• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Dit karakter van de zondag laat op bijzondere wijze zien hoe de Oudtestamentische sabbatvervulling is. Op de dag des Heren die het Oude Testament, zoals gezegd, met het werk van de schepping Vgl. Gen. 2, 1-3 Vgl. Ex. 20, 8-11 en de uittocht uit Egypte Vgl. Dt. 5, 12-15 verbindt, wordt de Christen geroepen de nieuwe schepping en het Nieuwe Verbond die bewerkt zijn door het Paasmysterie van Christus, te verkondigen. De viering van de schepping is geenszins afgeschaft, maar met een christocentrisch perspectief verdiept, dat wil zeggen in het licht van het goddelijk plan "het heelal in Christus onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde, in Hem" (Ef. 1, 10). Ook de herdenking van de bevrijding die een feit werd met de uittocht heeft op haar beurt haar volle betekenis gekregen. Deze wordt een gedachtenis van de universele verlossing door de dood en verrijzenis van Christus. Meer dan de vervanging van de sabbat, is de zondag de vervollediging en, in een bepaald opzicht, binnen de heilsgeschiedenis waarvan Christus het hoogtepunt is, de uitbreiding en volledige uitdrukking ervan.

Vanuit die gezichtshoek kan de Bijbelse theologie van de 'sabbat' volledig overgenomen worden, zonder dat dit afbreuk doet aan het christelijk karakter van de zondag. Deze theologie voert ons altijd en met nooit aflatende verwondering terug naar het geheimvolle begin toen het eeuwige woord van God de wereld met een vrije liefdesbeslissing uit het niets tevoorschijn bracht. De bezegeling van dat scheppende werk werd de zegening en de heiliging van de dag waarop God niet werkte na "al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht" (Gen. 2, 3). De dag van de rust van God geeft de tijd heel zijn betekenis; in de opeenvolging der weken krijgt zij daardoor niet alleen vaste bakens, maar ook, bij wijze van spreken, een theologische dimensie . Het telkens terugkomen van de 'sabbat' behoedt de tijd voor het gevaar in zichzelf gekeerd te raken, aangezien hij door God en zijn kairoi, dat wil zeggen de perioden van zijn genade en zijn heilbrengende interventies, op te nemen voor het eeuwige blijft openstaan.

Het einde van het hele scheppingswerk, de 'sabbat', de zevende door God gezegende en geheiligde dag, is rechtstreeks verbonden met het werk van de zesde dag, de dag waarop God de mens maakte "naar zijn beeld en gelijkenis". Vgl. Gen. 1, 26  Deze zeer nauwe band tussen de 'dag van God' en de 'dag van de mens' is de vaders niet ontgaan in hun overweging van het Bijbelse scheppingsverhaal. Ambrosius zegt hierover: "Ik breng dank aan de Heer onze God dat Hij een dusdanig werk verrichtte, dat Hij er rust kon vinden. Hij maakte de hemel, maar ik lees nergens dat Hij toen rustte. Hij maakte de aarde, maar ik lees nergens dat Hij toen rustte. Hij maakte de zon, de maan en de sterren, maar ook dan lees ik nergens dat Hij toen rustte. Dan lees ik dat Hij de mens maakte en dat Hij zich daarna te rusten legde, omdat Hij toen iemand had aan wie Hij diens zonden vergeven kon." H. Ambrosius van Milaan, Hexameron. 6, 10, 76, csel 321, 261. Zo zal de 'dag van God' voor altijd rechtstreeks verbonden zijn met de 'dag van de mens'. Wanneer nu het gebod van God luidt: "Denk aan de sabbat; die moet heilig voor u zijn" (Ex. 20, 8), is de rustpauze die gelast wordt om de dag te eren die aan hem is toegewijd, geenszins een moeilijk na te komen verplichting voor de mens, maar eerder een hulp die hem de gelegenheid biedt zijn leven gevende en bevrijdende afhankelijkheid van zijn Schepper te erkennen, en ook zijn roeping om mee te doen aan diens werk en om zijn genade te ontvangen. Door de 'rust' van God te eren herontdekt de mens zich volledig. Zo blijkt de dag des Heren diepgaand getekend te zijn door Gods zegen Vgl. Gen. 2, 3 en men zou kunnen zeggen, dat deze dag daardoor net als de dieren en de mensen Vgl. Gen. 1, 22.28 begiftigd is met een soort 'vruchtbaarheid'. Deze 'vruchtbaarheid' komt vooral hierin tot uitdrukking dat de sabbat de tijd zelf vervult en in zekere zin 'vermenigvuldigt' door in mannen en vrouwen de levensvreugde en het verlangen om het leven te bevorderen en door te geven te doen toenemen.

De Christen zal dan ook in gedachten moeten houden, dat als de regels van de joodse sabbat voor hem niet meer gelden en verleden tijd geworden zijn door de 'verwezenlijking' van de zondag, de basismotieven voor de plicht om de 'dag des Heren' te heiligen van kracht blijven; zij zijn plechtig vastgelegd in de tien geboden, maar moeten nu gelezen worden in het licht van de theologie en de spiritualiteit van de zondag:

"Onderhoud de sabbat: die moet heilig voor u zijn, zoals de Heer uw God u heeft geboden. Zes dagen kunt ge werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een sabbat voor de Heer uw God. Dan moogt ge geen enkele arbeid verrichten, gijzelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw rund niet, uw ezel niet, uw overige vee niet en ook niet de vreemdelingen binnen uw poorten. Dan kunnen uw slaaf en uw slavin uitrusten evenals gijzelf. Bedenk dat gij slaaf zijt geweest in Egypte en dat de Heer uw God u met sterke hand en uitgestrekte arm uit dat land heeft geleid. Daarom heeft Hij u geboden de sabbat te onderhouden" (Dt. 5, 12-15).

Het onderhouden van de sabbat blijkt hier innig verbonden met het bevrijdingswerk dat God voor zijn volk verrichtte.

Christus is gekomen om een nieuwe 'uittocht' te verwerkelijken om de onderdrukten de vrijheid te brengen. Hij heeft heel wat genezingen op de sabbat Vgl. Mt. 12, 9-14. en parallelteksten verricht, niet om de dag des Heren te schenden, maar om hem zijn volle betekenis te geven: "De sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de sabbat" (Mc. 2, 27). Door zich tegen de te legalistische interpretatie van sommige tijdgenoten teweer te stellen en door de authentieke betekenis van de Bijbelse sabbat te ontvouwen geeft Jezus, de 'Heer van de sabbat', het naleven van deze dag, ingesteld om tegelijkertijd de rechten van God en die van de mens te eerbiedigen, het bevrijdende aspect terug. Zo valt te begrijpen waarom de Christenen die de door het bloed van Christus bewerkstelligde bevrijding verkondigden, gelijk hadden, toen zij zich gerechtigd voelden de zin van de sabbat te verleggen naar de dag van de verrijzenis. Het lijden, sterven en verrijzen van Christus heeft de mens inderdaad van een veel diepgewortelder slavernij bevrijd dan die waaronder een onderdrukt volk gebukt gaat: de slavernij van de zonde die de mens verwijdert van God, verwijdert de mens van zichzelf en van de anderen doordat zij in de geschiedenis telkens nieuwe kiemen van boosaardigheid en geweld binnenbrengt.

Document

Naam: DIES DOMINI
Over de heiliging van de zondag
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 31 mei 1998
Copyrights: © 1998, RKKerk.nl, Utrecht
Vert.: P. de Roo
Bewerkt: 29 oktober 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test