
Paus Benedictus XVI - 26 februari 2011
Heren Kardinalen
Eerwaarde broeders in het Bisschopsambt en priesterschap
Dierbare broeders en zusters
De thematiek van het post-abortussyndroom - d.w.z. het ernstige psychische onbehagen dat vaak ervaren wordt door vrouwen die een abortus provocatus hebben ondergaan - onthult de niet tot zwijgen te brengen stem van het morele geweten en de zeer ernstige wond die eraan toegebracht wordt wanneer het menselijk handelen de ingeboren roeping tot het menselijk welzijn, waarvan het getuigt, verraadt. We mogen de aandacht ook vestigen op het, soms vertroebelde, geweten van de vaders van de kinderen, die dikwijls de zwangere vrouwen alleen laten. Het morele bewustzijn - zo leert de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) - is dat "oordeel van de rede, waardoor de menselijke persoon de morele kwaliteit erkent van een concrete daad die hij gaat stellen of bezig is te stellen of gesteld heeft" Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1778. Het is inderdaad taak van het morele geweten het goede van het kwade te onderscheiden in de verschillende situaties van het bestaan, opdat, op grond van dit oordeel, de mens zich in vrijheid kan richten op het goede. Aan degenen die het bestaan van het morele geweten in de mens zouden willen ontkennen, door de stem ervan te verklaren als het resultaat van invloeden van buitenaf of als iets puur emotioneels, is het belangrijk te herhalen dat de morele hoedanigheid van het menselijk handelen geen extrinsieke of optionele waarde is, maar iets wat alle mensen gemeen hebben. In het morele geweten spreekt God tot eenieder en nodigt hem uit het menselijk leven op elk moment te verdedigen. In deze persoonlijke band met de Schepper bestaat de diepe waardigheid van het morele geweten en de reden van zijn onschendbaarheid.
Die taak komt echter niet alleen toe aan de medische professie en de werkers in de gezondheidszorg. De hele samenleving moet zich richten op de verdediging van het recht op leven van de ongeborene en op het ware welzijn van de vrouw, dat nimmer, in geen enkele omstandigheid, zijn verwezenlijking kan vinden in de keuze voor abortus. Evenzeer zal het nodig zijn - zoals ook gebleken uit uw werk dezer dagen - de noodzakelijke hulp te bieden aan vrouwen die helaas reeds hun toevlucht genomen hebben tot abortus en er nu het hele morele en existentiële drama van ondergaan. Er zijn veel initiatieven, op diocesaan niveau of door individuele vrijwilligersorganisaties, die psychologische en geestelijke steun bieden om tot een volledig menselijk herstel te komen. De solidariteit van de christelijke gemeenschap kan dit type verantwoordelijkheid niet naast zich neerleggen. Ik wil in dit verband herinneren aan de oproep van de eerbiedwaardige Johannes Paulus II tot de vrouwen die een abortus hebben gehad:
"De Kerk is zich bewust van de vele factoren die uw beslissing mogelijk hebben beïnvloed, en ze twijfelt er niet aan dat het in veel gevallen een smartelijke, misschien zelfs dramatische beslissing was. De wond in uw hart is waarschijnlijk nog niet geheeld. Zeker was en blijft wat gebeurd is ten diepste verkeerd. Laat u echter niet door moedeloosheid meevoeren en verlies uw hoop niet. Tracht liever te begrijpen wat er gebeurd is en zie het eerlijk onder ogen. Als u dat nog niet gedaan hebt, stel u dan nederig en vertrouwvol open voor berouw. De Vader van barmhartigheid wacht op u, om u in het sacrament van de verzoening zijn vergeving en vrede aan te bieden. U zult merken dat er niets verloren is, en u zult ook uw kind aan dezelfde God en Zijn barmhartigheid hoopvol kunnen toevertrouwen. Met de vriendelijke en deskundige hulp en raad van andere mensen zult u, met uw doorleefde getuigenis, tot de meest welsprekende verdedigers van ieders recht op het leven kunnen horen" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 99.
{volgt nog}
{volgt nog}