit de Hemel met het sterken van het geloof van het Volk van God.
(Daarna voegde Benedictus deze improvisatie toe:)
Zo dikwijls hebt u ons vanuit deze plaats gezegend. Heilige Vader,
wij bidden u vandaag: zegen ons.
Amen.