H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
DIES DOMINI Over de heiliging van de zondag |
|||
► | DIES ECCLESIAE - De eucharistische samenkomst, hart van de zondag | ||
► | De tafel van het Woord |
Bij de zondagse samenkomst heeft, zoals bij elke eucharistieviering overigens, de ontmoeting met de Verrezene plaats door het deelhebben aan de tafel van het Woord en aan de tafel van het Brood des Levens. De eerste blijft voortdurend inzicht verschaffen in de heilsgeschiedenis en met name in het paasmysterie waarin Jezus na zijn verrijzenis zijn leerlingen zelf heeft binnengeleid. Hij zelf spreekt, want Hij is aanwezig in zijn Woord "wanneer de heilige schriften in de kerk gelezen worden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7 Aan de tweede tafel wordt de werkelijke, substantiële en duurzame aanwezigheid van de verrezen Heer voltrokken door de gedachtenis van zijn lijden, sterven en verrijzen. En het levensbrood, dat het onderpand is van de heerlijkheid die zal komen, wordt daar aangeboden. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft erop gewezen, dat "de liturgie van het woord en de eucharistische liturgie zo nauw met elkaar verbonden zijn, dat zij een enkele daad van eredienst uitmaken". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 56 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981), 10 Hetzelfde Concilie benadrukte eveneens: "Om de tafel van het woord van God voor de gelovigen rijker aan te richten moeten de schatkamers van de bijbel in ruimere mate worden opengesteld." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 51 Het heeft voorts sterk aanbevolen, dat de homilie op zondagen en verplichte feestdagen niet achterwege gelaten zou worden, tenzij om ernstige redenen. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 52 Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 767. 2 Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 614 Deze gunstige richtlijnen zijn trouw toegepast bij de liturgische hervormingen, waarover Paulus VI in zijn commentaar bij het rijkere aanbod aan Schriftlezingen op zon- en feestdagen schreef: "Dit alles is zo geregeld, dat bij de gelovigen de 'honger naar het woord van God' Vgl. Am. 8, 11 meer en meer geprikkeld wordt waardoor het volk van het Nieuwe Verbond, onder de leiding van de Heilige Geest, dichter tot de volmaakte eenheid van de Kerk wordt gebracht." H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969)
Terwijl wij nu, dertig jaar na het Concilie, onze gedachten laten gaan over de zondagse eucharistie, moeten we nauwkeurig bekijken hoe het woord van God verkondigd wordt en ook bezien welke daadwerkelijke vooruitgang er onder het volk Gods is wat betreft de kennis van en liefde tot de heilige Schrift. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 24. is sprake van "suavis et vivus Sacrae Scripturae affectus", weldadige en levendige genegenheid voor de heilige Schrift. Beide aspecten, die van de viering en de doorleefde ervaring, hangen nauw met elkaar samen. Enerzijds moet de door het Concilie geboden mogelijkheid het woord van God in de taal van de aanwezige gemeenschap te verkondigen ons ertoe brengen in te zien, dat dat ons een 'nieuwe verantwoordelijkheid' ten opzichte van dit woord oplegt, namelijk om "ook in de wijze van lezen of zingen het bijzondere karakter van de gewijde tekst" H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Het Mysterie en de Eredienst van de Heilige Eucharistie - Brief aan de Bisschoppen bij gelegenheid van Witte Donderdag 1980, Dominicae Cenae (24 feb 1980), 10 te doen schitteren. Anderzijds is het goed, dat het luisteren naar de verkondiging van het woord van God in de geest van de gelovigen goed is voorbereid door een aangepaste kennis van de Schrift en, indien dat pastoraal gezien mogelijk is door gerichte initiatieven ter verdieping van de Bijbelse teksten, in het bijzonder die van de hoogtijdagen. Als de lezing van de gewijde teksten, in een geest van gebed en getrouw aan de kerkelijke interpretatie, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 25 niet bij wijze van gewoonte het leven van de gelovige personen en gezinnen inspireert, zal het inderdaad niet te verwachten zijn, dat alleen de liturgische verkondiging van het Woord de verhoopte vruchten zal opleveren. Het is dus op zijn plaats de initiatieven toe te juichen waardoor de parochiegemeenschappen, met inbegrip van allen die aan de eucharistie deelnemen - priester, misdienaars, gelovigen Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981). hoofdstuk III - al in de loop van de week de zondagsvieringen voorbereiden door het overwegen van het woord van God dat verkondigd zal worden. Het doel dat nagestreefd moet worden, is dat niet alleen de homilie maar de hele viering, gebed, luisteren, gezang, op een of andere wijze uitdrukking is van de boodschap van de zondagsliturgie. Dan kunnen allen die aan die liturgie deelnemen er meer van doordrongen raken. Er zijn natuurlijk heel wat zaken toevertrouwd aan de bedienaars van het Woord. Zij hebben de plicht de uitleg van het Woord van de Heer met zorg voor te bereiden door het bestuderen van de gewijde tekst en door gebed. Daarbij dienen zij de inhoud getrouw weer te geven en deze te vertalen naar de huidige tijd, afgestemd op de vragen en het leven van de mensen van nu.
We moeten overigens niet vergeten, dat de liturgische verkondiging van het woord van God, met name in het kader van de eucharistische samenkomst, minder een moment van overweging of catechese is, dan de dialoog van God met zijn volk. In deze dialoog worden de wonderen van het heil verkondigd en de eisen van het Verbond telkens weer naar voren gebracht. Het volk van God voelt zich van zijn kant geroepen te antwoorden op deze liefdesdialoog door dankzegging en lofzang. En tegelijkertijd betoont het volk zijn trouw door een blijvende 'bekering'. De zondagse samenkomst verbindt zich op deze wijze tot een innerlijke vernieuwing van de doopbeloften die op een min of meer impliciete wijze in het credo vervat zijn. De liturgie voorziet uitdrukkelijk in deze vernieuwing tijdens de paaswake en wanneer het doopsel wordt toegediend tijdens de mis. In dat kader krijgt de verkondiging van het Woord tijdens de zondagse eucharistieviering de plechtige klank die het Oude Testament al voorzag voor de tijd van vernieuwing van het Verbond, wanneer men de Wet verkondigde en de gemeenschap van Israël, net als het volk in de woestijn aan de voet van de Sinaï Vgl. Ex. 19, 7-8 Vgl. Ex. 24, 3.7 , opgeroepen werd het 'ja' te herhalen bij het hernieuwen van hun keuze trouw te zijn aan God en zijn voorschriften aan te hangen. Bij het doorgeven van zijn woord verwacht God inderdaad ons antwoord, het antwoord dat Christus al voor ons gegeven heeft door zijn "amen" Vgl. 2 Kor. 1, 20-22 en dat de heilige Geest op zodanige wijze in ons doet weerklinken, dat wat wij horen, ons hele leven diepgaand bepaalt. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981). hoofdstuk III, 6